Blog: Planstudies maken autosnelwegen kostbaar

donderdag 26 mei 2016
timer 3 min
Aanleggen en aanpassen van snelwegen vergt grote budgetten. Dat is deels onvermijdelijk, gezien grondstofbeslag en ruimtegebruik. Daarnaast heeft het te maken met uitgangspunten waarover best eens beter nagedacht mag worden. Zeker in tijden waarin het geld niet tegen de plinten klotst en onderhoud steeds meer geld kost. Meer Ladder van Verdaas in de planstudies zou niet misstaan, en zou ook de maatschappelijke kosten-batenverhouding verbeteren.

Ruimtelijke ontwikkeling

Met de naam ministerie van Infrastructuur en Milieu en met het omdopen van MIT in MIRT krijgt ruimtelijke ontwikkeling de aandacht. De Omgevingswet, recent vastgesteld door de Eerste Kamer, sluit daar mooi bij aan. Kennelijk is dat wel voldoende, want we zien Ruimtelijke Ontwikkeling niet meer nadrukkelijk terug in planstudies. En dat terwijl slimme ruimtelijke ontwikkeling en wisselwerking van de autosnelweg met het onderliggend wegennet tot besparingen kan leiden.

 

Prijsbeleid

Het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Plan Bureau schreven recent in ‘Kansrijk Mobiliteitsbeleid’ dat kilometerheffing altijd in wisselwerking met andere maatregelen bezien moet worden: ze beïnvloeden elkaar. Een file kan maar één keer worden opgelost.

 

Zo kun je ook zeggen dat planstudies op zijn minst rekening moet houden met prijsbeleid voor zowel personenvervoer als goederenvervoer. Daarnaast ontbreekt in planstudies aandacht voor het borgen van mobiliteitsmanagement.

 

Innovatie

Bij het rekenen aan emissies wordt rekening houden met ontwikkeling in de autotechnologie (daardoor zijn minder geluidswerende voorzieningen nodig). Dan zou je verwachten dat er ook rekening wordt gehouden met autotechnologie voor andere zaken, zoals weven en ontvlechting. Door adaptief en coöperatief rijden kan dat in de toekomst vast een stuk beter dan nu. Innovatie wordt nu selectief gehanteerd als uitgangspunt.

 

Daarbij moet me van het hart: waarom worden überhaupt innovaties voor auto’s en infra los van elkaar ontwikkeld? Waarom moeten elektrische auto’s opladen, stilstaand bij een tankstation? Waarom anticipeert Rijkswaterstaat niet op laadfaciliteit in de snelweg, waarbij de auto oplaadt tijdens het rijden? Reistijd verbetert, elektrische auto’s kunnen volstaan met relatief kleine accupakketten, verkeersveiligheid kan meeprofiteren van een laadstrook. En ook vrachtwagens kunnen dan ineens elektrisch. Laat Nederland daar een Europese standaard in zetten. Wie een constructief antwoord op deze vraag heeft, mag het zeggen.

 

Betrouwbare overheid

Soms moet je de kat niet op het spek binden. Nog steeds zijn er planstudies waar rekening wordt gehouden met 120 als er 100km/h voorzien is. Op de A2 is toegewerkt naar 130km/h, eerdere toezeggingen over 100km/h aan omliggende gemeentes ten spijt. Gewoon, omdat het kan. In de planstudie ontbreekt ook aandacht voor het borgen van de snelheden en handhaving ervan, bijvoorbeeld met trajectcontroles. Of innovatieve techniek in auto’s: (Adaptieve) Cruise Control is een probaat middel tegen de gewraakte bekeuringen op de A2. En überhaupt zou er bij planstudies rond grote steden een variant met een milieuzone van 80km/h met ontwerpsnelheid 80km/h in de afweging meegenomen moeten worden.

 

Van Beter naar Best Benutten

Kortom: met de huidige planstudies gaan we snelwegen eerst duur aanleggen, zoals we dat altijd al deden… En pas daarna, als het geld is uitgegeven, gaan we rommelen, aanpassen en uiteindelijk een programma Beter Benutten starten. Kan dat nou niet strakker? Best Benutten?