Tentoonstelling 'geschiedenis van de elektrische auto' geopend

woensdag 16 oktober 2019
timer 4 min
De ANWB heeft op het hoofdkantoor in Den Haag de tentoonstelling 'Lessen uit de geschiedenis van de elektrische auto' geopend. Tijdens de opening vond het gelijknamige symposium plaats.

De consument zal bij de term ‘elektrische auto’ waarschijnlijk niet meteen denken aan verre geschiedenis, maar eerder aan moderne Tesla’s. Toch bestaat de elektrische auto al ongeveer honderdtwintig jaar. Waarom is de verbrandingsmotor dan toch nog steeds de dominante speler op de markt? Tijdens het symposium zoeken we daar een antwoord op.

Betrouwbaar, saai en duur

Gijs Mom, onderzoeker aan de TU/Eindhoven, stelt dat de geschiedenis van de elektrische auto in 1900. De eerste auto’s konden op hun accu goed concurreren met auto’s aangedreven op benzine, en waren toen ook al comfortabeler en stiller. “De benzineauto was een ‘avonturenmachine’. Autorijden was voor mannen, een auto moest avontuur brengen, en een vlammende en trillende benzinemotor voldeed aan die wens. Elektrische auto’s waren betrouwbaar – en saai en te duur.” Toch werden tot 1940 elektrische auto’s op relatief grote schaal ingezet, ook als taxi’s en brandweerwagens. Het Amsterdamse Atax reed in 1926 zelfs 120 duizend kilometer – volledig elektrisch. De taxi’s reden aan het einde van de werkdag naar het wisselstation, waar de accu’s verwisseld werden voor opgeladen exemplaren. Een ritje kostte drie gulden aan voorrijkosten en 10 cent per driehonderd meter. Daarmee was de elektrische taxi ongeveer net zo duur als de ‘gewone’ taxi. Ook de gewone man wist de elektrische auto toch te waarderen; in 1910 reden er in Nederland ongeveer 10 duizend elektrische auto’s rond, een marktaandeel van 25 procent. Op 1 januari 2019 telde Nederland 44 duizend volledig elektrische auto’s – een marktaandeel van nog geen procent. 

Colombia Electric, bouwjaar 1908.

 

Witkar

Succesvol voorbeeld van elektrische voertuigen is de witkar, die in de jaren '70 van de vorige eeuw door Amsterdam reed. Luud Schimmelpenninck, het brein achter de elektrische wagentjes die op in totaal vijf stations in Amsterdam te vinden waren, had graag verder willen gaan met het initiatief, maar de gemeente gaf niet meer vergunningen voor stations af. Schimmelpenninck: "Tegenwoordig zou de witkar een prima come-back kunnen maken, denk ik."

EV-1

De elektrische maakt de laatste decennia grote stappen. In 1991 vond Sony de Lithium-Ion accu uit, die nu overal om ons heen te vinden is, ook in elektrische auto’s. Duitsland en Frankrijk deden proeven met kleine elektrische auto’s. Tussen 1996 en 1999 beheerde GM een vloot van meer dan duizend EV-1’s, een revolutionaire elektrische auto die zijn tijd te ver vooruit was. De EV-1 kon alleen geleased worden. In 2006 zijn vrijwel alle EV-1's door GM vernietigd, met uitzondering van enkele exemplaren voor musea. GM noemde zelf als reden de hoge kosten om de vloot op de weg te houden, hoewel de gebruikers van de auto over het algemeen erg tevreden waren.

General Motors EV-1. Foto: Rick Owen.

Marktaandeel

De laatste jaren lijkt de elektrische auto een doorbraak mee te maken, hoewel het marktaandeel nog nauwelijks in de buurt komt van het marktaandeel in 1910. De aanwezigen op het symposium zijn kritisch, maar zien wel degelijk kansen. De elektrische auto wordt geholpen door subsidies, accu’s dalen rap in prijs en het ‘groene sentiment’ in de samenleving werkt in het voordeel van de ZE-voertuigen. In september 2019 reden er in Nederland bijna 75 duizend volledig elektrische auto's. 

Hans Buiter, organisator van de tentoonstelling: “De tentoonstelling laat zien hoe mensen al 120 jaar innovatief met elektrische auto's bezig zijn geweest, dat hiervoor in verschillende perioden goede redenen waren en dat elektrische auto's vaak comfortabeler en omgevingsvriendelijker waren dan benzineauto's. Bovenal leert de tentoonstelling welke sprong de elektrische auto en zijn infrastructuur de laatste tien jaar gemaakt hebben."

De tentoonstelling is nog tot en met februari 2020 te bezichtigen bij de ANWB in Den Haag.