Om de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de steden te vergroten, krijgt de fiets steeds meer prioriteit. Al die fietsers moeten op de plaats van bestemming wel hun rijwielen kwijt kunnen. Met haar keurmerk wil de Stichting FietsParKeur daarom zorgdragen voor veilige, prettige en duurzame fietsparkeervoorzieningen. Wim Bot, namens de Fietsersbond bestuurslid van de stichting, vertelt waarom het belangrijk is dat gemeenten en andere opdrachtgevers het keurmerk inzetten. Alfred Schrooten van de gemeente Zwolle onderschrijft dat belang.
‘De fiets moet je veilig en snel kunnen stallen’
In november kondigde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan dat de Rijksoverheid ruim 780 miljoen euro in de fietsinfrastructuur investeert. Met de bijdragen van gemeenten en provincies komt dat landelijk in totaal neer op een bedrag van 1,1 miljard euro voor de fiets. Het gaat daarbij onder andere om maatregelen als doorfietsroutes, waarover fietsers sneller en veiliger naar huis kunnen. Ook komen er veel nieuwe fietsenstallingen bij ov-knooppunten. Als die van een goede kwaliteit zijn, zal dat het fietsgebruik nog verder stimuleren, meent de Stichting FietsParKeur.
Kwaliteitsimpuls nodig
De stichting verzorgt sinds 1999 de toetsing en certificatie van fietsparkeersystemen en neemt daarin de wensen van de fietser (zoals veiligheid, begrijpelijkheid en gemak) en die van de inkoper of beheerder (zoals duurzaamheid en onderhoud) mee. “Om te zorgen voor een kwaliteitsimpuls van de fietsrekken, die kwaliteit was vrij beroerd op het moment dat dat initiatief ontstond”, vertelt Wim Bot.
Vertegenwoordigers van gebruikers, inkopers, beleidsmakers, fabrikanten en exploitanten zorgen via FietsParKeur samen voor normering, toetsing en stimulering. “Als Fietsersbond vertegenwoordigen we het consumentenbelang in het bestuur. Een fiets moet veilig, comfortabel en snel gestald kunnen worden, dat is de kern van de zaak.”
Dat is niet alleen in het belang van de fietsers en de fabrikanten. Om in de schaarse openbare ruimte overlast van lukraak geparkeerde rijwielen te beperken en daarmee de veiligheid beter te kunnen waarborgen, zijn ook gemeenten bij goede parkeervoorzieningen gebaat. “In en rond de stations is wel een enorme inhaalslag gemaakt qua beschikbaarheid en kwaliteit van fietsparkeervoorzieningen”, concludeert Bot.
“In binnensteden is het wisselend. Daar is in mijn beeld de bouw van voorzieningen achtergebleven bij het gebruik, zeker in bijvoorbeeld Amsterdam en Utrecht. Daar zijn ze nu wel aan het inhalen, maar dat gaat niet van de een op de andere dag en is ook kostbaar.”
Een keur aan fietsen
FietsParKeur gaat niet over de beschikbaarheid van de voorziening, maar spant zich in voor de kwaliteit. In de afgelopen jaren ging alle tijd en aandacht zitten in een uitbreiding van het keurmerk, legt Bot uit. Om deze af te stemmen op de grote diversiteit aan type fietsen en fietsaccessoires waarmee de fabrikanten en de fietsen het straatbeeld overspoelen. Elektrische fietsen, fietsen met verschillende banddiktes, fietsen met allerlei soorten kratten, zitjes en tassen, bevestigd op verschillende posities op de fiets.
“Als je kijkt naar zo’n krat, daarmee eis je in een stalling drie parkeerplekken op. Hij is te breed en past qua dimensionering niet in de rekken. Dat komt voort uit autonome ontwikkelingen in de fietsindustrie, vooral vanuit marketeers. En dan zit je bijvoorbeeld in een stationstalling met rekken die suboptimaal geworden zijn. En die kun je niet zomaar eens verbouwen natuurlijk.”
Update keurmerk
De stichting speelde in op deze ontwikkeling door in de afgelopen jaren het keurmerk te updaten. “Er zit nu een diversificatie in het keursysteem, een basiskeurmerk en een plussysteem.” De nieuwe norm biedt de fabrikant de mogelijkheid zijn systemen op meer aspecten te laten beoordelen, zoals extra gebruiksgemak, geschiktheid voor kratfietsen, voor kinderen of ouderen en dergelijke.
Hij kan nu kiezen voor welke categorieën een systeem gekeurd moet worden. Voor opdrachtgevers is op de website van de stichting is een Keuzewijzer beschikbaar waarmee men de juiste fietsparkeersystemen voor een project of locatie kan kiezen.
De oude systemen konden een herkeuring laten doen om aan de nieuwe eisen te voldoen, de nieuwe systemen kunnen twee keer per jaar door de fabrikant door de stichting gekeurd worden. De rekken worden dan onderworpen een zeer uitvoerig testprotocol, dat alle eigenschappen van het systeem test.
Welke eigenschappen springen er wat Bot betreft uit? “Nou, dat je je fiets snel weg kan zetten, dat die goed staat zonder beschadigd te kunnen worden en dat je hem kunt beschermen tegen diefstal. En snel en makkelijk betekent dat het niet te veel kracht moet kosten. Dat is ook een belangrijk criterium.”
Zwolse fietsenstallingen
De gemeente Zwolle heeft vier grotere fietsenstallingen in het centrum en bij het station. Alfred Schrooten, beheermanager parkeren bij de gemeente Zwolle, onderschrijft de waarde van het keurmerk. “We hebben er misschien in het verleden niet altijd mee gewerkt, maar het is wel iets wat we in het programma van eisen steeds meer gaan opnemen."
"We noemen onszelf wereldfietsstad en dat wil je eigenlijk uitdragen in alle facetten van het fietsen. En dat eindigt wel met een kwalitatief goede en fijne betrouwbare plek waar je je fiets neer kunt zetten. Zeker ook in de hele mobiliteitstransitie met meer ruimte voor de fiets.”
Het werkt twee kanten op, zegt Schrooten. Enerzijds bied je de fietser gebruiksgemak, anderzijds geeft het je als gemeente enige zekerheid over de kwaliteit van de parkeerplek. Dat geldt ook voor het ‘premium keurmerk’. Schrooten herkent de situaties waarin de nieuwe generatie fietsen voor uitdagingen zorgt in de stallingen.
“We experimenteren daarom met ProRail met rekken met een bredere hartafstand. De diversiteit aan fietsen neemt steeds meer toe, dus daar moet je voor een deel ook wat mee. Ze zijn allemaal welkom, maar aanpassingen in bestaande stallingen zijn ook een budgettaire kwestie natuurlijk, je zit ook met investeringen en afschrijvingen. Daar zoek je dan naar een optimum tussen de vraag en wat er mogelijk is. FietsParkeur komt dan ook vanzelf aan bod. Dat maakt het wel makkelijker als je gaat aankopen of aanbesteden. Het is een handige richtlijn en je hoeft niet ieder boutje of schroefje te beschrijven.”