Blog: Gebruiksruimte in het omgevingsplan

vrijdag 19 augustus 2016
timer 4 min
Deze zomer is meer duidelijkheid gekomen over het omgevingsplan, de opvolger van het bestemmingsplan. Op 1 juli is namelijk het omgevingsbesluit* vrijgegeven voor consultatie. Vooral de toelichting bij dat omgevingsbesluit geeft inzicht in de afwegingsruimte die gemeenten krijgen bij het inrichten van hun grondgebied via het omgevingsplan. Duidelijk is dat mobiliteitsbeleid straks geen sectorale aangelegenheid meer is, maar een bouwsteen in de ruimtelijke ontwikkeling, economie en milieu van een gemeente. Eigenlijk precies zoals de inwoners van een gemeente naar mobiliteit kijken.

Het omgevingsbesluit introduceert het begrip ‘gebruiksruimte’. De gebruiksruimte is de optelsom van geboden en verboden voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. Niet alleen de term gebruiksruimte is nieuw, ook de invulling van dat begrip is even wennen. Er kan straks in een omgevingsplan een stuk meer geregeld worden dan nu met bestemmingsplannen en vergunningen.

 

Verplichtingen in het omgevingsplan

Nieuw is bijvoorbeeld de mogelijkheid om niet alleen verboden in een omgevingsplan op te nemen, maar ook geboden en verplichtingen. Dat biedt ongekende kansen voor beleid. Een voorbeeld is een verplichting om te parkeren op eigen terrein wanneer dat kan. Nu is de mogelijkheid om op eigen terrein te kunnen parkeren hooguit een uitgangspunt bij de berekening van het parkeerareaal, of een factor die meeweegt bij het vergunnen van parkeerplaatsen.  Een ander voorbeeld is dat voor huizenbezitters en huurders voorschriften kunnen gelden voor beplanting in hun tuin. De wetgever denkt dan vooral aan maatregelen in het kader van waterbeheer (minder tegels in de tuin), maar als de bevoegdheid eenmaal bestaat kan die uiteraard ook gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals het verbeteren van het uitzicht op kruispunten door inwoners te verplichten beplanting in voortuinen laag te houden. Dergelijke verplichtingen zijn nu niet mogelijk omdat men algemeen van mening is dat die een inbreuk vormen op het ‘ongestoord genot van eigendom’ zoals dat door Europees recht gegarandeerd wordt. Het is dan ook serieus de vraag of dit aspect van de omgevingswet stand houdt bij de rechter. Maar tot die tijd moeten we ervan uitgaan dat de wet het mogelijk maakt.

 

Open normen

Ook nieuw is het gebruik van zogeheten open normen. Voor een inrit kan bijvoorbeeld gelden dat die is toegestaan mits de eigenaar van het terrein kan aantonen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt. Hoe hij dat aantoont moet die eigenaar zelf bepalen. Ander voorbeeld: een gemeente kan voor een schoolomgeving als voorschrift opnemen dat de verkeerssituatie zodanig moet zijn ingericht dat kinderen tot 12 jaar daarin veilig kunnen vertoeven. Hoe die situatie er dan precies uitziet, staat niet in het omgevingsplan zelf. Met een open norm wordt dus de norm omschreven zonder de inhoud van die norm te fixeren. Specifieker: het omgevingsplan bepaalt of een functie toelaatbaar is, niet op welke wijze.

 

Invullen met beleidsregels

Het gebruik van open normen geeft veel vrijheid aan gemeenten om functies toe te delen aan gebruiksruimten. Open normen kunnen namelijk ingevuld worden via beleidsregels. En omdat inwoners geen bezwaar kunnen maken tegen beleidsregels, zijn die eenvoudig en snel aan te passen mocht dat wenselijk zijn. In het voorbeeld van de inrit zou het begrip verkeersveiligheid nader omschreven kunnen worden in een beleidsregel, zodat de terreineigenaar die een inrit wil aanleggen in de beleidsregel kan nalezen hoe hij kan aantonen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt. In het voorbeeld van de schoolomgeving kan verwezen worden naar een beleidsregel waarin staat dat de beoordeling van een verkeerssituatie rond scholen moet worden overgelaten aan een ‘erkend specialist’. Wie zich zo’n erkend specialist mag noemen, kan vervolgens ook in een beleidsregel voorgeschreven worden, bijvoorbeeld door te verwijzen naar een lijst specialismen die is opgesteld door een gerenommeerd instituut als SWOV of CROW.


Kernvraag

Er is nu een raamwet en er zijn 4 AmvB’s die nu ter consultatie vrijgegeven zijn. Met toelichtingen erbij is dat pakket regelgeving nu al goed voor zo’n 3000 pagina’s A4. Dan komen er nog een invoeringswet en een overgangsregeling. We zijn er nog niet, maar het begin is er. Gaandeweg wordt duidelijk dat de omgevingswet uitdagende mogelijkheden biedt om het fysieke grondgebied van een gemeente in te richten. De kernvraag bij die inrichting is: hoe willen we hier leven? En dat is zeker niet alleen een vraag die vanuit ruimtelijke ordening moet worden beantwoord. Ook verkeerskundigen moeten hun bijdrage gaan leveren aan het beantwoorden van die vraag.

 

*Kijk hier voor het omgevingsbesluit>>