Investeringen in lopen kunnen ov-gebruik verdrievoudigen

dinsdag 12 oktober 2021

Investeringen in loopvriendelijke omgevingen kunnen het ov-gebruik verdrievoudigen. Dat vertelt Helge Hillnhütter, onderzoeker aan de Norwegian University of Science and Technology, tijdens het Nationaal Voetgangerscongres op 8 oktober in Den Haag. De oversteekplaats moet als eerste aangepast worden, vindt hij.

Hillnhütter deed jarenlang onderzoek hoe loopomstandigheden te verbeteren zijn. Want over het belang van lopen is hij duidelijk: “Lopen is zo’n beetje het eerste en laatste wat mensen doen. Mensen die lopen, kijken veel om zich heen en de zintuigen beïnvloeden hoe we de tijd beleven en hoe we ons voelen. Daarom zijn mensen die veel lopen vaak blijer.”

De Noorse assistent-professor analyseerde camerabeelden van zo’n duizend voetgangers en hield tal van interviews. Daaruit bleek dat autorijke gebieden zorgen voor veel prikkels en weinig plezier. grijze omgevingen voor weinig prikkels en weinig plezier, groene omgevingen voor weinig prikkels en veel plezier en voetgangerszones zorgen juist voor veel prikkels én veel plezier. “Door een hoge stimulatie lijkt de tijd voorbij te vliegen en lijken afstanden korter, terwijl een lage stimulatie de tijd juist verlengt. Die subjectieve tijdsbeleving kan wel 30 procent verschil uitmaken.”

Het maakt dus echt een groot verschil als beleidsmakers de perceptie van tijd, afstand en snelheid weten te beïnvloeden, vervolgt Hillnhütter. “En dat kan het beste door in te spelen op loopbaarheid. Uit onderzoek blijkt dat 94 procent van de reizigers in Amerika, Australië en Europa het voor- en natransport nog altijd te voet doet. Voor fiets is dat 4 procent en voor auto 2 procent, de opkomst deelmobiliteit gaat daar relatief weinig aan veranderen.”

‘Meer dan alleen first and last mile’

Hij vindt het dan ook geen rocket science dat steden meer moeten investeren in loopvriendelijke omgevingen. Vooral in combinatie met openbaar vervoer biedt dat potentie. Toch wordt die potentie nog niet benut, vindt Hillnhütter. “Als ik mensen ontmoet, gaat het nog weinig over de combi van ov en lopen. Niemand heeft het erover.” En dat vindt hij maar gek. “Van de totale deur-tot-deurreis loopt men 44 procent van de reis, terwijl 56 procent in de voertuigen zit. Als je vraagt naar wat men zich herinnert, heeft 61 procent van de reizigers herinneringen aan de voetgangersreis en 31 procent aan de ov-reis.”

Lopen is wat dat betreft ‘meer dan de first and last mile’, gaat de assistent-professor aan de NTNU verder. Daarom moeten we volgens hem juist investeren in de beloopbaarheid van routes, wanneer we willen investeren in het ov. “Nu worden investeringen vaak nog gedaan in de infrastructuur van voertuigen, maar niet in de infrastructuur voor voetgangers. Dat vind ik raar, want dat is minder duur en kan meer opleveren.”

Uit het onderzoek van Hellnhütter blijkt dat in loopvriendelijke omgevingen 70 procent van de reizigers verderloopt na de eindbestemming, zoals een bushalte. In autovriendelijke omgevingen is dat percentage vanzelfsprekend veel lager. “Door een goede loopomgeving te creëren, kan het ov-gebruik trippelen.” Immers, zo stelt de onderzoeker: het ov verbindt eigenlijk altijd twee plekken waar we lopen.

Lopen en ov-gebruik beiden in de lift

Daarnaast lopen mensen 15 tot 25 procent langer, als er tijdens de ‘reis’ wat te doen is. Mensen zijn eerder geneigd naar de winkel te gaan als het winkelgebied op de looproute ligt, het liefst met een bushalte nabij. “Door de combinatie van bus en lopen, wordt het veel flexibeler om even boodschappen te gaan doen. Meer lopen betekent meer ov-gebruik en meer ov-gebruik betekent meer lopen. Dat verhoogt dus de inkomsten van ov-bedrijven, maar ook de inkomsten van de stad. Een win-winsituatie, dus.”

Iets anders waar veel winst te boeken is, is door te investeren in goede loopinfrastructuur. “Van de tijd die de reiziger als voetganger doorbrengt, staat hij nu gemiddeld 10 tot 15 procent te wachten voor het rode verkeerslicht. En hoe vaak gebeurt het niet dat je daardoor nét je bus mist, waardoor je nog langer moet wachten? Daar moet nodig iets aan gedaan worden.”

Volgens Hellnhütter kunnen beleidsmakers met relatief simpele ingrepen het lopen veraangenamen, bijvoorbeeld door voetgangers prioriteit te geven bij verkeerslichten vlak voordat de bus eraan komt. “Dat levert uiteindelijk véél meer op dan investeren om de buslijn een minuut te versnellen. Eigenlijk is er weinig hocuspocus aan, het is niet zo ingewikkeld. Mensen moeten het alleen eerst weten.”

Helge Hillnhütter, onderzoeker aan de Norwegian University of Science and Technology