Urgentie voor een gezonde stad

dinsdag 16 juli 2019
timer 5 min
Lopen als beleidsprioriteit nummer één. Meer bewegen door jong en oud vereist voorzieningen én verleidingen.
Door Derk van der Laan.

Derk van der Laan is vakjournalist en auteur van het boek ‘Lopen wil iedereen’. Zie ook www.gewoongezondlopen.nl 

Het bewijs dat voldoende lopen voor je lichaam de belangrijkste gezondheidsfactor is, stapelt zich al decennia op. Maar de laatste jaren komen ook de mentale en psychische voordelen steeds nadrukkelijker naar voren. Wie regelmatig loopt houdt niet alleen ouderdomsziekten als dementie verder weg, maar compenseert ook deels de toenemende dagelijkse druk die samenhangt met internetgebruik, drukte en onzekerheden in het bestaan. Voor de rol van verkeers- en mobiliteitsprofessionals in gezonde steden en dorpen heeft deze constatering grote gevolgen.  

Verkeershiërarchie  

Een gezonde omgeving realiseren betekent het toepassen van een andere verkeershiërarchie en een ommezwaai in bestaande concepten. Niet langer de auto voorop, gevolgd door collectief vervoer en fiets - wel voortaan de lopers op nummer één. Niet alleen verplaatsingen van A naar B centraal stellen, maar ook verblijven, bewegen en beleving aandacht geven. Oplossingen bieden voor de huidige mismatch: waar prima te lopen valt, blijven mensen toch vaak zitten. Terwijl er onvoldoende zitruimte is waar veel lopers zijn. 

Stoepen schoon, heel en vrij houden 

Onderzoek onder fietsers, autorijders en lopers laat telkens zien dat zij een sterke voorkeur hebben voor een eigen, gescheiden ruimte. In de praktijk blijkt dit niet altijd en overal realiseerbaar. Omdat voetgangers meestal (nog) niet volwaardig aan tafel zitten bij besluitvorming, sneuvelen hun belangen vaak. Aanleg en goed beheer van looproutes en voldoende onderhoud van stoepen is dus het eerste wat nodig is. Dus zorg dat tegels recht liggen, routes logisch zijn en voldoende verleidelijk.    

Hoger op agenda's

Professionals moeten vooral zelf bij gebruikers knelpunten en oplossingen achterhalen. Het lopen is voor velen zo vanzelfsprekend, of juist helemaal niet, dat enig bewustzijn vaak ontbreekt. Alleen in samenwerking met andere betrokkenen lukt het om 'te voet gaan' hoger op agenda’s te krijgen. Ik beschrijf een paar voorbeelden bij jong en oud.    

Kinderen  

Een gezonde kindomgeving draait niet alleen om geld, maar vooral om draagvlak en samenwerking. Dat zegt Ingrid Bakker, associatelector De Gezonde Stad aan Hogeschool Windesheim: Probeer veel samen te doen met ouders, kinderen, bewoners, scholen. Kinderen moeten zelfstandig en veilig kunnen lopen van A naar B”. Haar advies: “Betrek kinderen bij het ontwerpen van routes door de wijk. Een beter doorsteekje hier, een aantrekkelijkere oversteek daar.  

Beweegtuinen in wijken 

In Den Haag zorgen sportvoorzieningen, vrijwel midden in wijken, voor een gezondere jeugd. Ze worden intensief gebruikt. Onderwijzers zien dat leerlingen die meedoen, zich beter kunnen concentreren en fitter worden. De eerste ‘sporttuin’ (sportveld+ speeltuin) ontstond in 2005 in de Schilderswijk. Later volgden Duindorp, Moerwijk en Transvaal. Allemaal wijken met een bevolking met bovengemiddeld gewicht.   

Succesformule 

Het Haagse succes komt in de eerste plaats omdat gemotiveerde initiatiefnemers (gymdocent en directeur basisschool) een vliegwiel in werking zetten. Buurtvertegenwoordigers, sportclubs en gemeente vonden elkaar. Wat meehielp was dat kinderen de sporttuinen zelfstandig - te voet - konden bereiken via simpele en korte routes. Op locatie zijn begeleiders en beheerders aanwezig.  

Kinderen gezonder  

Het aantal kinderen tussen 2 en 18 jaar met obesitas is in Amsterdam gedaald, tussen 2012 en 2017 van 27.000 naar 24.500. Dankzij een pakket aan maatregelen, gericht op individuele kinderen en hun omgeving. Minimaal twee keer per week te voet of fietsend naar school gaan maakt deel uit van de inzet. Meer bewegen, goed eten, lekker slapen. Ouders, broertjes, zusjes, de school: allemaal zijn zij betrokken bij het intensieve coaching-programma.  

Wethouder als icoon 

Een belangrijke succesfactor is de organisatiemethode: houd het zo licht mogelijk. De Amsterdamse inzet gebeurt maximaal binnen bestaande lijnorganisaties en met bestaande middelen. Bovendien maakte de wethouder zich hier sterk voor. Eric van der Burg (VVD) gaf het voorbeeld door zelf veel (hard) te lopen en anderen continu te stimuleren. In een terugblik zegt hij: “Ik was acht jaar wethouder en ik ben op dit resultaat van minder obesitas het meest trots”.   

Gezamenlijk wandelen  

Voor gezond ouder worden is blijven lopen belangrijk. Sommige organisaties nemen dit seniorenbelang mee in hun werk, zoals ouderenbonden en organisaties die mensen met een beperking vertegenwoordigen.Verspreid over het land neemt het aantal initiatieven toe die het zelf naar buiten gaan’ ondersteunen. Zoals face to face of via social media georganiseerde gezamenlijke wandelingen. 

Valpreventie voor senioren 

Onder de 40.000 voetgangers die jaarlijks een val maken, zijn veel ouderen. Zij vormen een groep die veel baat heeft bij perfecte routes vanaf de voordeur. Ook cursussen ’Leren Vallen’ helpen senioren om vallen te voorkomen en om beter om te gaan met de risico’s. In veel gemeenten neemt de roep toe om te zorgen voor meer rustmogelijkheden, bijvoorbeeld door om de paar honderd meter een zitbankje te plaatsen.   

Walk21

Bezoekt u ook Walk21, hét voetgangerscongres? Walk21 is van 7 tot 10 oktober in Rotterdam: www.walk21rotterdam.nl

Slimme en Gezonde Stad

Concrete handvatten voor een gezonde, groene en duurzame stad vindt u in het boek 'Slimme & Gezonde Stad', een uitgave in opdracht van het Programma Slimme en Gezonde Stad van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.


Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 3, juli 2019. 

Lopen is gezond maar krijgt nog veel te weinig ruimte in de verkeershiërarchie en bestaande concepten.