Groningen stimuleert elektrisch vervoer

maandag 2 december 2019
timer 2 min
De gemeente Groningen gaat elektrisch rijden stimuleren en e-rijders sneller voorzien van een openbare laadpaal dichtbij huis. In de gemeente Groningen staan op dit moment ruim 150 openbare laadpalen. Daar komen de komende drie jaar naar schatting 400 palen bij.

“Elektrisch rijden draagt bij aan een betere luchtkwaliteit. Daarom willen wij de overstap naar elektrisch rijden versnellen en faciliteren. Daar horen bijvoorbeeld laadmogelijkheden dichtbij huis bij”, zegt wethouder Philip Broeksma. Als gevolg van de visie ‘Openbare laadinfrastructuur Groningen 2025’ontwikkelt de gemeente een plankaart met honderden potentiële locaties voor toekomstige laadpalen, waarover medio 2020 een besluit wordt genomen.

Auto’s, vrachtwagens en andere vervoermiddelen zijn verantwoordelijk voor 23 procent van de CO2-uitstoot. Broeksma: “Wij stimuleren energievriendelijke vervoersmiddelen, zowel van batterij- als waterstof elektrische auto’s. Daar hoort voldoende gelegenheid om op te laden bij in het openbaar gebied om te voorkomen dat inwoners bij de aanschaf van een auto kiezen voor een brandstofauto.” In Groningen rijden in 2025 ruim 16.000 elektrische auto’s, zo is de verwachting. Ongeveer twee derde van de autorijders heeft geen eigen oprit. Zij kunnen een openbare laadpaal aanvragen. “We zoeken nu nog per aanvraag een locatie voor de paal en nemen vervolgens een verkeersbesluit. Dat proces kost ongeveer 15 weken en die periode willen we met deze plankaart versnellen.” 

Beoogde locaties

Over de beoogde locaties voor laadpalen gaat de gemeente in de eerste helft van volgend jaar in overleg met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden. Dit gebeurt onder meer via bijeenkomsten en een online inspraakplatform. Broeksma vindt het belangrijk om kennis over de buurt, de straat en eventuele verbetersuggesties op te halen. “De bewoners kennen de activiteiten in hun straat immers het beste. Bovendien krijgt de gemeente daarmee inzicht in eventuele bezwaren die er zijn.”