CO2-reductietool laat zien wat echt werkt
Door Vincent Wever
De vraag is alleen hoe. Er zijn talloze manieren om mobiliteit duurzamer, schoner en gezonder te maken. En dan hebben we het nog niet eens over de manier waarop we het kunnen organiseren. Gemeenten kunnen zelf het nodige doen; regionale samenwerking ligt voor de hand. En hoe zit het met provincies en het Rijk?
Kortom: er zijn genoeg knoppen om aan te draaien, maar wie wat moet doen en op welke manier: dàt is nog onduidelijk. Om daar meer inzicht in te krijgen ontwikkelde Goudappel Coffeng in samenwerking met de provincie Overijssel en de gemeenten Rijssen-Holten en Zwolle de tool Zicht op CO2, om letterlijk in één oogopslag inzichtelijk te maken welke beleidsresultaten welk effect hebben op de CO2-uitstoot.
Er bestaan natuurlijk al monitors en websites die een inzicht geven in CO2-uitstoot. Deze zijn vooral gebaseerd op de Emissieregistratie van het Rijk. Simpel gezegd trekt deze methode een harde grens om de gemeente en kijkt hoeveel CO2 daarbinnen uitgestoten wordt. Deze methode is niet per se slecht, maar er zijn wel twee valkuilen: ook mobiliteit waar gemeenten weinig aan kunnen doen (bijvoorbeeld doorgaand verkeer) wordt erin meegenomen en het geeft niet veel inzicht in waar je als gemeente op kunt sturen.
Inzicht in mobiliteitsgedrag
Bij Zicht op CO2 geven we via een overzichtelijk factsheet inzicht in het mobiliteitsgedrag van inwoners en bezoekers van de gemeenten. We leveren ook een dashboard waarmee gemeenten zelf aan de slag kunnen. We koppelen hierbij de CO2-uitstoot per modaliteit aan de verplaatsingen binnen of (voor de helft) van en naar een gemeente.
We hebben dit doorgerekend voor elke gemeente in Overijssel en voor de gehele provincie. En al zien we onderling belangrijke nuanceverschillen; door de bank genomen is er maar één factor waarmee je met grote slagen snel thuis bent: het verschonen van het wagenpark.
Als je kijkt naar de onderliggende cijfers is het ook logisch. Bij ritten van meer dan 15 kilometer is de auto bij de meeste gemeenten het populairst. Diezelfde auto is ook verantwoordelijk voor een groot percentage van de CO2-uitstoot in de modal split. Een relatief klein aandeel van de verplaatsingen is dus verantwoordelijk voor een relatief groot aandeel van de CO2-uitstoot.
Elektrische auto's
Alleen elektrische auto’s (natuurlijk in combinatie met groene energie) maken een echt groot verschil in de CO2-uitstoot van mobiliteit. Fietsprogramma’s, inzetten op ov, minder reizen: ze zijn stuk voor stuk sympathiek, maar op CO2-reductie zijn ze erg beperkt.
Moeten we ov, fiets en minder reizen dan maar laten voor wat het is? Natuurlijk niet. Er zijn talloze redenen te bedenken om er wel op in te zetten; denk aan plaatselijke luchtkwaliteit, ruimtevraag of gezondheid bijvoorbeeld. Het is aan overheden zelf om daarin te prioriteren natuurlijk. Het pleit decentrale overheden ook niet vrij om helemaal niets te doen. En het al dan niet gezamenlijk opzetten van een lobby van decentrale overheden om bij het Rijk aan te dringen op een stimuleringsprogramma voor elektrische voertuigen, is ook een beleidskeuze.
Bovendien betekent een massale elektrificatie van het wagenpark voor gemeenten en provincies ook nogal wat. Er zullen veel meer laadpalen en laadstations moeten komen en het elektriciteitsnet moet op de schop. Me dunkt dat iedereen aan de bak moet, willen we écht werk maken van CO2-reductie.
Zelf aan de knoppen
De tool staat daarom niet op zichzelf. Met workshops bieden we gemeenten ook daadwerkelijk inzicht in welke maatregelen veel of weinig inspanning vergen en welke maatregelen veel of weinig effect hebben. Zowel de tool als de workshop hebben we zo ingericht dat het thema ook inzichtelijk wordt voor bestuurders, zonder dat we inboeten aan inhoud.
Wilt u zelf eens aan de knoppen draaien? Dat kan. Probeer het zelf hier. Natuurlijk is het ook mogelijk om uw eigen gemeente, regio of provincie aan te laten sluiten, al dan niet in combinatie met een workshop. Het inzicht zou nog wel eens verrassend kunnen zijn.
Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 2, mei 2019.