'Vertrouw de automobilist'

dinsdag 24 juni 2014
timer 4 min
95 Procent van de Nederlandse automobilisten vindt zichzelf een bovengemiddeld goede chauffeur. Overschatting is dus niet alleen een risico, het is zelfs een feit. En toch stel ik dat we de automobilist meer moeten vertrouwen bij de keuzes die we in de verkeerskundige vakwereld maken; bijvoorbeeld bij wegontwerp.

Vertrouwen in de eindgebruiker

Het vertrouwen dat jij als vakspecialist in de eindgebruiker stelt, bepaalt in belangrijke mate hoe je product eruit ziet. Ik hoor de laatste jaren in de verkeerswereld termen die aangeven dat dit vertrouwen in de weggebruiker laag is. De vergevingsgezinde weg. Hufterproof ontwerpen. We nemen de weggebruiker tegen zichzelf in bescherming om tot een veilige verkeerssituatie te komen. Laten we echter niet vergeten, vertrouwen betaalt zich uit, maar wantrouwen ook. Het durven vertrouwen op de weggebruiker en het daadwerkelijk durven afstaan van verantwoordelijkheid is de sleutel naar écht duurzame veiligheid; veilig en verantwoord rijgedrag dat vanuit de mensen zelf komt.

 

Subgroepen

Ik zie gelukkig ook signalen de andere kant op. Steeds vaker onderscheiden we subgroepen met hun eigen profiel qua gedrag en behoeften, en dus ook qua benaderingswijze en maatregeltype. Senioren en elektrische fietsen. Voorlichtingscampagnes voor beginnende bestuurders. Dit zorgt er in ieder geval al voor dat niet iedereen hetzelfde pak wordt aangemeten en dat niet iedereen over één kam wordt geschoren qua aanpak van knelpunten.

 

Opkomst Shared Space

Ook de opkomst van Shared Space is een goed voorbeeld. Waarin de achterliggende filosofie van Shared Space zich onderscheidt van veel andere oplossingen is dat je als wegbeheerder ervan uitgaat dat de weggebruikers met (of sterker nog: door) een minimum aan geleiding (lijnen, lichten, regelt, tekens) zelf meer geactiveerd worden om op elkaar en op de fysieke omgeving te letten en daar hun verkeersgedrag op af te stemmen. Dat je dus weggebruikers de kans geeft om de verkeersafwikkeling zelf te regelen en er vertrouwen in hebt dat zij dat veilig en verantwoord doen.

 

Hoeveel vertrouwen?

Maar hoeveel vertrouwen mag je redelijkerwijs hebben in de doelgroep? Het wordt de vakwereld ook niet altijd makkelijk gemaakt. Volgens onderzoek vindt 95% van de Nederlandse automobilisten zichzelf een bovengemiddeld goede chauffeur. Een aanzienlijke groep overschat zichzelf dus en neemt daarmee meer risico’s dan wijs is. De Constant Risico Theorie zegt: mensen streven in hun gedrag naar de maximale mate van risico die zij acceptabel achten; zij compenseren  een lager waargenomen omgevingsrisico met een hoger risico in het eigen gedrag. Hoe kun je vertrouwen op een groep die haar eigen gedrag niet altijd even goed inschat? Dan zijn er twee hoofdrichtingen om hiermee om te gaan: a. je richt de omgeving hufterproof in of b. je richt de omgeving zo in dat de kans op zelfoverschatting verkleind wordt (en/of je communiceert een passende boodschap).

 

Balans zoeken

Het zoeken naar een balans tussen het beschermen van de weggebruiker en het afgeven van verantwoordelijkheid en vertrouwen is iets wat in iedere situatie weer expertise en maatwerk vereist. Maar waar we sowieso mee geholpen zijn is het bewustzijn dat we als vakspecialisten zelf bepalen waarheen deze balans doorslaat. In hoeverre zien we de automobilist als een afhankelijk kind dat met duidelijke regels en voorzieningen tegen zichzelf in bescherming genomen moet worden of als een volwassene die de verantwoordelijkheid pakt als je hem die aanreikt? Is het echt nodig om het ‘full package’ aan veiligheidsmaatregelen te nemen? De waarheid ligt vaak, voor zover er één waarheid is, in het midden. Neem als verkeerskundige een willekeurig project en stel jezelf de vraag: ‘Wordt mijn advies anders als ik meer of minder vertrouwen stel in de kundigheid en zelfredzaamheid van de eindgebruiker?’ Je zult jezelf verrassen door het antwoord.

 

Over Shared Space en het vertrouwen in de weggebruiker verschijnt in de juni-editie van het vakblad Verkeerskunde een artikel van Martijn van de Lindeloof.

Auteur: Martijn van de Lindeloof Adviseur Mobiliteit en Gedrag Grontmij