De impact van mobiliteitsbeleid op stikstofdepositie

woensdag 2 februari 2022

Stikstofneerslag in natuurgebieden is al jaren een probleem. Maar pas sinds de uitspraak van de Raad van State in mei 2019, die stelt dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet voldoet aan Europese natuurwetgeving, is het echt hoog op de agenda gekomen. De depositie van stikstof zal drastisch omlaag moeten voordat er ruimte ontstaat voor nieuwe stikstof uitstotende activiteiten, zoals het bouwen van woningen, de aanleg van nieuwe wegen en het uitbreiden van stallen. Daarom is de overheid, van het Rijk tot provincies en gemeenten, bezig met plannen om een verlaging van de uitstoot te realiseren. Zo is er in het nieuwe kabinet (Rutte IV) een speciale minister voor Natuur en Stikstof aangesteld. Zij heeft onder andere 25 miljard euro ter beschikking gekregen tot aan 2035[1] voor maatregelen die de stikstofdepositie moeten reduceren.

Lees hier 'De impact van uw mobiliteitsbeleid op natuur en gezondheid (pdf)'

In 2020 werd al de maximumsnelheid op alle snelwegen overdag verlaagd naar 100 km/uur. Wanneer men het verder heeft over verlagen van de stikstofneerslag, gaat het doorgaans om de stikstof afkomstig van de veehouderij en bijvoorbeeld het uitkopen van boeren. Toch levert ook het wegvervoer een niet te verwaarlozen bijdrage aan de hoeveelheid stikstof die neerslaat in natuurgebieden. Zo was in 2018 op de Veluwe de relatieve bijdrage van het wegvervoer aan de gemiddelde totale stikstofdepositie 7.8%. Dit maakt het de twee-na-grootste bron, na de landbouw en bronnen uit het buitenland[2]. Daar ligt dus potentie om met maatregelen de stikstofuitstoot en -depositie te verlagen.

Daarom hebben wij, MuConsult en Panteia, in opdracht van de provincie Gelderland, in 2021 voor tien verschillende mobiliteitsmaatregelen het effect op de stikstofdepositie uitgerekend. In het grootste gedeelte van de natuurgebieden in en rond Gelderland wordt momenteel de kritische depositiewaarde (KDW) voor stikstofdepositie overschreden. Om het effect van de maatregelen te kunnen berekenen, hebben we een methodiek ontwikkeld waarmee we voor elke mobiliteitsmaatregel bekijken welke (gedrags)verandering plaatsvindt en hoe deze zich vertaalt naar  een verlaging van auto-intensiteiten op de Gelderlandse (snel)wegen, of een lagere maximumsnelheid. Vervolgens zijn de maatregelen met het AERIUS model van het RIVM[3] doorgerekend, om van auto-intensiteiten naar stikstofdepositie in natuurgebieden te komen. De resultaten hebben we vergeleken met een referentieberekening om de netto stikstofreductie voor elke maatregel te kunnen bepalen. Dit hebben we gedaan voor alle Natura 2000 gebieden[4] in en rond de provincie.

Uit de resultaten blijkt dat de tien maatregelen afzonderlijk zorgen voor een verlaging van de stikstofdepositie met zo’n 0 tot 1%. De maatregel die relatief gezien het meest oplevert, is het maatregelenpakket met betrekking tot het gedrag van mensen. Denk hierbij aan het stimuleren van bijvoorbeeld het gebruiken van de fiets of het OV. Deze maatregel zou de stikstofdepositie op natuurgebieden in en rond de provincie Gelderland, zoals de Veluwe en de Rijntakken, verlagen met zo’n 0,9% per jaar in totaal.

Daarnaast zijn ook alle maatregelen in een totaalpakket tezamen doorgerekend. Dit totaalpakket levert zo’n 1,3% reductie van stikstofdepositie per jaar op. Dat is overigens minder dan de som van de tien maatregelen afzonderlijk, omdat sommige maatregelen gedeeltelijk met elkaar overlappen. Op onderstaand plaatje is voor alle natuurgebieden de verlaging van de stikstofdepositie door het totaalpakket te zien, in procenten. Dit lijkt niet veel, maar het is dan goed om te realiseren dat deze maatregelen ook andere voordelen (en nadelen) met zich meebrengen. Zo leiden minder auto’s op de weg natuurlijk ook tot minder CO2-uitstoot en in drukke gebieden tot minder congestie. Wel zouden maatregelen die het gebruik van het openbaar vervoer in plaats van de auto stimuleren kunnen leiden tot meer drukte in de trein en zit er aan alle maatregelen natuurlijk een kostenplaatje verbonden.

Het is bijna iedereen duidelijk: de stikstofneerslag in Nederland moet omlaag. In dit artikel hebben wij een methodiek geïntroduceerd om het effect van mobiliteitsmaatregelen op de stikstofdepositie ten gevolge van het wegvervoer te berekenen. De resultaten laten zien dat er zeker winst te behalen is, vooral als men bedenkt dat de verlaagde stikstofuitstoot slechts één van de neveneffecten van de maatregel is. Voor een effectieve aanpak van de stikstofproblematiek is het raadzaam om stikstofdepositie als een expliciet doel mee te nemen in het mobiliteitsbeleid. Anders dan bij maatregelpakketten gericht op CO2-reductie is bij stikstofdepositie de locatie van de maatregelen veel belangrijker. Voor de provincie Gelderland kan het met het oog op de stikstofimpact dan ook voordelig zijn om maatregelen in de buurt van Natura2000-gebieden extra te intensiveren.

Er liggen nog legio kansen om de methodiek uit te breiden. Zo kunnen we ook het effect van méér auto’s op de weg uitrekenen, op landelijk/provinciaal niveau, of in een bepaald gebied, bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe woningen. Dit biedt mogelijkheden voor de toekomst, wanneer Nederland van het stikstofslot af is.

Figuur 1: Effect van alle maatregelen samen op de stikstofdepositie in natuurgebieden in de provincie Gelderland

 

[1] Bron: Regeerakkoord - ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Geraadpleegd op 10-01-22.

[2] Bron: AERIUS Monitor (https://monitor.aerius.nl/). Geraadpleegd op 10-01-22.

[3] De doorrekening is uitgevoerd met de modelversie AERIUS Calculator 2020, waarin de stikstofdepositie wordt berekend tot een afstand van 5 km van de weg.

[4] Volgens de Habitat richtlijn.