Toerismeverkeer regel je niet alleen

maandag 23 september 2019
timer 4 min
Het reguleren van toerismeverkeer leidt altijd tot crossovers met andere vakgebieden, ervaart David Louwerse, programmamanager gebiedsontwikkeling Kinderdijk. Immers, toerismeverkeer heeft naast bereikbaarheid al snel impact op leefbaarheid, natuur en - in Kinderdijk- op werelderfgoed. Een centraal geregisseerde systeemsprong met enkele drastische maatregelen moet het nog groeiende (inter)nationale toerisme naar Kinderdijk structureel 'in goede banen leiden'. Een stand van zaken.

Door Nettie Bakker

 

“Nog niet zo lang geleden was Kinderdijk praktisch failliet”, start Louwerse. Reden voor de betrokken gemeenten en de provincie om het toeristische gebied door een private organisatie te laten exploiteren. Dat werd de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. De SWEK is intussen financieel gezond. Het molengebied profiteert van de mondiale groei van het toerisme en van riviercruises. Deze schepen meren af op de Lek en bieden hun passagiers een begeleide toer over het molengebied aan. Daarnaast is er een groeiende aanvoerstroom met de Waterbus, die onder ov-concessie vaart tussen Rotterdam en Dordrecht. Beide bezoekersstromen dragen bij aan een groei van circa 7 procent van het aantal bezoekers per jaar. Louwerse: “Als je dat extrapoleert over 10 jaar…”


Een lonkend succes voor het toerisme, maar tegelijkertijd een groei die moet plaatsvinden binnen uiterst smalle kaders vanwege de zeer beperkte weginfrastructuur en bijzonder strenge voorwaarden die worden gesteld aan de bescherming van de natuur en de cultuur. Het gaat hier om een Natura 2000-gebied, dat bovendien ‘onder controle van Parijs’ staat vanwege de status ‘Unesco werelderfgoed’.

Het dorp zucht onder toerisme

Kinderdijk is een dorp en een toeristisch gebied in de gemeente Molenlanden en ligt aan één regionale weg, een dijklint in de Alblasserwaard waar de waterwegen de Lek en de Noord samenkomen. De onstuimige toeristengroei naar dit molengebied zet met name de leefbaarheid in de dorpen Kinderdijk en het aangrenzende Alblasserdam onder druk.


Kortom, zorgen genoeg voor de toekomst. “Vorig jaar zijn we gestart met een langetermijnvisie met een heuse systeemsprong,” zegt Louwerse. “Het heeft me verbaasd hoe weinig we op dat moment eigenlijk wisten. Na een eerste parkeeronderzoek door Trajan (zie kader) hebben we samen een strategisch registratieplan gemaakt waarmee we nu een seizoen lang alle voertuigen, fietsers en voetgangers tellen.” Deze data geven sinds april aan hóe bezoekers het gebied betreden en hoeveel bezoekers op welke momenten het gebied bezoeken. Ook geven ze inzicht in de invloeden van het weer en vakanties op de bezoekersstromen.

De last mile als start van de beleving

Louwerse: “We krijgen met deze data meer grip op de omvang van twee transferia die we verder ontwikkelen om bezoekers eerder ‘af te vangen’; één voor auto’s in Alblasserdam en één voor touringcars en campers in Nieuw-Lekkerland. We experimenteren momenteel met een free shuttle vanaf deze transferia, waarbij de reizigers in de bus al worden voorbereid op hun bezoek aan het molengebied: de last mile als start van het bezoek. Ik geloof hier heilig in”, zegt Louwerse.


Maar de systeemsprong behelst meer. “We voorzien de noodzaak om tijdens piektijden de toegang tot het gebied te maximeren.” Hiervoor zou iedere bezoeker zich vooraf online moeten registreren, legt Louwerse uit. Een punt van aandacht voor een gebied dat in feite openbaar toegankelijk is. Als laatste voorwaarde voor toekomstbestendig toerisme noemt Louwerse een centraal sturende organisatie waarin de juiste partijen vertegenwoordigd zijn. Tot slot: “We willen niet toeristen pesten, maar ze juist beschermen. Het resultaat voor hen, voor bewoners en voor het gebied zelf moet zijn, dat het nooit onprettig druk wordt.”


Parkeerdata

Diagram met de modal split naar Kinderdijk op een gemiddelde dag in augustus

Door Jacob de Vries, Trajan


Het parkeeronderzoek is uitgevoerd in de periode voor het toeristenseizoen om een indruk te krijgen van de normale parkeerbehoefte, en op Tweede Paasdag, een piekmoment met veel bezoekers. Dit onderzoek liet in het bijzonder zien dat de parkeerdruk ’s nachts het hoogst is in de kern Kinderdijk. Op Tweede Paasdag was de parkeerdruk gemiddeld net iets lager dan ’s nachts, maar dat had te maken met het feit dat veel bewoners niet thuis waren. Voertuigen met buitenlandse kentekens waren vooral te vinden rond de ingang van het molengebied. Nederlandse parkeerders verspreiden zich meer over het hele gebied en zochten daarbij ook de naburige woonwijken op. Daarmee lijkt parkeerregulering om de hoek te liggen, samen met maatregelen om de bezoekersstroom al in een vroeg stadium af te vangen. In de toekomst kan dan een pendeldienst over water de bezoekers naar het molengebied brengen.


Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 4, september 2019




Diagram met de modal split naar Kinderdijk op een gemiddelde dag in augustus