‘De toekomst moet opnieuw beschreven worden’

dinsdag 20 april 2021

‘We dachten de eindgebruiker eigenlijk wel te kennen’, zo beschrijft Maarten van Setten, senior adviseur bij onderzoeksbureau Moventem, de situatie voor de coronapandemie. Maar nu ligt alles open. Nieuwe ov-concessies blijven uit, mede in afwachting van hernieuwd vertrouwen in reizigersopbrengsten en uit onderzoeken blijkt dat mensen blijvend meer vanuit huis gaan werken, ook als corona beter onder controle is.

Door Nettie Bakker

Van Settens bureau is gespecialiseerd in ‘gebruikers’- onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van overheidsbeleid, nieuwe mobiliteitsdiensten en vervoersconcessies. Dit nauwe contact met inwoners en reizigers geeft Van Setten nu al een indruk van veranderingen die op til staan in de woon-werk- en zakelijke reizen. “De positieve ervaring met thuiswerken zien we terug zien in onze recente onderzoeken: bijna de helft van de mensen is van plan om minimaal 1 dag per week structureel thuis te blijven werken. Het totale woon-werkverkeer kan maar zo 15 procent afnemen ten opzichte van het pre-corona tijdperk. Het is nu nog wat vroeg, maar dit kan grote gevolgen hebben voor keuzes die worden gemaakt op het gebied van reizen en wonen. Dat een stad als Doetinchem groeiambities heeft, noemt Van Setten een teken aan de wand.

“Ik merk het zelf”, benadrukt Van Setten. “Ik rijd nu vaker dan gedacht met de speed pedelec door de ochtendmist mijn 20 kilometer naar kantoor, nu ik voor de zakelijke afspraken veel minder op reis ben.” De scope van zijn onderzoeksbureau is breed, maar altijd gericht op de objectieve data en subjectieve reiservaringen van eindgebruikers. We evalueren bijvoorbeeld pilots met nieuwe mobiliteitsdiensten: hoe worden ze ervaren en zijn ze kosteneffectief? En met mystery guests monitoren we de kwaliteit van de ov-concessies voor de provincies Noord-Holland, Noord-Brabant en de Vervoerregio Amsterdam. Volgend jaar ook voor Gelderland, Overijssel en Flevoland.” Voor onder meer Vervoerregio Amsterdam, OV-bureau Groningen Drenthe en Reizigersoverleg Brabant ondersteunt het bureau sinds kort een ‘eigen’ regionaal reizigerspanel.

Reizigersonderzoek, of het nu voor overheden, vervoerders of voor reizigersorganisaties is, begint vaak al aan de voorkant van beleid: op welke doelgroepen zal beleid effect hebben en wat zijn de verwachtingen? “De afgelopen jaren”, erkent van Setten, “was er veel kennis opgebouwd van de reiziger en zijn of haar patronen en overwegingen. De mogelijkheden om mensen tot ander gedrag te verleiden waren beperkt.”

Speld
Tot dit jaar. “Veel van de inzichten die we tot nu toe hadden, veranderen mogelijk blijvend als gevolg van corona. En dat gaat verder dan een verandering van het feitelijk reizigersgedrag. Zochten we voorheen als een speld in een hooiberg naar mensen binnen een onderzoeksgroep die gingen verhuizen, of een andere baan kregen, waardoor ze beïnvloedbaar waren voor ander reisgedrag, nu geldt dit ‘compelling event’ voor alle reizigers en reizigersgroepen. De ervaring van niet meer dagelijks naar kantoor te hoeven, brengt mensen niet alleen op nieuwe ideeën over hun reispatronen, maar zelfs over hun woonkeuze.” Visies op de trek naar de stad en de regio zijn nu minder afhankelijk van ingesleten reispatronen, voorziet Van Setten. “We moeten opnieuw de achterliggende drijfveren en motivaties van mensen vaststellen om een beter beeld te krijgen van mobiliteit in de toekomst.”

Meerdere vervoersorganisaties
Wat te doen? “Overheden en werkgevers kunnen dit moment aangrijpen om in te zetten op duurzame alternatieven. Voor openbaar vervoerders is de uitdaging 180 graden gedraaid. Van het faciliteren van reizigersgroei naar het terugwinnen van reizigers. Een model met collectieve, aanbodgestuurde hoofdassen en daaromheen vraaggestuurde feedersystemen op maat lijkt nu nog geschikter te worden. Dat betekent voor overheden een overgang van een enkele concessie voor alle vervoer, naar afzonderlijke afspraken met meerdere vervoersorganisaties in een gebied. Je ziet nu al dat aanbestedingen worden uitgesteld. Vervoerders schrijven niet in op een concessie waarbij ze vaak voor de helft afhankelijk zijn van reizigersinkomsten, nu de totale markt met tientallen procenten is gekrompen.  Reizigersonderzoek is dan ook juist in deze periode van belang. ”Wij kunnen nu bijvoorbeeld in kaart brengen hoe groot de angst voor ov is en, belangrijker: hoe die weggenomen kan worden. En in welke mate men andere keuzes maakt en met welke overwegingen. Belangrijke input voor nieuw te vormen beleid en invulling van mobiliteitsconcessies.” 

Het verwachte herijkingsmoment van reizen in de nabije toekomst wordt mede bepaald door onderliggende trends in duurzaamheid en individualisering en flexibiliteit, legt Van Setten uit. “Deze factoren zullen terug te zien zijn in de reizigerskeuze na de coronacrisis. Kijk naar leasebedrijven, die de mogelijkheid bieden om per maand te kiezen voor een vervoermiddel op maat en de opkomst van (duurzame) deelmobiliteit.” Een bijkomende positieve trend, noemt Van Setten het integraal werken bij overheden en het ontschotten van ov-budgetten provincies en die voor doelgroepenvervoer bij gemeenten. “Dit biedt niet alleen nieuwe mogelijkheden voor betere vervoerscombinaties, maar ook voor meer integrale kennis en data over mobiliteitsgedrag.”

Digitaal dagboek
Samenvattend: “De trends die we in 2019 zagen zijn deels achterhaald. De toekomst moet opnieuw worden beschreven en daarbij helpt inzicht in individuele reizigerskeuzes en -motieven. En zijn er ook nog trends in onderzoek? Van Setten zet de komende jaren in op mogelijkheid om reizigers te volgen via een digitaal dagboek en ze proactief en gericht te adviseren: ‘U reist nu zo, heeft u al eens overwogen om…?’    

Meer informatie

Moventem 
www.moventem.nl