Borden weg, weg veiliger

dinsdag 1 maart 2011
timer 3 min
(23-02-2011 verschenen in De Limburger) Weg met verkeersborden, verkeerslichten opgehoepeld. Met dit Shared Space-concept zou de verkeersveiligheid er een stuk beter op worden. Een onderzoek voor het implementeren van deze 'verkeersideologie' in de gemeente Beek loopt.
Borden weg, weg veiliger

 

Minder verkeersborden, meer verkeersveiligheid. Het lijkt wat tegenstrijdig, toch zijn de ervaringen met het Shared Space-concept lovend. Vooral in het noorden van het land wordt deze verkeersstrategie al op grotere schaal toegepast. In Limburg is deze systematiek nog niet doorgedrongen. Maar de provincie, de gemeente Beek en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) onderzoeken nu of Shared Space ook hier succesvol kan zijn. Maar wat is het? „Respect in plaats van regels”, zo vat Soon Hee Santema het Shared Space-concept samen. Zij is hoofd van de afdeling Built Environment van de NHL Hogeschool in Leeuwarden, waar het 'Kenniscentrum Shared Space' is gevestigd. „Een overkill aan verkeersborden zorgt er niet voor dat het veiliger wordt op de weg, blijkt uit onderzoek”, zegt Santema. „Vanzelfsprekend blijven bij Shared Space de basale verkeersregels - zoals dat verkeer van rechts voorrang heeft - gelden. Maar er wordt zo min mogelijk gebruikt gemaakt van verkeersborden en verkeerslichten en andere aanwijzingen voor verkeersdeelnemers. Het liefst moeten deze zo veel mogelijk weg.”

De vraag is natuurlijk wat het nut is van het weghalen van verkeersborden. Door het wegvallen van aanwijzingen voor de automobilist wordt het straatbeeld onoverzichtelijker. Hierdoor zal de weggebruiker alerter en voorzichtiger rijgedrag vertonen, zo luidt kort gezegd de filosofie.
Maar dat roept meteen de vraag op of het daadwerkelijk een veilig concept is. Verkeersregels zijn er immers niet voor niets. „Op dit moment wordt er eigenlijk voor het eerst grootschalig onderzoek gedaan naar de belangrijkste voor- en nadelen”, zegt Santema. De hogeschool in de Friese hoofdstad onderzoekt elf plekken in de provincie waar het concept al in de praktijk is gebracht. „Er is pas sinds kort meer aandacht gekomen voor dit verkeersidee”, vertelt Santema. ,,We zoeken nu ook onder meer uit wat de juridische consequenties zijn van Shared Space.”

De eerste gemeente die dit gedachtegoed gebruikte, was het Friese Smallingerland. Het Laweiplein vlakbij het Drachtense raadhuis, was tot 2003 een druk, onoverzichtelijk kruispunt. Volgepropt met stoplichten, verkeersborden en zebra-, fiets- en voetgangerspaden. Tussen 1998 en 2000 vonden er 27 ongevallen plaats op het beruchte plein, waarvan vier ernstig. In 2003 werd het heringericht. Met klinkende resultaten, zo bleek tijdens een evaluatie drie jaar later. De ongevallencijfers daalden flink, zowel op de kruising zelf als op de aansluitende wegen. Veel minder materiële schade en de helft minder letselongevallen werden geregistreerd. Fietsers en automobilisten stroomden bovendien met bijna dezelfde snelheid door als voorheen. Een belangrijk gegeven, want dat is volgens verkeerskundigen de basis voor gelijkwaardig verkeersgedrag.

Het gevoel van verkeersveiligheid is bij voetgangers niet wezenlijk anders dan voorheen. De wachttijden om de kruising over te steken zijn zelfs korter geworden. Verkeer staat niet meer langdurig stil. Let wel: niet iedere weg, straat of plein is geschikt voor dit concept. In Beek zouden vijf gebieden zich lenen voor een proef. Het stationsgebied bij Aan de Drie Heeren, de Veldekelaan, Wolfeynde, de Markt en de route Raadhuisstraat / Brugstraat. Van deze vijf is laatstgenoemde op korte termijn de meest gunstige, zo wordt geconcludeerd uit een vooronderzoek in opdracht van ROVL. Het inrichten van gewone straten tot Shared Space-gebieden doe je overigens niet voor een prikkie. Een eerste taxatie van de kosten voor de Raadhuisstraat / Brugstraat komt uit op een bedrag tussen de 8 en 9,5 ton.

Lees ook: Mobycon samen met Shared Space Institute aan de slag in Beek


Terug naar overzicht achtergrondartikelen>>>