Succesvolle mobiliteitshubs: hoe brengen we alle partijen samen?

maandag 1 november 2021

Professionals zijn het erover eens: regionale mobiliteitshubs kunnen een bijdrage leveren aan het duurzaam bereikbaar maken van onze steeds drukker wordende stedelijke regio’s. Hubs staan al een paar jaar in de belangstelling van overheden, ontwikkelaars en mobiliteitsaanbieders. Tegelijkertijd stokt het in de planuitwerking en maken betrokken partijen hun beloften om snel werk te maken van hubs nog niet waar. Hoe komt dat? En belangrijker: wat kunnen we eraan doen?

Door Micha Sijtsma, Peter Krumm en Bas Scholten (APPM)

In de afgelopen jaren zijn diverse overheden in Nederland aan de slag gegaan met het opstellen van visies voor (regionale) mobiliteitshubs. Vaak begint hun aanpak bij onderzoek naar verkeerstromen in het gebied. Op basis daarvan wordt bepaald waar welke overstappunten nodig zijn. In visie en strategische plannen van overheden (veelal gemeenten en provincies) wordt vervolgens inzichtelijk gemaakt op welke locaties de mobiliteitshubs een meerwaarde kunnen vervullen. APPM wordt regelmatig betrokken bij dergelijke opgaven. Zo werkten we onder andere aan visies en verkenningen voor stedelijke mobiliteitshubs in Sluisbuurt en Haven-Stad in Amsterdam en de Binckhorst in Den Haag. En aan meer regionale mobiliteitshubs in de provincies Gelderland en Noord-Brabant. Vanuit onze ervaring dat er nog nauwelijks mobiliteitshubs van de grond komen en de overtuiging dat er misschien maar weinig nodig is om dit te veranderen, schreven we dit stuk.

Van iedereen en van niemand

Om onze stedelijke regio’s bereikbaar te houden terwijl steeds meer steden autoluw beleid invoeren, zijn meerdere mobiliteitshubs als overstaplocaties nodig. Het realiseren ervan blijkt echter in veel gevallen moeilijk van de grond te komen. Een belangrijke oorzaak daarvan is volgens ons het ontbreken van een natuurlijke probleemeigenaar. Alle betrokken partijen hebben ieder een deelbelang. De mobiliteitshub is van iedereen en tegelijkertijd van niemand. Zo’n hub moet ergens gerealiseerd worden en je wil vroegtijdig een goed beeld hebben van de potentiële locaties, aantallen parkeerplaatsen en stallingsplekken, de kansen voor deelmobiliteit, verdienmodellen, aanvullende voorzieningen etc. Niet alleen overheden zijn deskundig om hierin de juiste keuzes te maken, juist ook marktpartijen kunnen hier veel in betekenen.

Betrekken van alle partijen

De verschillende vraagstukken bij mobiliteitshubs vragen om een goede samenwerking tussen verschillende overheden, marktpartijen en mobiliteitspartijen. Om daartoe te komen, moeten wat ons betreft, om te beginnen, partijen over hun eigen grenzen heen durven stappen. Alleen zó komen we tot gezamenlijk belang in plaats van deelbelang. Vroegtijdige afstemming tussen uiteenlopende partijen is een voorwaarde om ieders belangen en deskundigheid tijdig en volwaardig in het proces te betrekken. In de totstandkoming van strategische plannen en visies van overheden merken we nog te vaak dat dit nauwelijks wordt gedaan.

Puzzelstukken

We onderscheiden drie soorten partijen die elk een belangrijke puzzelstuk in handen hebben om tot succesvolle mobiliteitshubs te komen. Dat zijn:

  1. Traditionele mobiliteitspartijen. Dit zijn verschillende overheden, maar ook vervoerbedrijven zoals ProRail en NS. De samenwerking tussen deze partijen en hun werkwijze, berusten veelal op bestaande afspraken over rolverdeling etc. Partijen zijn gewend om met elkaar te investeren in projecten en hebben vaak onderlinge afspraken over het beheer van de infrastructuur.
  2. Marktpartijen. Dit zijn partijen die de voorziening kunnen aanleggen of diensten voor reizigers kunnen aanbieden bij mobiliteitshubs. Met deze partijen, zoals aanbieders van deelmobiliteit, kunnen heel goed voor één of meerdere hubs specifieke afspraken worden gemaakt. Er is vaak nog geen vastomlijnd beleid of wettelijk kader voor het leveren van dergelijke diensten dus het vergt maatwerk. Een bijzondere partij in deze categorie zijn de projectontwikkelaars. Bij stedelijke transformatiegebieden zijn diverse projectontwikkelaars op blok- en kavelniveau al voorzichtig aan de slag met mobiliteitshubs. Voor regionale mobiliteitshubs zien we echter nog een afwachtende houding bij zowel marktpartijen als projectontwikkelaars.
  3. Ondersteunende partijen. Dit betreffen bijvoorbeeld gebiedsorganisaties en -regisseurs. Dergelijke partijen kunnen zorgen voor een succesvolle exploitatie van één of meerdere mobiliteitshubs.

De vraag is: hoe brengen we deze partijen samen aan tafel, waarbij ieders deskundigheid en vooral ieders belang tijdig wordt gehoord en betrokken?

