Snelfietsroutes voor en door gebruikers

vrijdag 13 mei 2016
timer 5 min
In Nederland worden steeds meer snelfietsroutes ontwikkeld. Deze routes zijn nodig om aan de mobiliteitsbehoefte van fietsers, e-bikes en speedpedelecs te voldoen, want de snelheidsverschillen op 'gewone' fietspaden zijn te groot. Antea Group wil niet alleen de verschillende doelgroepen op de fietspaden faciliteren en daarmee de bereikbaarheid verbeteren, maar ook de concurrentie met het autoverkeer verder aangaan. En daar komt niet alleen hoogwaardige infrastructuur bij kijken: ook voor de gebruikers is er een rol weggelegd.

In 2015 lag er in Nederland zo’n 300 kilometer aan snelfietsroutes, voor de komende jaren staat nog eens 600 kilometer snelfietsroute op de planning en nog zo’n 600 kilometer is als potentieel kansrijke verbinding benoemd voor nader onderzoek. “Snelfietsroutes zijn een belangrijke aanvulling op onze toenemende verplaatsingsbehoefte”, zegt Anton van Osta, senior adviseur en fietsexpert bij Antea Group. “De meeste werkgelegenheid concentreert zich op centrale locaties, waar mensen niet altijd ook wonen. En dus is er behoefte aan – bij voorkeur duurzame – mobiliteit.”

 

Volwaardiger alternatief

De fiets wint aan populariteit van de auto om aan deze verplaatsingswens te doen. Hierbij spelen aspecten als gezondheid, snelheid, imago en gemak een grote rol. Robert Coffeng, manager adviesgroep mobiliteit: “Gemak, omdat de fietsinfrastructuur het faciliteert om snel van A naar B te komen. Maar ook omdat de reistijd en ‘ervaren afstand’ worden verkort door de opkomst van e-bikes en speed pedelecs. Deze fietsen met trapondersteuning zorgen er, in combinatie met de aanleg van snelfietsroutes, voor dat de fiets een nog volwaardiger alternatief is geworden ten opzichte van de auto.” In dit kader zet Antea Group zich in om de bereikbaarheid van woon- en werklocaties te verbeteren. Coffeng: “De planontwikkeling van fietsroutes is sinds jaar en dag onderdeel van onze expertise en dienstverlening. De laatste zes jaar zijn snelfietsroutes daar bijgekomen. Verschillende kansrijke verbindingen zijn uitgewerkt tot gedragen voorkeurstracés, als basis voor uitwerking en realisatie.”

 

Moet dat pad zo breed?

Volgens Van Osta ligt de kern voor succes bij deze projecten in het creëren van draagvlak: “Het ontwikkelen van een snelfietsroute is een proces waarbij soms kleine stapjes gemaakt moeten worden om tot consensus te komen, zeker wanneer er veel partijen betrokken zijn bij een project.” Zo heeft het advies- en ingenieursbureau bij de huidige studies voor de routes Den Bosch – Waalwijk en Den Bosch – Eindhoven naast de gemeenten ook de provincie Noord-Brabant, de Fietsersbond en vertegenwoordigers van bedrijven en onderwijsinstellingen betrokken. Een diverse groep stakeholders met allemaal eigen invalshoeken en belangen. “De kunst is om met deze partijen het gezamenlijk belang van de snelfietsroute te bepalen, maar ook de kwaliteit die je eraan wilt geven”, zegt Van Osta. “Vragen als ‘moet dat pad echt zo breed en in rood asfalt?’ en ‘kan die oversteek niet gelijkvloers?’ komen vaak op ons pad. Door in een vroegtijdig stadium al deze partijen erbij te betrekken, kunnen we hen het beeld geven van het belang van de snelfietsroute en kunnen zij ook overtuigd raken van de kwaliteit die we de (e-)fietser moeten bieden.”

 

Buiten de lijntjes

Naast het creëren van draagvlak is het belangrijk in het eerste stadium van het onderzoek vrij te blijven denken. Van Osta: “Vaak wordt al meteen gekeken naar bestaande lijnen en gebruik, maar de voor de hand liggende opties zijn niet altijd de beste. Als bestaande verbindingen letterlijk ruimte hadden geboden, had het hoogwaardige fietspad er waarschijnlijk al gelegen.” Een voorbeeld dat Van Osta hierbij noemt is de snelfietsroute Roosendaal-Bergen op Zoom, waar uiteindelijk gekozen is voor een snelle route door het buitengebied. “Met een aantal gedurfde keuzes! Deze route is in de eerste besprekingen niet eens ter sprake gekomen, maar bevat wel keuzes die er een echte snelfietsroute van maken.” Zo wordt mogelijk een deel van de oude autoverbinding tussen Roosendaal en Wouw hersteld als fietsverbinding. Daarvoor is wel een tunnel onder een afrit van de A58 nodig.

 

In beweging zetten

Binnen de driehoek ‘mens-voertuig-weg’ zijn de twee laatstgenoemden sterk in ontwikkeling. Jacob Tiellemans, adviseur mobiliteit en verkeersgedrag: “Met dit aanbod van hoogwaardige infrastructuur en de steeds betere en snellere fietsen is het de bedoeling dat meer gebruikers nu letterlijk in beweging worden gezet. Stimuleringsprojecten, communicatie en PR moeten onlosmakelijk verbonden zijn met snelfietsroutes en andere innovaties in de fietsmarkt. In Nederland wordt namelijk ontzettend veel voor de fiets gedaan, maar vergeten we onszelf te profileren.” Bij een snelfietsroute zou bijvoorbeeld aangegeven kunnen worden hoe lang het duurt om vanaf een bepaald punt naar het centrum van de stad te fietsen en hoeveel procent van de dagelijkse lichaamsbeweging de fietser daarmee te pakken heeft. “Op die manier worden mensen getriggerd”, stelt Tiellemans. “Maar ook de rol van de werkgever kan nog beter in het proces terugkomen, want meer fietsen naar het werk maakt werknemers fitter en daar is de werkgever alleen maar bij gebaat. Op deze manieren kunnen we slim kansen benutten. We zijn immers een van de beste fietslanden ter wereld en als we infrastructuur en fietsstimuleringsprojecten goed uitnutten, ligt er een hele mooie basis om dat ook te blijven.” 

Een voorbeeld van hoe een snelfietsroute in kaart wordt gebracht, inclusief mogelijke knelpunten