Blog: Garage te klein? Helaas… geen vergunning

donderdag 8 december 2016
timer 3 min
Onlangs heb ik in een dossier dat ik in behandeling heb voor een verzekerde, een uitspraak ontvangen van de Rechtbank te Amsterdam. Het gaat over een parkeer- of bewonersvergunning in Amsterdam-Slotervaart op een locatie waar cliënten ook beschikken over eigen parkeergelegenheid. Althans, als we de krappe parkeergarage aanmerken als parkeergelegenheid.

De cliënten hadden al enkele jaren een bewonersvergunning voor parkeren langs de openbare weg. Op enig moment heeft Stadsdeel (Nieuw-)West besloten de bewonersvergunning van cliënten niet langer te verlengen omdat zij beschikken over een parkeergelegenheid aan huis; in de vorm van een garage die aan het huis vastzit. De gemeente stelt zich daarmee op het standpunt dat de gemeentelijke parkeerverordening dan niet langer toestaat om een bewonersvergunning te verkrijgen tenzij het om een tweede auto gaat. Wij hebben toen bezwaar aangetekend tegen die intrekking waarna de gemeente Amsterdam de bezwaren ongegrond heeft verklaard.


Garage te krap voor gezinsauto

Tegen die beslissing op bezwaar zijn wij in beroep gegaan bij de Rechtbank Amsterdam waarbij wij ons met name op het standpunt hebben gesteld dat die garage te krap was om hun voertuig van normale afmetingen in te parkeren. De auto paste er wel in, maar dan kon men niet uitstappen. Zij hebben geen SUV-voertuig waarvan bekend is dat die niet altijd in een garage passen. Hun woning dateert van eind jaren vijftig. En bij veel woningen in de straat is de garage al (tientallen) jaren geleden omgebouwd tot bijkeuken, werkruimte, enzovoorts. Kennelijk was toen al de garage te klein voor het oorspronkelijke doel. 


Hedendaagse maatstaven

Volgens de bouwregelgeving uit die tijd was de garage qua afmetingen in orde, maar is deze garage te krap naar de hedendaagse maatstaven die bijvoorbeeld in de gemeentelijke bouwverordening zijn opgenomen en waaraan een parkeergelegenheid moet voldoen als die nieuw bij een woning zou worden gebouwd. 

Uiteindelijk heeft de Rechtbank de lijn gekozen die eerder al is ingezet in uitspraken in hoger beroep door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag, namelijk dat een gemeente de bewonersvergunning niet hoeft te verlengen of juist mag intrekken indien in de parkeerverordening is geregeld dat geen aanspraak kan worden gemaakt op een dergelijke vergunning indien men beschikt over eigen parkeergelegenheid. Mocht die garage te krap zijn om de auto in te parkeren, dan nóg hoeft de gemeente geen bewonersvergunning af te geven. 


Zorgwekkende ontwikkeling

Voor de woningen waar de garage ooit is omgezet in een woongedeelte (als bijkeuken of studieruimte,  bijvoorbeeld) krijgt men wel een bewonersvergunning. Maar de gemeente heeft tijdens de zitting bij de Rechtbank laten weten dat ze van plan is ook daar een eind aan te maken. Dat lijkt een zorgelijke ontwikkeling, zeker wanneer sommige garages al tientallen jaren geleden zijn omgebouwd tot woonruimte. Wanneer dit zou doorgaan, dan is dat niet bepaald een vorm van betrouwbaar openbaar bestuur te noemen en zou het alleen maar een verschuiving van een al dan niet bestaand parkeerprobleem betekenen. Of de gemeente verwacht van bewoners dat men de woonruimte weer ombouwt tot parkeergarage.


Praat mee op LinkedIn

Is deze uitspraak inderdaad zorgwekkend? Praat mee op de LinkedIn groep van PARKEER24.


 Auteur: Steven GeerlinkSRK rechtsbijstand

De gezinsauto past niet in de garage (Stockfoto)