De grote infraprojecten in Nederland worden voorbereid in de vorm van een MIRT-procedure. MIRT staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Binnen een MIRT-procedure wordt in een aantal stappen toegewerkt naar een slimme, duurzame en klimaatbestendige oplossing. Deze stappen vormen een trechteringsproces waarbij stap voor stap wordt toegewerkt naar het Voorkeursbesluit. Het doel is om samen met de omgeving de opgave breed te onderzoeken en een integrale en transparante afweging te maken. Is deze procedure inmiddels niet te rigide geworden?
Blog: MIRT-procedure te rigide voor maatschappelijke opgave
Het volledig doorlopen van een MIRT-procedure (van initiatief tot en met realisatie) kost tijd. Doorlooptijden van meer dan tien jaar zijn geen uitzondering. Het nemen van voldoende tijd om samen met de omgeving de opgave goed te doorgronden en om zorgvuldig te trechteren naar een integraal besluit is een groot goed. Maar de procedure heeft ook nadelen. Vooral nadelen die inherent verbonden zijn aan de lange proceduretijd.
Omdat de procedure ingericht is als een trechteringsproces, wordt er na een fase van divergeren (de analysefase) vooral geconvergeerd richting een startbeslissing, voorkeursbeslissing en uiteindelijk een projectbeslissing. Binnen het convergeren is echter weinig ruimte om eerder gemaakte keuzes of besluiten te heroverwegen. Dit is een probleem als de geformuleerde opgave in de tijd verandert. Het kan dan voorkomen dat de oplossing waar naartoe geconvergeerd wordt, onvoldoende invulling geeft aan de veranderde opgave, waardoor de maatschappelijke meerwaarde van de oplossing bediscussieerd kan worden.
Dit zien we nu bijvoorbeeld gebeuren op het project A27/A12: aanpassing Ring Utrecht. Op hun website geeft Rijkswaterstaat aan dat er op de Ring Utrecht veel doorgaand en regionaal verkeer samenkomt waardoor problemen ontstaan, zoals file, geluidoverlast en verslechtering van de luchtkwaliteit. De opgave is het aanleggen van extra rijstroken en het scheiden van drukke verkeerstromen, zodat er minder files ontstaan en de verkeersveiligheid en bereikbaarheid toenemen. Deze opgave is geformuleerd voordat de klimaatdoelen zijn vastgesteld en voordat we in de stikstofcrisis zaten. In de oplossing waar nu naar getrechterd wordt, is dan ook slechts beperkt ruimte om aan duurzaamheids- en stikstofbelangen tegemoet te komen. Hierdoor sluit de beoogde oplossing niet meer aan op de opgave van vandaag de dag en zien we dat het maatschappelijk draagvlak voor dit project in rap tempo afbrokkelt.
Wanneer we met een andere bril naar de situatie kijken, verandert de probleemanalyse en daarmee het oplossingskader. Wat zou er gebeuren als de primaire bril het gezichtspunt is van de inwoners en de stad Utrecht? Is de ombouw naar een tachtigkilometerring dan voor de hand liggend met minder ruimtegebruik en minder emissies van de weg en het verkeer? Wat als we de klimaatwet en de natuur centraal stellen? Hoe verlagen we de emissies (CO2, stikstof, geluid, fijnstof) van het verkeer en verhogen we de biodiversiteit in de regio en langs onze infrastructuur? Gegarandeerd leidt anders kijken tot anders handelen.
De combinatie van het uittrekken van voldoende tijd voor het maken van een zorgvuldige keuze, het effectief trechteren naar een projectbeslissing en een wereld die in transitie is, leidt ertoe dat projecten ingehaald worden door de tijd. Onze procedure is hier niet op ingericht en is te rigide om hier op een maatschappelijk verantwoorde manier mee om te gaan. We hebben het onszelf dus, met de beste bedoelingen, te lastig gemaakt. Hoog tijd dus om de MIRT-procedure eens grondig tegen het licht te houden en te zien hoe er meerdere maatschappelijke feedbackloops ingebouwd kunnen worden.