De vraag is niet óf je fietsdata en kennis ontsluit, maar hóe

donderdag 17 december 2020

Een gesprek met Otto van Boggelen, Tour de Force-ploegleider voor het thema ‘Versterken van kennis en data-infrastructuur.’ De ambitie is groot, het team is klein, de urgentie staat buiten kijf en het gaat niet om het zelf ontwikkelen van fietsdata en kennis. De opdracht is om een ecosysteem te creëren waarin nieuwe en bestaande (inter)nationale fietsdata en fietskennis systematisch en herkenbaar worden ontwikkeld, ontsloten, gedeeld en uitgewisseld.

“We kijken dus tweeledig naar kennis én naar data. Het hoeft ook niet altijd open data of kennis te zijn, als alles maar online ontsloten wordt en daardoor makkelijk te vinden is.” Toch geen sinecure, erkent Van Boggelen, “want de ontwikkeling van fietsdata bevindt zich in tegenstelling tot data over autoverkeer nog in een embryonaal stadium. We hebben bijvoorbeeld geen landelijk dekkende fietswegkant- of floating-fiets-datasystemen.”  

Van Boggelen ziet de NDW als belangrijk ‘centraal punt’ voor het uniform ontvangen en verwerken van fietsteldata. “Deze komt nu bijvoorbeeld uit weglussen of uit camera’s, maar wordt in de praktijk vaak op verschillende manieren opgeslagen.” Decentrale overheden zouden in hun opdrachtverlening kunnen regelen dat fietstelbureaus altijd de teldata conform de standaard leveren aan de NDW, zegt de ploegleider. Intussen levert het NDW nu in stapjes de eerste gecombineerde fietsdata uit verschillende bronnen. “Een stap verder zou zijn dat decentrale overheden aan een fietstelbureau vragen om de gewenste data via NDW aan te leveren”, zegt Van Boggelen en wijst daarbij op Europese regelgeving die zegt dat je als overheid, ook fietsdata en fietsinformatie vrij moét geven. “Het is dus geen vraag of je het doet, maar hoe je het doet.”

Naast de teldata van passerende fietsers heeft de ploeg ook oog voor allerlei andere soorten fietsdata. Bijvoorbeeld over fietsparkeren, deelfietsen en fietsslachtoffers. “Zonder ingrijpen zal een groot deel van de schaarse fietsdata niet optimaal worden benut. Dat wil overigens niet zeggen dat al deze data centraal opgeslagen moet worden bij de NDW. Als de verschillende dataportals maar goed met elkaar verbonden zijn.”

Vliegwiel

Een goede ontwikkeling is het voorwaarden stellen aan data uit deelfietssystemen in gemeentelijke vergunningen, stelt Van Boggelen. “Voor verdere analyse van deze data hebben we vanuit Fietsberaad een deelfietsdashboard ontwikkeld, waarin nu de data van zo’n acht deelfietssystemen ter beschikking worden gesteld aan gemeenten. Dit geeft hen inzicht in het gebruik en de behoefte aan deelfietsen in een gebied. De dashboarddata namen een vlucht toen Rotterdam als grote gemeente het vrijgeven van data als voorwaarde opnam in de vergunning voor deelfietssystemen. Andere steden volgden. “Het blijkt dus de kunst om een vliegwiel op gang te brengen”, concludeert Van Boggelen.

Klein team, groot netwerk

De ploegleider noemt de namen van zijn kleine team, omdat hun functies en netwerken “aangeven in welke richtingen we werken.” Naast Van Boggelen vanuit Fietsberaad zijn dat Lucas Harms, directeur van Dutch Cycling Embassy voor de internationale component, Rick Lindeman, ‘wegkapitein fietsdata’ die zich binnen Rijkswaterstaat  en het ministerie van Ienw bezighoudt met Talking Bikes, Hugo van der Steenhoven die de kennis inbrengt van het SURF- onderzoeksprogramma Smart Cycling Futures en Joost de Kruijf, lector bij BUAS die aan de wieg stond van de  fietstelweek en van vele latere vormen van fietsdatatelsystemen.

Naast het ontsluiten van fietsdata heeft het team een vergelijkbare opgave op het gebied van fietskennis. Dit traject richt zich bijvoorbeeld ‘dicht bij huis’ op het uitwisselen van kennis uit de verschillende ploegen. “Dat doen we sinds de coronamaatregelen, in digitale kenniscafés. Vanuit deze cafés kijken we ook samen naar de toekomst, wat bijvoorbeeld een onderzoeksagenda kan opleveren.”

Kennisveld

Daarnaast verkent het team het (inter)nationale kennisveld en inventariseert welke partijen er actief zijn. Hoe zijn ze georganiseerd? Zijn ze gesubsidieerd of commercieel? Welke kennis wordt binnen die partijen ontwikkeld en hoe wordt dat ontsloten? “Dit moet een plaatje opleveren op basis waarvan we ook de toekomstige kennisbronnen zeker kunnen stellen of beter kunnen maken. Bijvoorbeeld door ze beter aan te laten sluiten bij de praktijk of toegankelijker te maken. En ook op het kennisvlak kun je in opdrachten al voorwaarden stellen aan het openstellen van onderzoeksresultaten.”

“We zijn nu begonnen met gesprekken in het kennisveld,” sluit Van Boggelen af.  “We verwachten begin 2021 al met de eerste aanbevelingen te komen voor een toegankelijk en inzichtelijk data- en kennisveld op het gebied van fiets.”   

Tour de Force pakt door op vijf hoofdthema’s

De serie volgt in iedere editie nieuws en ontwikkelingen binnen de Tour de Force. In het vorige nummer stond er nieuws centraal: de jaarlijkse uitreiking van de Tour de Force Innovatieprijs op het Nationaal Fietscongres. Daarvoor kwamen de hoofdthema’s ‘Een hoogwaardig netwerk centraal’  en ‘Meer mensen op de fiets’ aan bod. Lees de hele serie op: www.mobiliteitsplatform.nl/TourDeForce

Zie voor het laatste nieuws over Tour de Force: www.fietsberaad.nl/Tour-de-Force