Ongevallendata doen er weer toe

woensdag 26 april 2017
timer 5 min
Ons traditioneel proactieve verkeersveiligheidsbeleid bracht Nederland in de top 3 van meest veilige landen. Maar na een succesvolle periode nam onze kritische aandacht af, ook wel het 'Kodak-effect' genoemd: zo succesvol dat je vergeet naar de toekomst te kijken. Nu het STAR-project begint te werken, lijkt de weg weer vrij voor proactief verkeersbeleid. Nu wel met veel slimmere en objectieve ongevalsdata.

De onderbouwing voor dit artikel, inclusief verwijzingen naar eerder gepubliceerde artikelen over STAR, vindt u in deze rapportage.

 

In Nederland waren we zo aan dalende verkeersonveiligheid gewend, dat het steeds minder aandacht kreeg. Niet bewust, maar met kleine stapjes. Met name het inperken van de ongevallenregistratie heeft, blijkt nu, veel impact gehad. In de periode 2009-2012 beschikten we over zó weinig ongevalsinformatie, dat geen gemeente of politieregio meer wist hoe veilig of onveilig het werkgebied was, laat staan welke oorzaken er speelden bij ongevallen.

 

Een zorgelijke situatie, juist nu het landelijk aantal ziekenhuisgewonden al sinds 2006 stijgt en zélfs het aantal verkeersdoden meer dan eens een stijging laat zien. Het continu blijven meten van de aantallen en typen ongevallen is een randvoorwaarde voor wegbeheerders en politie om ook regionaal en lokaal op verkeersveiligheid te kunnen sturen.

Verbeterde ongevallenregistratie

STAR, Smart Traffic Accident Reporting, is een initiatief van de Nationale Politie, Verbond van Verzekeraars en verkeerskundig ICT-bureau VIA en richt zich sinds eind 2012 op de noodzaak van een structureel slimme ongevalsregistratie. De oplossing is gevonden in een stapsgewijze verbetering van de registratie van ongevallendata en het toegankelijk maken van deze ‘STAR-data’ voor wegbeheerders en politie. Dit heeft naast een verbeterd ongevallenregistratiesysteem bij de politie geleid tot de publieke app MobielSchadeMelden.nl, waarmee ook gegevens van ongevallen via verzekeraars beschikbaar komen. Het STAR-streven is om in 2020 gedetailleerde gegevens te hebben van zo’n 200.000 relevante ongevallen per jaar (50 procent van het totale aantal van 400.000 geschatte ongevallen). Er vinden natuurlijk altijd meer ongevallen plaats, maar dit zijn relevante streefaantallen om lokaal de veiligheid goed mee in kaart te brengen.

Wat is de stand van zaken?

Voor 2017 staat een update van de app MobielSchadeMelden.nl gepland. Hiermee wordt het onder meer mogelijk om deze app te integreren in apps van verzekeraars, leasemaatschappijen en andere stakeholders. Zo kan de app - eventueel onder een andere (organisatie)naam - nog meer doelgroepen bereiken. De ‘start-app’ laat nog beperkte, maar wel stijgende aantallen zien (momenteel zo’n 800 per maand).

Hoe komt het dat het aantal verkeersslachtoffers nog niet daalt?

Een van de redenen is dat wegbeheerders - mede door het ontbreken van goede lokale ongevallencijfers - de afgelopen jaren meer gebruik zijn gaan maken van een alternatieve informatiebron: klachten van bewoners (veelal over subjectieve verkeersveiligheid). Met als logisch gevolg een maatregelpakket dat gericht is op kleinschalige maatregelen, zoals oversteekvoorzieningen.

Zijn de STAR-data geschikt om de huidige situatie te monitoren?

De politie hanteert sinds drie jaar een nieuwe, consistente werkwijze. Aan de hand van een voorselectie bij de meldkamer wordt besloten of de politie naar het ongeval toegaat. Is dat het geval, dan wordt een KenmerkenMeldingPlus opgemaakt die terug komt in het STAR-ongevallenbestand. De cijfers over 2014 zijn door deze herlevering nu voldoende compleet, de locatiebepaling is gedetailleerder en er is een groot aantal extra kenmerken beschikbaar voor monitoring en trends.

Kanttekening bij BRON

Kanttekening bij analyses op basis van het gebruikelijke BRON-bestand (Het Bestand geRegistreerde Ongevallen Nederland) is dat er steeds meer bronnen aan worden toegevoegd, zoals gegevens van berger. Nieuwe STAR-software ‘ontwart’ de BRON-bronnen, waardoor toch trendanalyses mogelijk zijn met dit bestand.

Hoe werken de wegbeheerders en politie met STAR-data?

De politie werkt met een Regionaal Handhavingsplan op basis van verkeersveiligheidsanalyses. De wens is dit plan te integreren in een Regionaal Integraal Verkeersveiligheidsplan. Het werken met het STAR-ongevallenbestand maakt het mogelijk dat gemeentebestuur, OM en politie (driehoeksoverleg) met dezelfde cijfers werken.

Hoe bewust zijn gemeenten van objectieve verkeersveiligheid?

Er blijkt af en toe koudwatervrees om verbeterde ongevallencijfers aan het gemeentebestuur te rapporteren. Een gemiste kans. Betrouwbare objectieve data helpen juist om meer aandacht en meer financiële middelen te verkrijgen voor de aanpak van objectieve verkeersveiligheid. Bovendien is het noodzakelijkheid om het tij van stijgende aantallen te keren. In samenwerking met Metropoolregio Eindhoven is daarom een regionale en gemeentelijke BLIQ ontwikkeld: ‘Blik op de weg met slimme (IQ) data’. BLIQ geeft een overzicht van de objectieve regionale en gemeentelijke verkeersveiligheid en is geschikt om aan het gemeentebestuur aan te bieden. BLIQ wordt kosteloos aan iedere wegbeheerder en regionale politie-eenheid aangeboden. Daarnaast publiceert STAR de actuele cijfers vanaf medio mei op een publieke kaart (star-verkeersongevallen.nl). Daarmee ziet de burger beknopt dezelfde informatie op de kaart als de wegbeheerder en politie, met dat verschil dat politie en wegbeheerder kunnen ‘doorklikken’ voor detailanalyses. Dit moet de aandacht van burger en politiek voor objectieve verkeersveiligheid versterken.

Door Erik Donkers, VIA, Egbert-Jan van Hasselt, Politie, Tjeerd Wierda, Verbond van Verzekeraars. Dit artikel is afkomstig uit Verkeer in Beeld 2/2017.

Lokale ongevalsdata zouden meer aandacht en budget moeten opleveren voor verkeersveiligheidsmaatregelen op basis van objectieve ongevalsgegevens.