Betere doorstroming met Praktijkproef Amsterdam

maandag 16 december 2013
timer 3 min
Een betere doorstroming op de rijkswegen en de stedelijke hoofdwegen in en rond Amsterdam, is dat mogelijk? Volgens het principe Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement wel. De Praktijkproef Amsterdam (PPA) moet uitwijzen of dit inderdaad gerealiseerd kan worden. 

Betere doorstroming met Praktijkproef Amsterdam

Optimaal programmeren

Dit door het optimaal programmeren van verkeerslichten, dynamische routeborden, toeritdoseringen en individuele in-car informatie. Ziut heeft in opdracht van PPA en de gemeente Amsterdam de verkeersregelinstallaties en het verkeersbeheersysteem van Amsterdam voor deze proef aangepast.

Belangrijke verkeersuitdagingen

De proef wordt uitgevoerd in Amsterdam West, een gebied van ongeveer 7 kilometer lang en 2 kilometer breed. Er is gekozen voor dit gebied omdat hier een aantal belangrijke verkeersuitdagingen liggen. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende soorten wegen die hier samenkomen, zoals de Coentunnel, rijkswegen en stedelijke wegen. Daarnaast spelen er meerdere belangen. Zo speelt de lokale luchtkwaliteit een rol, maar ook de doorstroming van de rijkswegen en onderliggende stedelijke wegen. Door al deze wegen en soorten verkeer ontstaan in drukke periodes files op de snelwegen en daardoor ook op de toe- en afritten. Met als gevolg opstopping op de doorlopende wegen in de stad naar de snelwegen toe.

Hoe realiseer je betere doorstroming?

Door het optimaal samenwerken van diverse systemen kan het verloop van het verkeer worden beïnvloed. Intelligente systemen zorgen ervoor dat verkeerslichten en andere apparatuur langs de weg, zoals matrixborden, actief reageren op het verkeer. Als bijvoorbeeld het verkeer toeneemt op een snelweg ter hoogte van een toerit, passen verkeerslichten elders hun wachttijden aan zodat de toestroom gelijkmatiger verdeeld wordt. Wegbeheerders kunnen door monitoring vanuit de verschillende verkeerscentrales files beter voorspellen en ze zo voorkomen. Door in-car technologie worden weggebruikers tijdig geïnformeerd en kunnen ze, nog voor het knelpunt ontstaat, omgeleid worden.

Stapsgewijs te werk

De eerste fase van de proef bestaat uit het gecoördineerd laten reageren van wegkantsystemen. Hiervoor is het nodig dat alle apparatuur langs de weg als één netwerk functioneert: alles communiceert met elkaar. Het systeem reageert dan zelfstandig en proactief op verkeersbewegingen die bijvoorbeeld door detectielussen worden waargenomen. In het tweede deel van de praktijkproef worden intelligente systemen voor individuele reisinformatie in de auto getest. Deze in-car systemen verbinden auto’s met elkaar en met de omringende infrastructuur. Zo wordt de weggebruiker beter geïnformeerd en files sneller voorkomen. Bij de derde stap van de proef komen de technologie langs de weg en de technologie in de auto samen. Het doel van de proef is om, naast een haalbaarheidsstudie, ook in de praktijk aan te kunnen tonen dat Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement de doorstroming kan bevorderen. De proef dient als pilot: als de meerwaarde is aangetoond, kan er sprake zijn van een landelijke uitrol. Bij de proef zijn vele partijen betrokken, waaronder Rijkswaterstaat, de gemeente Amsterdam en de Technische Universiteit Delft.