Lopen, een schatkist aan oplossingen

woensdag 18 september 2019
timer 6 min
Als het programma van WALK 21, het internationaal reizende kennis- en ontmoetingsevenement op het gebied van lopen, iets aangeeft is het wel de waaier aan verkeerskundige, stedenbouwkundige én maatschappelijke vraagstukken waarvoor lopen een oplossing biedt. Die volle breedte komt tussen 7 en 10 oktober in Rotterdam aan bod. Alleen al 36 Nederlandstalige presentatiesessies zoomen in op de domeinen: gedrag, kinderen, de stad, data, drukte en routes en ontwerp. In dit artikel vijf korte impressies.

Spring

Eva Coosje van der Velde van ontwerpbureau Coos Ontwerpt, verheugt zich op het congres. Haar droom is dat voetgangers de stad als speeltuin gebruiken. Al ‘dromend’ zagen zij en haar partner Johan Martens mensen een stukje rennen, uitgedaagd door ‘snelheidsmeters’ of samen pingpongen op het station. “Wij kwamen hierop omdat we veel mensen en kinderen met overgewicht zagen in onze wijk Delfshaven. Cijfers van de gemeenten bevestigden dat 48 procent van de kinderen en 45 procent van de volwassenen inderdaad te weinig bewegen. Zelf zijn we geen sportschooltypes, wel ontwerpers en ontwerpers stoppen nooit met spelen. We dachten na over nudging, het leuk maken van bewegen voor mensen. Onze eerste test was een simpele streep trekken over het trottoir, met de aanduiding: Spring! Na de startstreep, trokken we resultaatstrepen, zodat mensen konden zien hoever ze sprongen. We hebben deze strepen een aantal dagen geobserveerd. We zagen allerlei mensen, zeker geen sportschooltypes, springen en kinderen gingen er spelen. Een magisch moment toen we zagen dat het werkt. Mensen verleiden door dingen leuk te make. We zijn verder gaan ontwikkelen en hebben nu een prototype van een flitspaal die als beloning flitst als je een stukje hard genoeg rent. We geloven dat we op deze manieren iedere Rotterdammer, Nederlander en wereldburger in beweging krijgen, gewoon omdat het leuk is. We gaan op het congres de handen uit de mouwen steken en gewapend met hesjes, spuitbussen, stoepkrijt en stencils, guerrilla-acties voeren in de stad om congresdeelnemers te laten zien wat we heel simpel kunnen doen. Ik ben heel benieuwd.“


Lopen biedt tegenwicht 

Gerard Tertoolen, verkeerspsycholoog bij XTNT ziet lopen als een hoopvolle manier om tegenwicht te bieden aan de ‘hopeloze’ wedloop van ‘sneller, efficiënter en beter benutten. Dit levert ons per saldo ongeduld, frustratie, zelfs agressie op. Lopen past niet in dit plaatje, want lopen kost tijd, terwijl alles is gericht op tijd besparen. “Mijn vraag is daarom steeds meer: ‘Waar zijn we mee bezig?’ De geschiedenis leert allang dat we deze wedloop niet winnen. In plaats van meer tijd over te houden, hebben we steeds minder tijd. Toch voeren we dit door, tot aan de zelfrijdende auto, dan kunnen we zelfs tijdens het rijden nog andere dingen doen. Lopen past in een tegenbeweging, waar ik op hoop. Tijdens lopen krijg je de beste en mooiste ideeën, en je komt elkaar nog eens tegen in de wijk. Meegaan in de wedloop, daar worden we echt niet vrolijk van.” 
 

