Onduidelijkheid over fietsstraten
Mobypeople werkt samen met overheden door de inzet van verkeers- en vervoerkundige professionals op locatie. Deze inzet vertelt verschillende verhalen over verschillende onderwerpen. Zo ook fietsstraten. De fietsstraat is een oplossing die de doorstroming en verkeersveiligheid van fietsverkeer ten goede komt. Toch zijn er nog een hoop onduidelijkheden. In deze blog delen Mark Mallens, Bjorn Blink en Daan Luiten, verkeerskundig adviseurs bij Mobypeople, hun kijk op fietsstraten.
Het hele gesprek is te beluisteren in deze podcast.
Veiligheid en beleid
"Een fietsstraat is in principe een gewone 30 km/u weg,” zegt Daan. “Alleen zijn fietsers hier dominant aanwezig, dus dienen automobilisten meer rekening te houden met fietsers. Maar er gelden geen speciale verkeersregels op een fietsstraat. ”
Een fietsstraat heeft geen juridische status. Het verschil zit ‘m in de voorrang. Op een gewone 30 kilometer weg is die over het algemeen niet geregeld, terwijl op een fietsstraat de fietser meestal voorrang heeft. Meestal, want dat kan verschillen per gemeente.
Inrichting
De inrichting van de weg wijst automobilisten erop dat ze te gast zijn. Mark: “Als je niet duidelijk ziet dat het een fietsstraat is, dan kun je niet van de automobilist verwachten dat die bepaald gedrag vertoont.”
“Ik kom nog regelmatig straten tegen waar maar een deel van de drie CROW-richtlijnen is toegepast. Dan kun je eigenlijk niet echt spreken van een fietsstraat. Het blijft onduidelijk. Voor fietsers, maar ook voor andere weggebruikers en voor bewoners.”
Bjorn: “Fietsstraten zijn een relatief nieuw concept binnen de verkeerswereld, daardoor zijn er nog veel verschillende vormen te zien. Dat maakt het uitdagend voor gemeenten om er goed mee om te gaan.”
Multi-interpretabel
Het nadeel aan de CROW-richtlijnen is volgens Daan dat ze multi-interpretabel zijn. “Er zijn in Nederland misschien wel honderd verschillende inrichtingen van fietsstraten. Binnen een stad zie je variaties en diverse inrichtingen. Dan is het voor een weggebruiker niet altijd duidelijk wat de bedoeling is. Dat komt de veiligheid niet ten goede.”
Als voorbeeld noemt Daan het rode asfalt, een van de richtlijnen voor een fietsstraat. “Daardoor voelt een fietser zich thuis op die weg, waant zich veilig en houdt wellicht minder rekening met ander verkeer. Terwijl er dus wel ander verkeer kan zijn, het is geen fietspad. De weginrichting moet dat duidelijk maken, alleen rood asfalt is niet voldoende.”
Daarbij komt dat rood asfalt niet altijd gebruikt kan worden. In een historische binnenstad kun je niet zomaar asfalt aanleggen, in welke kleur dan ook.
Middel en doel
Fietsstraten zijn populair in de politiek, zo blijkt in de praktijk. De fietsstraat wordt dan een doel op zich. Terwijl het een middel is om het uiteindelijke doel te behalen: een veilige fietsverbinding maken.
Politieke ambities kunnen er soms ook toe leiden dat op onlogische plekken een fietsstraat wordt aangelegd. “Het is lastig met een fietsstraat iets af te dwingen wat in de praktijk helemaal niet haalbaar is,” legt Mark uit. “Als er fors meer auto’s rijden dan fietsers moet je je afvragen of het de juiste plek is voor een fietsstraat. Ik zie het meer als een formalisering van een bestaande situatie. Als er op een route al veel fietsverkeer is, is een fietsstraat een logische stap.”