Betrokken actoren bij mobiliteitshubs

Mutual Gains Approach

Volgens ons zetten de stippen en lijntjes in strategische plannen en visies van overheden nog geen zoden aan de dijk. Voor de realisatie van (regionale) mobiliteitshubs is volgens ons dus tijdige afstemming nodig tussen betrokken partijen. Een aanpak die hierbij zou kunnen helpen is de Mutual Gains Approach (MGA). Een aanpak die de afgelopen 35 jaar is ontwikkeld aan de universiteiten van Harvard en MIT. Deze aanpak is ontworpen om resultaten en onderlinge relaties tussen betrokkenen te verbeteren, door zich te richten op belangen en niet op de eisen. Deze aanpak heeft in zich dat alle belanghebbende partijen ook worden betrokken bij belangrijke keuzes en besluiten. Doordat iedereen zijn of haar belang telkens kan betrekken en terug ziet komen bij de stappen die worden gezet, heeft iedere partij voordeel bij deze benadering. Soms betreffen het ook onderhandelingen bij deze aanpak, maar de crux zit ‘m erin dat je vroegtijdig met ieders belangen rekening houdt.

Bovenal wordt het met deze aanpak mogelijk om gezamenlijk tot betere ideeën en oplossingen te komen doordat partijen actief worden betrokken gedurende het hele proces. Zo ontstaan sneller oplossingen die duurzaam zijn omdat ze vanuit de partijen zelf zijn aangereikt. Er worden dus geen keuzes gemaakt voor partijen maar mét partijen. Belangrijk is om daarbij ook telkens vast te stellen waar eventuele weerstand zit bij partijen zodat ‘showstoppers’ tijdig zichtbaar worden. Dit vergroot de kans voor snellere processtappen. Wat cruciaal is, is dat je bij deze aanpak met elkaar vorm geeft aan het systeem (de mobiliteitshub(s)) en dat iedere partij erkent dat het andere partijen nodig heeft.

Mutual Gains Approach is al bij diverse ruimtelijke opgaven en projecten toegepast. Een goed voorbeeld is het proces bij de Prinses Beatrixlaan in Rijswijk waar het initiatief is genomen om aan de hand van deze aanpak tot een voorkeursvariant voor de inpassing van deze weg te komen. Bij dit proces is door  P2 gezocht naar een gezamenlijk gedragen oplossing voor de Prinses  Beatrixlaan, een oplossing die meer waarde biedt voor alle partijen dan  wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt. De deelnemende partijen waren de gemeenten Rijswijk en Den Haag en Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Het ministerie van I&W en de provincie Zuid-Holland werden actief  geïnformeerd. Inmiddels is het proces afgerond en is de voorkeursvariant  bestuurlijk vastgelegd. Op dit moment wordt gewerkt aan de verdere uitwerking van die variant.

In de praktijk

Hoe ziet de uitwerking van de Mutual Gains Approach er dan uit? In de afbeelding hieronder staat een fictief voorbeeld met als casus een regionale mobiliteitshub vlakbij een rijks- of provinciale weg en een treinstation (bijvoorbeeld Breukelen of Halfweg). In de afbeelding zijn de belangen van verschillende betrokken partijen (uitgedrukt in kansen en bedreigingen) beknopt weergegeven.

Fictief voorbeeld

Vervoerders hebben veel kennis van kansrijke locaties en de benodigde lijnvoering van het OV en kunnen dit inbrengen. Zonder deelmobiliteit heeft een regionale mobiliteitshub veel minder waarde in het gebied en aanbieders van deze deelmobiliteit kunnen hun kennis inbrengen over de potentie van locaties en de potentiële doelgroepen voor de deelmobiliteit. Projectontwikkelaars en andere vastgoedpartijen zijn nodig om van een regionale mobiliteitshub een duurzame en aantrekkelijke plek te maken met eventueel aanvullende voorzieningen.

Het is volgens ons erg interessant en nuttig om dergelijke overzichten verder uit te werken en te detailleren op basis van brede gesprekken. Hierdoor ontstaat een creatief proces. Partijen sparren, vullen elkaar aan en verbeteren elkaar. Samen werken ze aan een wenkend perspectief met een duidelijke plek voor ieders belang, deskundigheid en verantwoordelijkheid. Er kunnen zelfs coalities worden gevormd tussen partijen met gedeelde belangen. Een ander bijkomend voordeel van deze aanpak is dat het meer zekerheid biedt dat je telkens de goede stappen zet in de richting van concrete acties.  

Nu echt van de grond

Om regionale mobiliteitshubs écht van de grond te krijgen, moet een ander proces worden doorlopen. Een proces waarbij alle relevante partijen die een rol spelen bij mobiliteitshubs (dus overheden, marktpartijen, mobiliteitspartijen en ondersteunende partijen) actief aan het begin van het proces worden betrokken. Zodoende ontstaat vroegtijdig inzicht in de belangen van de partijen en kan gewerkt worden aan een wenkend perspectief. Wij roepen partijen op om snel met elkaar het brede gesprek te voeren over regionale mobiliteitshubs. Anders worden de stipjes en lijntjes in de strategische plannen en visies nooit omgezet in tastbare en goed functionerende mobiliteitshubs. Het gebruik van de Mutual Gains Approach biedt daarbij een uitgelezen kans om goede stappen te zetten en te komen tot gedragen en werkende oplossingen. Wie wil met ons aan de slag om aan de hand van de Mutual Gains Approach de visies en strategische plannen voor (regionale) mobiliteitshubs echt om te zetten in voor alle betrokken partijen wenkende en werkbare perspectieven?

Meer informatie over onze kijk op mobiliteitshubs of de Mutual Gains Approach? Neem contact op met Peter (krumm@appm.nl) of Micha (sijtsma@appm.nl).

Succesvolle mobiliteitshubs: hoe brengen we alle partijen samen?