Metamorfose van een schoolomgeving

Naomé Carmeliet van de Vlaamse mobiliteitsorganisatie ‘de Voetgangersbeweging’ laat tijdens haar sessie de succesvolle aanpak zien van een schoolomgeving in Branst. Daar waar kinderen snel, snel, snel tot voor de deur werden gebracht en ouders in hun auto’s weer op ze wachtten, staan de auto’s nu gedurende bepaalde uren op afstand van de school. De weg is dan afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en de kinderen, ouders en leerkrachten lopen of komen nu op de fiets. (Groot)ouders die de kleintjes halen en brengen vinden bij de school een aantrekkelijke, rustige en veilige omgeving, waar bankjes hen uitnodigen om een gesprek met elkaar aan te gaan. Carmeliet: ”De wens om de schoolomgeving aan te pakken kwam vanuit de ouders en bewoners zelf. De omgeving was onveilig, er waren gevaarlijke kruisingen, ongezonde lucht en er werd te hard gereden. In co-creatiesessies met de buurt werd een resolute herinrichting tot ‘schoolstraat’ gedurende delen van de dag voor een periode getest. En met succes. Wij als voetgangersbeweging bekijken lopen breder, we willen een openbare ruimte creëren waarvoor mensen graag naar buiten gaan. In Branst heeft dat heel goed uitgepakt. Ik laat het graag met foto’s zien.”   

City at Eye Level for kids: De wereld van kinderen verbinden

Jeroen Laven, partner bij STIPO presenteert de nieuwste inzichten en tips voor het ontwerpen op ooghoogte ‘for kids’. Deze zijn gebundeld in een nieuw boek dat aansluit op het internationale concept ‘The City at Eye Level’. Laven: “We zijn ruim 6 jaar geleden gestart met ontwikkeling van beleid voor plinten (de begane grond van winkels en woningen). In deze zoektocht schrokken we van het gebrek aan samenhang in hoe verkeer, loopstromen en vastgoed elkaar versterken, disciplines werken langs elkaar heen. We schreven onze visie in een eerste (hand)boek ‘The City at Eye Level’ waarin we best practices uit de hele wereld verzamelen en tips geven voor zowel hardware, software als orgware. Een van de specialismes om tot een stad op ooghoogte te komen is place making: je bekijkt met een interdisciplinaire groep mensen en bewoners al lopend de buitenruimte en bespreekt wat je ziet en hoe je het kan verbeteren.” Het geheim? “Je kunt mensen een mooie plek bieden, maar je bereikt meer als je ze de mogelijkheid biedt om zelf die plek te verbeteren. Twee jaar geleden bedachten we dat we de kennis uit place making van alle Europese steden bij elkaar moesten brengen. Op een eerste Placemaking Week Europe conferentie in Amsterdam leerden we veel en kregen we onder meer het signaal: ‘Kijk eens naar kinderen’. In dit nieuwe boek geven we aan wie hier wereldwijd mee bezig zijn en wat er al wordt gedaan. De belangrijkste les uit ‘The City at Eye level for kids’ is: hoe verbinden we de wereld van kinderen op ooghoogte. Misschien praat ik er een kwartier over, maar dan wil ik met het publiek naar buiten, kijken!”


Loopgedrag laten zien uit 2,8 miljoen verplaatsingen

Kent u het Nederlands Verplaatsingspanel al? Peter van der Mede, business developer bij DAT.Mobility is samen met Kantar (het voormalige TNS-Nipo) en Mobidot ‘het grootste, longitudinale Nederlandse mobiliteitsonderzoek’ gestart. Vorig jaar oktober startte de dataverzameling. Nu bevat de database verplaatsingen van zo’n 11,000 Nederlanders. “Intussen zitten we op 2,8 miljoen verplaatsingen en dat aantal groeit per dag. We verzamelen alle verplaatsingen van deelnemende mensen via een app. Deze herkent de modaliteit van dat moment, of het nu fiets, auto, ov of lopen is. We kunnen nu specifieke stromen in elke stad laten zien, waaronder het loopgedrag. We zien niet alleen waar het druk is, maar ook wat voor mensen er lopen. Lopen mannen anders dan vrouwen? Zulke vragen kunnen we nu bijvoorbeeld beantwoorden. We gaan wat interessante eerste inzichten laten zien met mooie visuals.”     

 

Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 4, september 2019.


Walk21

Op 7 tot en met 10 oktober bent u van harte welkom op Walk21, hét internationale voetgangerscongers, in Rotterdam.
Lees hier meer.