De digitalisering van het openbaar vervoer versnelt in hoog tempo – met slimme reisapps, contactloos betalen en realtime informatie lijken we onderweg naar een efficiënter, gebruiksvriendelijker ov-systeem. Maar schuilt er achter die vooruitgang ook een risico? Jazeker, stelt Anne Durand, onderzoeker bij het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), in haar promotieonderzoek Lost in Digitalisation? Navigating public transport in the digital era.
Digitale drempels in het ov: wie reist er straks nog écht mee?

Foto: Shutterstock
Durand waarschuwt: als we digitale ongelijkheid niet expliciet aanpakken, dreigen kwetsbare groepen buiten de boot te vallen. “Deze kwestie is nu vooral van belang in het openbaar vervoer, dat voor veel mensen cruciaal is om deel te nemen aan de samenleving,” zegt ze.
Niet iedereen kan mee van loket naar app
De afgelopen twintig jaar hebben overheden en ov-organisaties sterk ingezet op digitale zelfredzaamheid. Denk aan apps voor reisinformatie, de afbouw van fysieke loketten en het verdwijnen van contant geld. Handig voor wie digitaal vaardig is – maar niet vanzelfsprekend voor iedereen. Durand bekeek deze ontwikkeling door de bril van digitale ongelijkheid.
In de praktijk wordt er toch vaak impliciet van uitgegaan dat reizigers digitaal vaardig zijn. "Voor bepaalde groepen mensen werpt dat barrières op om het ov te gebruiken.” Vooral ouderen, mensen met een lager inkomen of opleidingsniveau, en mensen met leer- of taalproblemen zijn volgens het onderzoek extra kwetsbaar voor digitale uitsluiting.
Aanbevelingen
Wat kunnen we hieraan doen? Durand komt met concrete aanbevelingen. Een belangrijke stap: betrek reizigers vanaf het begin bij het ontwikkelen van nieuwe digitale ov-diensten. Daarnaast raadt ze aan om te leren van andere sectoren die al een digitale transformatie hebben ondergaan, bijvoorbeeld bij de Informatiepunten Digitale Overheid in bibliotheken – laagdrempelige plekken waar mensen hulp krijgen bij digitale zaken.