KpVV: te weinig regio’s inzicht in capaciteit en bezetting P+R locaties

donderdag 7 maart 2013
timer 2 min
Overstappen is een belangrijk thema in veel beleidsplannen. Maar het beleidsterrein blijft een niemandsland. Dat blijkt ook uit de beschikbare data, geeft het KpVV aan in een nieuwsbericht; die zijn er nauwelijks. Slechts enkele regio's hebben inzicht in de capaciteit en de bezetting van P+R-locaties en carpoolpleinen. Regio's met ambities op deze terreinen beschikken in de regel wel over deze data.

KpVV: te weinig regio’s inzicht in capaciteit en bezetting P+R locaties

Toch er zijn bijna 80.000 parkeerplaatsen voor P+R en carpool in Nederland. Dit is bijna 1 procent van het totaal aantal openbare parkeerplaatsen. De 446 P+R-locaties tellen 68.800 parkeerplaatsen. De 334 carpoolpleinen zijn goed voor 9.400 parkeerplaatsen. De meeste P+R-locaties bevinden zich naast een treinstation. De grootste locaties liggen echter in stedelijke gebieden en hebben bus, tram of metro als natransport. Het grootste P+R-terrein ligt bij Stadion Galgenwaard in Utrecht en heeft 1283 parkeerplaatsen. Zeeland is de provincie met de meeste carpoolparkeerplaatsen per inwoner. Dat blijkt uit een inventarisatie door het KpVV.


Niemandsland


Versterking van P+R en carpoolpleinen wordt vaak genoemd in beleidsplannen. Goed functionerende overstappunten dragen bij aan veel beleidsdoelen. Er zijn veel partijen bij betrokken: gemeenten, regio’s, provincies, vervoerders, parkeerbedrijven en toezichthouders. Toch blijft het beleidsterrein een niemandsland: wie is verantwoordelijk voor wat? Dit bleek ook het geval bij het verzamelen van data over P+R en carpool. De informatie is fragmentarisch beschikbaar, veelal incompleet en echt overzicht over het gebruik ontbreekt veelal. Slechts weinig overheden hebben gegevens beschikbaar.

Meer over P+R en carpool leest u in de nieuwste editie van het Dashboard duurzame en slimme mobiliteit via http://kpvvdashboard-10.blogspot.nl/.