Ik stem op 'Big Data'

woensdag 12 november 2014
timer 3 min
De eerste verkiezing voor de verkeerskunde professional van het jaar roept bij mij een gewetensvraag op. Wie te kiezen uit zo'n lijst met vakmannen en vakvrouwen? Ik kies uiteindelijk voor Peter van der Mede. Ja, dat is een collega, maar dat is niet mijn punt. Voor mij is 2014 een 'kanteljaar' voor ons vakgebied. In 2014 voltrok de revolutie van 'Big Data'. In het begin was het voor velen aleen maar een beetje interessant "Ik zie het wel". Eind 2014 is het overduidelijk: 'Big Data' is in ons vakgebied al niet meer weg te denken. Daarom stem ik voor 'Big Data'.


Laat ik wat voorbeelden noemen die in 2014 bij mij langskwamen. Begin dit jaar brachten we het 'stadsbrugeffect' in kaart voor Nijmegen met Bluetooth-sensoren en een verkeersmodel. Gedraagt het verkeer zich inderdaad zoals in de voorbereiding was bedacht? Dat werkte goed. Ik heb gezien hoe OV-Chipkaartdata en GOVI-data helpen om openbaar vervoer beter en goedkoper te maken. We gaven gemeenten en organisatoren van evenementen voor het eerst echt inzicht in wie er op hen afkomt. Hoeveel waren er? Waar komen ze vandaan? Hoe aantrekkelijk ben ik echt? En wat te denken van Bikeprint-studies die ons zoveel nieuws leren over mobiliteitsgedrag van die zo belangrijke groep (e-)fietsende weggebruikers. Tot slot heb ik in 2014 de brug zien slaan naar de wereld van verkeersmodellen. Beleidsbeslissingen met enorme impact laten we in ons vak afhangen van de uitkomsten uit deze modellen met ingebrachte aannames en statistieken. De planningshorizon wordt echter steeds korter. Op dit moment zijn we bezig met 'Big Data' het voorspellend vermogen van verkeersmodellen voor die korte termijn te versterken door gebruik te maken van gemeten matrices. Dat zijn echt enorme stappen. Daarom stem ik voor 'Big Data'.
 

99% herkenning, 1% eye-openers

Het mooie aan 'Big Data' is daarnaast dat ze zich zo mooi laten visualiseren. Een goed beeld bereikt meer dan 1000 adviesrapporten, vooral procesmatig. Hiervoor geldt de 99/1-regel: 99% herkenning en 1% eye-openers. Daar zit de winst. Reken maar dat bijgaande visualisatie impact heeft op het denken en handelen in de binnenlandse toerismesector. De kaart laat zien hoe Nederland zich gedroeg op zaterdag 26 juli 2014 op basis van anonieme gegevens uit miljoenen mobiele telefoons. Hoe donkerder oranje, hoe aantrekkelijker (en drukker) de plaats. En hoe blauwer, hoe leger ten opzichte van een normale voorjaarsdag (dinsdag 12 maart 2014 in dit geval). De steden liepen leeg, met als uitzondering het centrum van Amsterdam waar het juist druk was. We zien de kust, de Waddeneilanden en het Friese merengebied als meer bezochte plekken oplichten. We zien het Efteling- en Walibi-effect. Maar had u de Maasduinen tussen Venlo en Nijmegen verwacht? Of Winterswijk? Daarom stem ik voor 'Big Data'.

 

Dus: laten we 'Big Data' de eer geven die het toekomt over 2014. Dat kan hier   ('Big Data' / Even zoeken naar Peter van der Mede in het rijtje)