‘Vervoerders, saneer je netwerk niet kapot’

dinsdag 15 december 2020

Als vervoerders teveel bezuinigen op personeel en materieel, rijden ze in het post-coronatijdperk met een gat in hun dienstregeling. Daarvoor waarschuwt Henri Janssen van FNV Spoor die de cao-onderhandelingen met NS leidt.

Volgens Janssen toont deze crisis aan dat het marktdenken in het ov niet werkt. Structurele investeringen zijn nodig en de regie daarvoor ligt bij (decentrale) overheden, om het ov-systeem op de lange termijn overeind te houden.

Niet teveel afschalen

De beschikbaarheidsvergoeding voor 2020 dekt dekt 93 procent van de gemaakte kosten voor vervoerders, terwijl dit voor de eerste helft van 2021 ook is afgesproken, wanneer vervoerders kunnen aantonen dat ze effectieve bezuinigingsmaatregelen nemen. Vervoerders lijden verliezen en veel vervoerders schalen hun diensten daarom af. Op dit moment ziet de vakbondsbestuurder dat NS bijvoorbeeld veel van de Sprinterdiensten afschaalt.

Hij noemt het een logische ontwikkeling. Maar vervoerders moeten oppassen dat ze niet teveel afschalen in hun materieel, anders saneren ze hun netwerk kapot. Zeker in de periferie ligt dat risico op de loer. “NS gaat in 2021 in opdracht van het kabinet met een zo krap mogelijke bezetting rijden. Maar als NS nu de lease van treinen opzegt, hebben ze dat materieel niet zomaar weer terug. Dat is voor busvervoerders niet anders. ”

Een kaalslag vanuit rendementsdenken

Hetzelfde ziet Janssen in de afschaling van personeel. NS is van plan met 2300 fte terug te schalen op een totaal van 16.500 personeelsleden: zo’n 15 procent van het personeelsbestand. “Een kaalslag vanuit rendementsdenken”, noemt hij dat. “Maar als je nu goed opgeleide medewerkers zoals servicemedewerkers en buschauffeurs wegsaneert, is het ontzettend lastig om dat weer terug te krijgen.”

“Een opleiding duurt, afhankelijk van de functie, al snel driekwart jaar”, gaat hij verder. “En als scholing niet meer mogelijk is, wordt het tekort alleen maar groter. Je kunt niet zonder conducteurs en BOA’s in de treinen, die zijn nodig om de veiligheid te borgen, net als het servicepersoneel op de dertig servicestations. En machinisten en buschauffeurs zijn logischerwijs onmisbaar.”

Brever-wet

Want de reiziger keert wel weer terug het ov in, daar is Janssen zeker van. Hij haalt de Brever-wet aan: het verkeerskundige principe van behoud van reistijd en verplaatsingen. “Mensen reizen maximaal zo’n 90 minuten per dag, zonder dat het reistijdbudget verandert. In elke crisis in het verleden kreeg dat reistijdbudget een dauw, maar uiteindelijk kwam de constante wel weer terug. Dat zal bij deze crisis ook wel weer gebeuren, verwacht ik.”

Natuurlijk kunnen we die reistijd wel anders invullen, vanwege de toegenomen mogelijkheden om thuis te werken. “Maar dat betekent dus niet dat we minder gaan reizen. Voor corona rekenden we met 6 tot 8 procent reizigersgroei per jaar. Dus daar zullen we wel weer heengaan.”

Natuurlijk helpen spreidingsafspraken om de spitsen te ontlasten, zegt Janssen. “Zo kan je ook stabielere werkroosters aan het personeel aanbieden en hoef je van minder mensen flexibel inzetbaarheid te verwachten. Personeel wil zekerheid en stabiliteit, geen opgeknipte diensten. Dus zo wordt het ov alleen maar aantrekkelijker.”

Regierol overheden

Om ervoor te zorgen dat materieel en goed geschoold personeel niet wordt wegbezuinigd, doet de vakbonsman een appèl op de nationale en decentrale overheden. Juist zij moeten in tijden van crisis de regie naar zich toetrekken.

De Vervoerregio Amsterdam geeft daarin het goed voorbeeld met het onlangs gelanceerde ‘coronapakket’, vindt hij. “Ov kost nou eenmaal geld, dat moeten we accepteren. Het is de vraag hoe je dat besteedt. Het ov heeft een nutsfunctie: het heeft een belang voor onderwijs, werkgelegenheid, klimaat, et cetera. Als de sector afschaalt in deze tijd, doe je die duurzaamheidsambities de das om. En als we mensen uit de auto willen krijgen, is een robuuste dienstregeling van belang.” De Vervoerregio Amsterdam houdt de dienstregeling in ieder geval robuust en investeert nu in duurzaamheid. Henri Janssen hoopt dat meer ov-autoriteiten of decentrale overheden volgen.

Nationaliseren

Een volgende stap is om het systeem te nationaliseren, oppert de vakbondsman voorzichtig aan het einde van ons gesprek. “Er zijn een heleboel plannen en die zijn allemaal enorm goed voor de langere termijn, maar daaraan is nog geen budget gekoppeld. En nu komt corona tussendoor en is het geld bij de marktpartijen opeens op. De vervoerders hebben zelf geen enkel belang om te investeren in plannen die verder reiken dan de duur van de eigen concessie. Ik ben heel benieuwd wie er dan gaat investeren in de langere termijn.”

“De ov-markt bestaat uit luchtkastelen. Behalve het hoofdrailnet zijn alle concessies in feite verliesgevend”, gaat hij verder. “Veolia schreef ooit veel te laag in op de concessie Limburg, en vervolgens moest de provincie financieel bijspringen om de boel te redden. Dus dan is de provincie toch eindverantwoordelijk.”

“De decentrale overheden dragen de risico’s dus toch al”, vervolgt hij. Volgens de vakbondsman moeten beleidsmakers keuzes durven maken over de langere termijn en daar dienstregelingen aan koppelen. “Dan kan je het maar beter meteen goed inregelen, waarbij de nationale overheid naar evenredigheid van individuele kosten de vervoerders betaalt. Op het hoofdrailnet zijn de reizigersaantallen hoger dan in de periferie, dus in de periferie liggen de kosten per reiziger veel hoger. Dat is oneerlijk. Daarom moeten we de hele boel omgooien.”

Wel klappen, geen flappen

Een crisis als deze kan een uitstekend moment zijn om te heronderhandelen over cao’s, opperde Wilko Mol van OV-bureau Groningen Drenthe onlangs. Manu Lageirse van Transdev kon zich daar wel in vinden. Henri Janssen van FNV Spoor logischerwijs niet. “Met NS ben ik nu over de cao in gesprek. NS heeft een redelijk pakket, maar wijst nu naar sectoren waar het minder is geregeld. Terwijl ik denk: laat deze sector juist een voorbeeld zijn. Ov-personeel heeft te maken met zeer flexibele werktijden. Ja, ze hebbeveel verlofdagen, maar die heeft men in de zware roosters ook nodig om zo af ten toe te herstellen.”

De sector moet nu niet zo overspannen doen, vindt Janssen. “Welk signaal wil je aan je werknemers afgeven? In april stonden we nog voor het ov-personeel te klappen, omdat ze er stonden op het moment dat het nodig was. En nu stappen vervoerders als NS weer op hun oude stokpaardje. Ze stonden toen wel te klappen, maar zijn nu zuinig met de flappen.”