Woekertarieven, parkeerhufters en ander parkeerleed

donderdag 18 december 2014
timer 3 min
Parkeren is voor menig automobilist een hoofdpijndossier. Is het niet het vinden van een parkeerplaats bij huis of de wachtlijst voor een vergunning, dan zijn het wel de woekertarieven in parkeergarages, het stuitende gedrag van parkeerhufters of het gebrekkige aantal plekken in de stad.

Natuurlijk zijn er hele volksstammen die zonder problemen voor de deur parkeren. Er gaan zelfs geruchten over huizen met een eigen oprit of carport, hoewel die bij mij in Amsterdam steevast als broodje aap worden afgedaan. Nou is Amsterdam natuurlijk ook het epicentrum van parkeerproblematiek. Wie rond zes uur ’s avonds door mijn wijk loopt, is getuige van een lange stroom stapvoets rijdende automobilisten, die met een verbeten blik rondjes door de wijk cirkelen. Af en toe scheurt er iemand met een flikkering van hoop in de ogen richting een ogenschijnlijk vrije plaats, die meestal een door paaltjes, parkeerverbod of invalidenbord onbruikbare plek blijkt.

 

Mensonterend woon-parkeerverkeer

Ik heb tegenwoordig rijles (jawel), en het was waarschijnlijk het gevolg van dag in dag uit rondjes cirkelen, dat een bekakte vijftiger met glimmende bolide zich tijdens mijn fileparkeeroefening met de woorden: “U bent hier alleen wat aan het oefenen, dus ik ga hier staan”, pardoes in mijn oefenplek manoeuvreerde. Toch had ik hier te maken met iemand van de lucky few die daadwerkelijk een parkeervergunning heeft weten te bemachtigen. De stumpers die nog op de wachtlijst staan, zijn veroordeeld tot mensonterend woon-parkeerverkeer: op de fiets of met de tram naar de parkeerplek (vaak gevolgd door parkeer-werkverkeer vol file op de Ring).   

 

Overigens is dit zeker geen puur Amsterdams probleem. Ook bewoners van het centrum van bijvoorbeeld Den Bosch, Utrecht of Zwolle moeten wachten op een vergunning en zoeken zich suf naar een plek op loopafstand van huis of betalen zich scheel aan een abonnement in een parkeergarage. Want ook woekertarieven vind je op verschillende plekken. Toegegeven, zo bont als het vijf-euro-per-uur-beleid van Amsterdam Centrum maken niet veel steden het. Maar in het centrum van Amstelveen betaal je op straat vier euro per uur, met - daar komt ‘ie - een minimum én een maximum van vier uur. Oftewel, een kwartiertje parkeren kost hetzelfde als vier uur lang parkeren, namelijk zestien euro. Au.

Zwartparkeren

Een paar jaar geleden kon je nog best wegkomen met zwartparkeren, als je gewoon goed in de gaten hield of je een parkeerwachter in de straat zag. Om in dat geval een sprintje te trekken naar de parkeerautomaat. Dat is een stuk lastiger geworden, nu parkeerwachters vanuit ongemarkeerde auto’s in het geniep de nummerborden scannen. Een vriendin ondervond hiervan de consequenties toen ze besloot haar geluk te beproeven door ’s avonds zwart te parkeren bij haar nieuwe vriendje voor de deur. Ze kon haar geluk niet op toen ochtend na ochtend de gevreesde bon onder de ruitenwisser ontbrak. “Ik heb het systeem gekraakt”, jubelde ze. “De sukkels vertrouwen zo op het effect van de dreigende boete, dat er nauwelijks wordt gecontroleerd.” Tot ze op een goede morgen een verontrustende stapel enveloppen op de deurmat vond; de handhaving bleek enkel nog digitaal te geschieden. Een dure les en zonde bovendien. Want de kick van het zwartparkeren nam de hoofdpijn weliswaar niet weg, maar werkte toch wel als een stevig aspirientje.