Btw heffen op straatparkeren: zin of onzin?

dinsdag 29 november 2016
timer 4 min
Het heeft enkele weken geduurd, maar toen de uitspraak van de Arnhemse rechter doordrong, was het meteen nieuws. Zou een gemeente die via betalen parkeren reguleert, bezig zijn als ondernemer?

Door Eric Stuyfzand (Spark)

Algemeen belang

Van oudsher is een parkeerplaats een onderdeel van de openbare weg. Sinds Nederland in de jaren 30 de laatste tolheffing afschafte, zijn we er aan gewend dat de overheid de weginfrastructuur voor haar rekening neemt ter algemeen belang. De btw die de overheid over de kosten van wegen betaalt, wordt niet afzonderlijk als btw aan de weggebruikers doorbelast. Een ondernemer kan ook geen btw aftrekken over de door hem betaalde motorrijtuigenbelasting. Zo dus ook bij parkeren, zolang de kosten hiervan verwerkt zijn in de kosten van alle weginfrastructuur is er niets aan de hand.

 

Maar wat nu als er veel meer vraag naar parkeerplaatsen is dan aanbod? Met als gevolg dat de mensen voor wie de plaatsen bestemd zijn, niet meer kunnen parkeren? Daar ligt de basis van betaald parkeren op straat: een instrument om ervoor te zorgen dat de parkeerplaatsen op een maatschappelijk aanvaardbare wijze worden gebruikt.

Weginfrastructuur

Als er te weinig parkeerplaatsen zijn, ontstaat natuurlijk behoefte om meer parkeerplaatsen aan te leggen (het is niet anders dan bij wegen: meer files leiden tot behoefte aan meer asfalt). En dat is kostbaar, zeker als daarvoor parkeergarages gebouwd moeten worden. Is het bouwen van parkeergarages een algemeen belang? Als het antwoord op die vraag 'ja' is, kan de gemeente parkeergarages bouwen en de parkeerplaatsen daarin ruim onder de kostprijs aanbieden aan de mensen voor wie deze bestemd zijn. Net zoals bij veel andere voorzieningen die geacht worden in het algemeen belang te zijn, zoals sportaccommodaties of scholen. In deze gedachte zien we de parkeerplaats als onderdeel van de weginfrastructuur. Velen zijn die mening toegedaan: een parkeerplaats hoort bij de weg, daarvoor hebben we al betaald en parkeren hoort dus gratis (en zo niet, dan toch op z’n minst heel laag geprijsd) te zijn. In deze benadering is geen ruimte voor particuliere ondernemingen die parkeerplaatsen exploiteren. Helder.

Maar zo makkelijk is het natuurlijk niet. Want wat is nu eigenlijk het algemeen belang van het in beslag nemen van 10m2 kostbare ruimte voor je geparkeerde auto, zonder dat je daarvoor de echte kosten draagt? Dat leidt tot onevenwichtige belangenafweging en overconsumptie. Terwijl de auto, hoe belangrijk ook, toch echt geen eerste levensbehoefte is. Er valt eerder iets te zeggen voor de stelling dat het algemeen belang juist gediend is met het toerekenen van de werkelijke kosten. Want het is dat verschil in kostentoerekening dat ontwikkeling remt. Er staan duizenden plaatsen van woningcorporaties in “bewonersgarages” leeg, omdat de huurprijs van die plaatsen enige relatie heeft met de werkelijke kosten (al gauw meer dan € 1500 per plaats per jaar). Terwijl de parkeerdruk in de openbare ruimte eromheen hoog is en elke vierkante meter onder druk staat om voor parkeren bestemd te worden. Dat is immers gratis of via een bewonersvergunning een fractie van de prijs die in de parkeergarage betaald moet worden.

Pijn

En daar zit natuurlijk de pijn: als je die openbare ruimte niet op de echte waarde schat, zal het altijd lijken alsof het in beslag nemen van 10m2 voor het privébezit van iemand zo goed als niets kost. Zó zou een ondernemer het nooit aanpakken. Dat de gemeente bij straatparkeren als ondernemer zou optreden, zoals de rechterlijke uitspraak impliceert, is onzin. De gemeente doet daar gewoon wat zij op veel andere maatschappelijke terreinen ook doet: zorgen dat voorzieningen tegen maatschappelijk aanvaardbare condities beschikbaar zijn voor wie ze nodig heeft. Een eventueel boekhoudkundig overschot gaat naar de algemene middelen en wordt langs die weg weer elders in het maatschappelijk bestel aangewend. Waaraan? Daar kan je het mee oneens zijn, maar zo werkt onze democratie.

Werkelijke waarde

Het zou dus veel beter zijn als een parkeerplaats op straat op de werkelijke waarde wordt geschat. Zo kan je een betere afweging maken tussen parkeerplaatsen en andere bestemmingen in de openbare ruimte en zorgen voor een verantwoorde inbedding van de geparkeerde auto in onze leefomgeving. Het is hoog tijd om straatparkeren uit de belastingsfeer te halen en in plaats daarvan een modern instrument te ontwikkelen om schaarse parkeerruimte te verdelen en kosten door te berekenen. Wat dat betreft zou de overheid best wat ondernemender kunnen zijn. Zo bezien is de discussie over btw op straatparkeren meer dan welkom.

Op de hoogte blijven? Volg Spark op Twitter & LinkedIn.