Fastned krijgt alsnog gelijk van de rechter

vrijdag 20 september 2019
timer 2 min
Het plaatsen van oplaadpunten voor elektrische voertuigen langs de snelweg moet, ook als aanvullende voorziening bij bestaande tankstations, wegrestaurants en verzorgingsplaatsen, via een openbare en transparante procedure verlopen. Dit heeft de rechtbank Noord-Holland bepaald. Daarmee stelt de rechtbank Fastned in het gelijk in het door het bedrijf aangetekende beroep.

In augustus ving Fastned nog bot bij de rechter. Deze zaak ging over de vergunning voor een laadpaal bij de verzorgingsplaats Den Ruygen Hoek-West, waar ook een laadstation van Fastned is.

Beroep 

Fastned had in deze zaak beroep aangetekend. Dit gaat om de vergunningverlening voor losse laadpunten als aanvulling bij - in dit geval - een restaurant. De rechtbank Noord-Holland verklaard het beroep gegrond.

Rijkswaterstaat ziet een verschil tussen een oplaadpunt als basisvoorziening, zoals bij de oplaadstations van Fastned het geval is, en oplaadpunten als extra voorziening naast het leveren van brandstof of als voorziening bij wegrestaurants.

 Onvoldoende gemotiveerd

In 2012 zijn de vergunningen voor oplaadstations met als basisfunctie 'elektrisch opladen' via een openbare procedure verlopen. Voor de losse laadpalen bij bestaande tankstations en wegrestaurants geldt dit niet; hier zijn de vergunningen niet in een openbare procedure verleend.

De rechtbank Noord-Holland vindt dit onderscheid onvoldoende gemotiveerd en stelt dat derden mee moeten kunnen dingen naar de vergunning voor het plaatsen van elektrische laadpunten als aanvullende voorziening.

Bron: Verkeerskunde