Led-verlichting in OVL onder de loep

donderdag 23 december 2010
timer 5 min
Led-verlichting: iedere producent beweert dat het de technologie van de toekomst is. Maar is led-verlichting inmiddels zo efficiënt en energiebesparend dat de terugverdientijd rendabel genoeg is, in vergelijking met conventionele verlichting? En hoe zit het met de dimbaarheid, lichtopbrengst en gelijkmatigheid van licht?
Led-verlichting in OVL onder de loep


Er valt nog te schaven


“Led is de technologie van de toekomst”, zegt ook producent Han van der Steen van Innolumis, tevens ontwikkelaar en leverancier van led-verlichting in de openbare ruimte. Van der Steen zet de voordelen van led op een rij: “Led is in alle denkbare kleuren leverbaar, is dimbaar (als je de juiste keus maakt!) en levert de helft meer licht met de helft minder energie.” Natuurlijk horen we hier een producent spreken; kan deze led-specialist ook een kritische beoordeling geven? “We spreken hier over een volwassen technologie, maar het kan nog beter”, geeft Van der Steen toe. “Aan de lichtopbrengst, het energieverbruik en de gelijkmatigheid valt nog wel te schaven. Bij de gelijkmatigheid hebben de armaturen echter alles te maken met de lichtbron. Je ziet nog vaak een soort van schijnwerperconstructie. De vuistregel voor egaal licht vertaalt zich naar een gelijkmatigheid van 0,3. Daarbij is een goed lichtontwerp echter van groot belang.” Hans Pilon vult aan: “De led zelf is een kleine lichtbron. De keuze voor een goed armatuur is dan ook van essentieel belang. Deze moet ervoor zorgen dat het licht een hoek van tenminste 160 graden krijgt. De gelijkmatigheid van het licht hangt dus deels af van de keuze in armaturen.” Pilon heeft sinds 23 jaar een ontwerpbureau en in die tijd zeker 250 tot 300 parkeergarages ingericht, inclusief verlichtingsplan.

Energiebesparing versus terugverdientijd


“De energiebesparing bij led-verlichting verschilt”, aldus Van der Steen. “In een woonwijk kan procentueel gezien niet zoveel worden bespaard; zo hebben wij in een wijk een besparing van 24 naar 7 watt bewerkstelligd. Dit lijkt veel, maar als je bedenkt dat op verkeerswegen forse besparingen tussen de 50 tot 70 procent gerealiseerd worden met het vervangen van natriumlampen, dan is dit veel rendabeler en binnen vier jaar al terugverdiend.” Voor gemeenten is het dus nu al rendabel om de hoge vermogens te vervangen. Van der Steen vervolgt: “Het voorbeeld in de woonwijk levert echter veel minder op, als je bedenkt dat de tarieven per kilowatt per uur niet veel verschil in de uiteindelijke kosten maken. Energiebesparing is één, maar niet meer investeren in natrium en kwik is een goed eerste stap, dat betaalt zich nu ook al snel terug. Lagere vermogens hebben een langere terugverdientijd dan hoge vermogens. Het is aan de beheerder om te bepalen led nu of over een paar jaar in te zetten.”
“Er zijn veel berekeningen in de markt die inspelen op het terugverdienen”, stelt Arthur Klink, senior adviseur bij IBU Stadsingenieurs van de gemeente Utrecht. “De meeste berekeningsmethoden zijn echter wat te positief ingestoken en neigen ernaar de gewenste uitkomst toe te rekenen in plaats van een objectieve conclusie te geven. Daarentegen ben ik van mening dat als je het geld op de tweede plek kunt zetten en milieu en energie op de eerste plek, je het met led op zijn minst niet slechter zult doen. Dus op zich is het kiezen voor led niet snel verkeerd.” Hierop inspelend merkt Van der Steen dat led-verlichtingstoepassingen goed worden ontvangen in Nederland. “Overheden staan hier positief tegenover en ons land is zeker pionierend in dit opzicht; we zijn een duurzaam land. Grootschalige financieringsconstructies zijn mogelijk en er is kapitaal voor duurzaamheidprojecten. Er wordt echt aandacht aan besteed door banken en gemeenten.” Wat dat betreft lijkt ons land het juiste klimaat te bieden voor led-implementatie in de openbare ruimte.

Advies in een notendop


Klink: “De elektrische eigenschappen zijn nog een belangrijk aandachtspunt. Een elektrisch apparaat moet een goede cosinus phi hebben. Als deze zogenoemde arbeidsfactor laag is wordt alleen schijnbaar energie bespaard. Terwijl er in werkelijkheid een onbemeten energiecomponent is die ervoor zorgt dat het tegendeel waar is. Vooral bij dimming hebben de meeste merken dit niet onder de knie. Daarnaast is er de inschakelpiek van LEDarmaturen, die bij grootschalige toepassing een probleem kan geven omdat de hoofdzekeringen hier niet tegen bestand zijn. Dit is eigenlijk technisch vrij eenvoudig oplosbaar maar tot op heden is er nog te weinig aandacht voor en leveranciers hebben moeite met het vrijgeven van deze technische specificaties.”

Laat je verrassen


Van der Steen stelt daarentegen: “Laat je verrassen door de effectiviteit van led-verlichting, want het bespaart veel energie en kosten. Twee jaar geleden had ik geadviseerd de ontwikkelingen nog even af te wachten, maar nu zijn er veel spelers, lees grote leveranciers, op de markt die goede kwaliteit leveren. Zorg daarbij in het maken van de juiste keuze voor dimbare led-verlichting en kijk goed naar de garanties die erbij gegeven worden. Een led die voldoet aan de RoHS-eisen is al snel een goede keuze. Daarnaast adviseer ik om op je eigen oordeel af te gaan. Bedenk daarbij wel dat veel led-toepassingen nog zo nieuw zijn dat de resultaten nu nog lastig te meten zijn.” Klink: “Het is inderdaad goed om de eigen waarneming ook een rol moet laten spelen in je lichttechnische beoordeling van het led-licht. Hier schuilt echter wel een risico omdat je de nodige ervaring in huis moet hebben voor het beoordelen van verlichting. Er zijn veel aspecten die een rol spelen; voordat je het weet maak je een inschattingsfout. Daarom is het voor het gros van de gemeenten beter om zich vast te houden aan de leidraad die de NSVV biedt in de vorm van haar aanbevelingen ten aanzien van de lichtkwaliteit. Dat geeft een wat algemener en beter hanteerbare referentie.”

Het complete achtergrondartikel lezen? Dit is te vinden in Verkeer in Beeld Magazine #6.


 

Terug naar overzicht nieuws >>>