Beter weten met data

maandag 13 februari 2023

“We moeten door alle crises vol aan de bak”, stelt Robbert Volker van Bureau de Groot Volker. “Terwijl iedereen de gevolgen van krapte op de arbeidsmarkt en personeelstekorten merkt, wordt het weer volop drukker op de wegen, zelfs ten opzichte van de pre-coronaperiode. We moeten gerichter verkeersonderzoek uitvoeren, slimmer data binnenhalen en slimmer koppelingen leggen tegen lagere kosten en met minder personeel.” 

Data is inmiddels niet meer weg te denken uit verkeers en -parkeeronderzoek. Er wordt steeds meer onderzoek verricht met verzamelde data via automatische kentekenplaatherkenning (anpr), met anpr-scanvoertuigen en statische (anpr)-camera’s. Door de inzet van deze digitale hulpmiddelen worden de openbare ruimte en het gebruik ervan steeds nauwkeuriger in kaart gebracht. Denk hierbij aan de exacte ligging van alle parkeerplaatsen en hoe lang en door wie deze parkeerplaatsen worden gebruikt. Deze informatie krijgt steeds meer waarde. Steeds meer wegbeheerders gaan hier ook de voordelen van inzien en besluiten om deze data frequent bij te houden.       

Data combineren

Door vanuit de onderzoekdata meer aansluiting te zoeken met overige diensten en andere databronnen worden resultaten steeds breder inzetbaar. Door trends te voorspellen uit gecombineerde data kan bijvoorbeeld worden aangegeven welke parkeerplaatsen kunnen verdwijnen ten gunste van fietsparkeren of groenvoorzieningen, of hoe de doorstroming in het parkeergebied verbeterd kan worden.  

Data vanuit de voertuigen zelf worden ook steeds belangrijker. In nieuwe voertuigen worden steeds vaker vaste apparaten gemonteerd die data genereren. Door deze slim te combineren en op de juiste wijze (privacy proof) te analyseren, komen tal van inzichten en oplossingen in zicht. Denk hierbij aan rijgedrag (acceleratie, snelheidsoverschrijdingen, deceleratie), CO2-uitstoot en bijvoorbeeld informatie over de staat van het wegdek (denk aan hobbels of spoorvorming).   

Verschuiving neemt een vlucht

Volker ziet een verschuiving optreden die de komende jaren een vlucht gaat nemen. “De  aanwezige data wordt vaker en efficiënter gebruikt. De digitalisering gaat verder doorbreken. De Digital Twin – een digitale representatie van een fysiek object - wordt steeds meer realiteit.” 

“Digitalisering is nodig. De bevolkingsgroei neemt toe en de beschikbare ruimte wordt steeds beperkter. De woningnood neemt ook toe waardoor, jongvolwassenen het huis niet meer uit kunnen. De ruimte moet beter worden verdeeld. We moeten er voor zorgen dat het voor iedereen leuk blijft met de wetenschap dat het - ook financieel - minder gaat worden. We moeten hiervoor op een andere manier samenwerken, ook binnen ons vakgebied.” 

Integraal denken  

Dat kan door projecten integraal op te pakken. “Het is natuurlijk jammer dat een parkeeronderzoek voor een klein gebied wordt uitgevoerd om te bepalen of een bouwplan doorgang kan vinden. Een dergelijk onderzoek wordt vaak maar een keer gebruikt, waarna de gegevens bij de opdrachtgever in de prullenbak verdwijnen. Door breder te inventariseren of er meer geïnteresseerden zijn, kan mogelijk tot de conclusie worden gekomen dat een groter gebied volledig in kaart kan worden gebracht waaruit door verschillende opdrachtgevers gegevens worden gehaald. De digitale en technische mogelijkheden zijn beschikbaar, dus waarom gaan we daar niet meer gebruik van maken?” 

Ook op ander gebied zijn de nodige winsten te behalen. “Denk bijvoorbeeld aan het bellen naar scholen om verkeerseducatie onder de aandacht te brengen en projecten in te plannen. Ik schrik ervan hoeveel instanties naast ons bezig zijn om deze scholen te benaderen. De scholen snappen er vervolgens niets van en houden de boot af, waardoor de nodige tijd wordt verspild. Kunnen we dit niet beter gezamenlijk oppakken?” 

Ontwerpprincipes 

Ten aanzien van ontwerpprincipes binnen het vakgebied denkt Volker dat nabijheid van voorzieningen een grotere rol moet spelen, iets dat we de afgelopen decennia uit het oog verloren zijn. “Ik kom zelf uit een periode, waarin ik in een dorp woonde dat volledig ‘self supporting’ was. De boer, de bakker, de slager, de school, het (kleine)ziekenhuis en het zwembad waren allemaal op loop- of fietsafstand gesitueerd. De openbare ruimte was daar volledig op ingericht en de inrichting voldeed prima.  Totdat de automobiliteit zijn intrede deed. Maar het is een vergeten tijd en een mogelijkheid die we misschien weer met elkaar moeten herontdekken. Mogelijk kunnen (mobiliteits)hubs gecombineerd met onze dagelijkse voorzieningen hieraan bijdragen.” 

“Het goede en leuke uit het verleden moeten we zien mee te nemen naar de toekomst.” Zoals de retro-brommers die inmiddels in volledig elektrische vorm verkrijgbaar zijn. 

Dit artikel verscheen in Trends 2023, meegezonden met de printeditie van MobiliteitsPlatform nr. 4. Meer lezen van Trends 2023? Ga naar onze digitale bibliotheek.

Robbert Volker