CROSS-tool helpt wegbeheerder én politie

donderdag 14 maart 2019
timer 4 min
Wegbeheerder en politie zijn vaak het eerste aanspreekpunt bij klachten over verkeersveiligheid. 'Er wordt te hard gereden bij de school van mijn kinderen', bijvoorbeeld. Vaak wordt dan een oplossing verwacht. Hoe ga je daarmee om? En hoe stel je prioriteiten?

Door: Lisette Ruis (VIA)


Een gemeenteambtenaar zal onderzoeken of vaker over de locatie geklaagd wordt, overleg met de politie plegen of snelheidsmeters ophangen. Maar, als duidelijk is dat er inderdaad te hard gereden wordt, wat dan? Is dat een reden om een maatregel te nemen? Misschien zijn er wel andere wegen in de gemeente waar ook te hard gereden wordt en waar slachtoffers vallen. Hoe stel je prioriteiten?

 

CROSS staat voor Clusters van Risico’s op basis van Ongevallen- en Snelheden Statistiek. De tool bestaat uit een interactieve kaart van het Nederlandse hoofdwegennetwerk waarbij ieder traject op basis van de ongevallen- en snelheidsrisico’s een prioritering krijgt (zie de afgebeelde kaart). Zo is in één oogopslag duidelijk welk traject met voorrang om een maatregel vraagt. De aandacht kan daarmee gericht worden op trajecten waar structureel te hard gereden wordt én waar al ernstige ongevallen hebben plaatsgevonden. De wegbeheerder of politie kan er tevens vragen van burgers snel en eenduidig mee beantwoorden en met cijfers onderbouwen. Ook is het geschikt om te komen tot een risicogestuurde aanpak van verkeersveiligheid, zoals geadviseerd in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) 2030. 

 

De nieuwe tool prioriteert trajecten en geeft onderbouwd antwoord op vragen vanuit de politiek, instanties én burgers over onveiligheid als gevolg van te hard rijden.

Rood, oranje, geel en groen

Achter de prioritering van de trajecten zit een verkeerskundige methode. Deze methode combineert per traject het snelheidsrisico met het ongevalsrisico. Het systeem berekent het snelheidsrisico op basis van Floating Car Data (FCD) van HERE. Deze data bestaan uit snelheidsgegevens (het aantal hardrijders én hun gereden snelheid), gemeten door de gps-systemen in deze voertuigen. De gemeten snelheden geven een realistisch beeld van de werkelijkheid. Waar plaatselijke snelheidsmetingen een momentopname bevatten, bevatten FCD gegevens over het gehele gereden traject. De snelheid van voertuigen zonder gps-systeem wordt weliswaar niet meegenomen, maar de metingen zijn afkomstig van een grote diversiteit aan verkeersdeelnemers zodat voldoende gevarieerde data verzameld worden. 

Het ongevalsrisico wordt berekend aan de hand van de STAR-Database (Smart Traffic Accident Reporting). Vanaf 2014 houdt deze database onder meer politieregistraties bij van voor snelheid relevante ongevallen. Dit zijn ongevallen met ten minste één motorvoertuig én waarvan de exacte locatie bekend is. Dat betekent dat auto-auto- en eenzijdige auto-ongevallen zijn meegenomen maar bijvoorbeeld ook auto-fiets-ongevallen. Het systeem gebruikt voor het ongevalsrisico de verkeersintensiteit uit de FCD van HERE. Vervolgens wordt het ongevalsrisico met het snelheidsrisico per traject gecombineerd in een ‘prioriteitenmatrix’. Zo krijgt ieder traject een eigen prioriteit (rood, oranje, geel of groen, zie afbeelding matirx), wat op de CROSS-kaart terug te vinden is. 
 
Door de combinatie van het ongevalsrisico met het snelheidsrisico is een nieuwe database gecreëerd die de basis vormt voor de CROSS-kaart. Slimme algoritmes zorgen ervoor dat de data automatisch gekoppeld worden en er een betrouwbaar en eenduidig beeld ontstaat. Door dit ‘voorwerk’ bij het bepalen van de prioritering is er geen verkeerskundige of ICT-kennis vereist om de kaart te kunnen interpreteren en een maatregelrichting te kiezen. Ook voorziet de kaart in detailinformatie. Door in de kaart te klikken op een traject zijn meerdere relevante data te raadplegen (zoals de ongevalsdichtheid, de V85 en het aantal ongevallen met gewonden en doden). Ook is direct zichtbaar hoe de veiligheid van het geselecteerde traject zich verhoudt ten opzichte van alle trajecten in Nederland.

 

In de prioriteitenmatrix wordt het ongevalsrisico met het snelheidsrisico per traject gecombineerd en krijgt ieder traject een eigen prioriteit (rood, oranje, geel of groen), die op de CROSS-kaart terug te zien is.

Doorontwikkeling

CROSS bevindt zich momenteel in de pilotfase. Een selecte groep van verkeersmedewerkers bij verschillende grote en kleine gemeenten, een aantal provincies, Rijkswaterstaat, CVOM en verschillende politie-eenheden gebruiken de tool om input en feedback te geven vanuit het werkveld. Ondertussen wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van CROSS. Zo zullen hoofdkruispunten en woonbuurten, omringd door het hoofdwegennetwerk, in de CROSS-kaart opgenomen worden. Het resultaat is een gebruiksvriendelijke kaart die geschikt is voor proactief beleid. CROSS helpt daarmee wegbeheerders en politie met het slim beantwoorden van vragen van burgers én met het effectief aanpakken van de onveiligheid door hardrijders. De CROSS-kaart komt voor alle wegbeheerders en politie kosteloos beschikbaar via BLIQ, de standaard verkeersveiligheidsrapportage van STAR. 
 

Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 1, maart 2019.