Strijd om laadstations barst los: "Dit is oneerlijke concurrentie"

woensdag 13 december 2017
timer 4 min
Shell wil oplaadvoorzieningen aanbieden bij haar benzinestations, waar Fastned dat ook al doet. Daarom stapte Fastned naar de rechter. “Dit is oneerlijke concurrentie”, zegt Fastned-woordvoerder Kyra Hartlief. Shell zegt echter niets verkeerd te doen. Hoe zit dit precies?

In 2012 schreef Fastned zich in op een aanbesteding van Rijkswaterstaat, om oplaadstations voor elektrische auto’s langs Nederlandse snelwegen aan te bieden. “Benzinestations, zoals Shell, hadden toen geen interesse”, stelt Hartlief. Zes partijen, waaronder Fastned, schreven zich wel in.


Fastned kreeg de concessie voor 201 locaties. De concessies hebben een looptijd van vijftien jaar. Maar amper zes jaar later wil Shell nu ook oplaadvoorzieningen aanbieden langs de snelwegen. En concessieverlener Rijkswaterstaat vindt dat goed.


Hartlief: “De rechten zijn vijf jaar geleden verdeeld en terwijl onze concessie nog loopt, krijgt Shell nu alsnog via de achterdeur een vergunning. Dat vinden wij oneerlijk.” En dus stapte Fastned naar de rechter.

De Shell-shift

In een reactie laat Shell-woordvoerder Tim Kezer weten dat de benzinepomphouder inmiddels een actieve rol wil spelen in de transitie van het Nederlandse energiesysteem. “Elektrische mobiliteit is hier een voorbeeld van. Samen met IONITY rollen we een Europees snellaadpuntennetwerk uit. En Shell nam recent het bedrijf NewMotion over.” Saillant detail: NewMotion schreef zich in 2012 wél in op de concessie.


Volgens Kezer mag Shell gewoon laadpunten aanbieden, ondanks dat het in 2012 niet meedong naar de concessie voor laadpunten als basisvoorziening. “Dat was ook niet nodig, omdat het altijd al mogelijk was een vergunning te krijgen voor laadpunten als aanvullende voorziening bij bestaande benzinestations.” Het overheidsbeleid is volstrekt helder, stelt hij.

Spreiding

We vinden het prima dat Shell laadvoorzieningen wil aanbieden, gaat Hartlief verder, maar laat het ze het dan niet doen op locaties waar al een laadstations staat. “Door laadvoorzieningen meer te spreiden, stimuleer je de energietransitie. Waarom concurreren op zo’n kleine markt? Twee benzinestations op één locatie mogen ook niet, dus waarom dan wel twee laadvoorzieningen?”


Kezer laat weten in eerste instantie een snellaadnetwerk bij Shells eigen bezinepomplocaties uit te willen rollen. “We willen onze klanten zo goed mogelijk bedienen. Het aanbieden van laadfaciliteiten past hier bij. Tijdens het laden kunnen onze gasten genieten van goede koffie, gratis wifi, schone toiletten en verse broodjes.”

Gelijke rechten

En als je dan toch twee laadstations per locatie toestaat, doe het dan op basis van gelijke rechten, stelt Hartlief. “Dus als Shell laadvoorzieningen mag aanbieden, willen wij ook een broodjes en koffie kunnen aanbieden.” Kezer in een reactie: “Dat is niet aan de orde, omdat het overheidsbeleid hier niet in voorziet”.


Los van de zaken tegen Shell, strijdt Fastned dan ook tegen concessieverlener Rijkswaterstaat. Die overkoepelende zaak start in januari 2018. Ondertussen voert Fastned per locatie procedures over het aanbieden van laadvoorzieningen. “In dit geval is dat tegen Shell, maar het had net zo een andere oliemaatschappij kunnen zijn”, aldus de Fastned-woordvoerder.

Eerste zaken

In de zaak ‘de Hackelaar’ op de A2 bij Muiden mag Shell overigens vier oplaadvoorzieningen gaan bouwen van de rechter, schreef NOS. De zaak werd als niet ontvankelijk verklaard. “Voor deze locatie hebben we al sinds december 2011 een vergunningsaanvraag lopen maar deze wordt steeds vertraagd door Rijkswaterstaat Maar onze aanvraag lag al die tijd wel op de plank, daarom overwegen we in hoger beroep te gaan”, aldus Hartlief.


Woensdag 13 december diende een tweede rechtszitting, over de locatie ‘De Andel’ op de A12 nabij Gouda. Ook hier wil Shell oplaadvoorzieningen realiseren, waar Fastned het niet mee eens is. “Daar was de vergunning al wel uitgegeven en hebben we al een jaar een snellaadstation operationeel, dus hopelijk neemt de rechter de zaak inhoudelijk in behandeling”, aldus Hartlief. “We zien die uitspraak met vertrouwen tegemoet.”