Provincie teleurgesteld over standpunt Tweede Kamer Ruit Eindhoven

maandag 1 december 2014
timer 2 min
Het college van Gedeputeerde Staten heeft met grote teleurstelling kennis genomen van het feit dat een meerderheid van de Tweede Kamer de plannen voor de Ruit Eindhoven wil aanpassen. De provincie Noord-Brabant zal nu met minister Schultz van Haegen in overleg gaan over de wijze waarop zij uitvoering wenst te geven aan deze uitspraak van de Tweede Kamer.

In 2013 vroeg Tweede Kamer minister Schultz om een nieuwe Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) uit te laten voeren alvorens over te gaan tot definitieve overdracht van de toegezegde Rijksbijdrage van € 271 miljoen voor het project dat in totaal € 880 miljoen kost. De daarop uitgevoerde MKBA en second opinion onderschrijven dat aanleg van een verkeersruit rond Eindhoven-Helmond de beste oplossing is om de regio ook in de toekomst bereikbaar te houden en problemen met sluipverkeer in de regio te verminderen. Een meerderheid van de fracties in de Tweede Kamer legt deze onderzoeken nu naast zich neer.


‘Afspraak is afspraak’

Het college van Gedeputeerde Staten is teleurgesteld over deze uitspraak van de Tweede Kamer zeker met oog op het zorgvuldig doorlopen besluitvormingsproces. Het plan voor de Verkeersruit is tot stand gekomen na vele jaren van onderzoek en met bestuurlijke afspraken over ieders bijdrage. Het college ziet met spijt dat het principe ‘afspraak is afspraak’ desondanks niet vanzelfsprekend is.


Robuuste oplossing

Gedeputeerde Mobiliteit Van Heugten: “Met deze motie lijkt het integrale pakket van maatregelen dat we na langdurig onderzoek hebben samengesteld te worden opgeknipt en gefaseerd en vraagt de Tweede Kamer wederom om aanvullend onderzoek. Dat vertraagt het zorgvuldige proces dat we hebben doorlopen en komt een robuuste oplossing waar de regio behoefte aan heeft niet ten goede. Als college zijn wij nog steeds van mening dat dit plan voor de Verkeersruit de beste oplossing is om onze belangrijke Brainportregio in de toekomst bereikbaar te houden en verder te laten groeien. Uiteraard blijven wij ons als provincie inzetten om te komen tot goede oplossing, maar we nemen nu eerst de tijd om ons te beraden op de consequenties van deze motie.”