Met MaaS tot structureel ander reisgedrag komen

vrijdag 19 juni 2020

In de nog redelijk jonge wereld van MaaS timmeren platforms, providers en transport operators aan de weg. Goede governance en opschaling lijken het ideale recept om reizigers te bewegen tot structureel ander reisgedrag.  

Door de coronacrisis lopen de meeste landelijke MaaS-pilots vertraging op, maar dat betekent niet dat ze stilstaan. Zo richt het platform Gaiyo (afgeleid van het Japanse woord voor ‘overzicht’) van Innovactory zich in Utrecht Leidsche Rijn op de consumentenmarkt.
Projectleider Steven Hendriks: “Daarin zien wij veel potentie. Vanuit spitsmijdenprojecten hebben wij veel ervaring met gedragsverandering. Het belonen van mensen is een manier om gedrag te veranderen. Maar wat nou als je mensen aan het denken kunt zetten om wellicht een ander vervoermiddel te kiezen, zodat ze die spits kunnen mijden? Dat kan helpen de bereikbaarheid van Leidsche Rijn te vergoten.”

Het consortium Amaze (Transdev, Radiuz, Over Morgen en Amber) omarmt op de Amsterdamse Zuidas juist de zakelijke markt. Projectleider Edvard Hendriksen van Over Morgen: “Zuidas is goed bereikbaar via de A10, het treinstation en Schiphol. Dat willen de werkgevers graag zo houden, en daarom willen ze graag meewerken aan de MaaS-app. Door met hen afspraken te maken kunnen we snel grote volumes creëren. Zo gaan we bijvoorbeeld een beloningsstructuur creëren, om werknemers te stimuleren de spits te mijden en duurzamer te reizen.”

Waar de ene provider bewust focust op één doelgroep in één pilot, kiest de andere juist voor spreiding. Zoals TURNN, onderdeel van InTraffic, dat meedoet aan de pilots Limburg en Eindhoven én samenwerkt met Qbuzz in de concessie Groningen-Drenthe
Directeur Dirk Grevink: “We zien twee stromen ontstaan met MaaS: vanuit de pilots van IenW en vanuit de ov-concessies. Met TURNN kunnen en willen we beide stromen bedienen met een brede oplossing.”

Ook Tranzer, voortgekomen uit Lynxx, richt zich op spreiding. Het bedrijf doet als partner mee aan de pilots in Eindhoven, Limburg, Twente en Rotterdam-Den Haag en gebruikt daarbij niet de eigen app, die het al drie jaar heeft, maar verzorgt als wholesale MaaS-platform de ticketing in apps van derden.
Business Development Manager Paul Haarman: “Via onze eigen app merkten we dat we vooral incidentele reizigers bereikten, zoals toeristen. Maar via apps van vervoerders en platforms bereiken we de reguliere reizigers. Wij gaan waar de klant ook heengaat. Zo werken we ook samen met 9292, daar zijn de reizigers al. Ook veel vervoerders houden het liefst hun eigen apps.”

Een open API

Nu de lancering van veel apps binnen de pilots nog op zich laat wachten en er nog niet volop reizigersdata worden binnengehaald, worden de apps wel technisch doorontwikkeld. Vooral de governance staat daarin centraal. Het ministerie van IenW ontwikkelt momenteel een standaard API (Transport Operator MaaS Provider, TOMP) voor alle deelnemers aan de pilots.

Het idee van deze standaard is dat (nieuwe) deelvervoerders makkelijker kunnen aansluiten op het MaaS-ecosysteem, doordat de systemen van de vervoerders, serviceproviders of appontwikkelaars via dezelfde ‘taal’ met elkaar communiceren. Dat moet voor een transparant en uniform systeem zorgen, waardoor nieuwe deelvervoerders makkelijker kunnen aansluiten.

De werkgroep TOMP API bestaat al sinds begin 2019. Daarin zitten verschillende marktpartijen en overheden. Jef Heyse, directeur bij Radiuz en partner van Amaze, zit daar al vanaf het begin bij. Alle deelnemers vanuit de MaaS-pilots moeten van het ministerie deze standaard voor 31 oktober hebben doorgevoerd. “Bij de aanvang in 2019 hebben we die standaard meteen omarmd en besloten een eigen app te bouwen voor Amaze. Dat scheelt nu enorm. Sommige andere bedrijven hadden al een app voordat deze standaard bestond, die moeten nu de bestaande app aanpassen.”

Meer lezen? Het hele artikel lees je op ovmagazine.nl.