De fiets, zo smart als het maar zijn kan

woensdag 24 mei 2017
timer 3 min
We moeten beseffen hoe goed en sterk de fietsinfrastructuur in Nederland en de fietscultuur in Nederland zijn. Dat schrijft Wim Bot, medewerker nationale en internationale beleidsbeïnvloeding op het Landelijke Bureau van de Fietsersbond. Zijn kernboodschap: de fiets is onmisbaar om steden leuker te maken.

Bij alle discussies over de mobiliteit van de toekomst gaat het voortdurend over smart cities, zelfsturende auto’s en gebruik van ICT. Dat we in Nederland met de fiets al een smart vervoermiddel bij uitstek hebben, wordt vaak over het hoofd gezien. De fiets is in al zijn eenvoud een schitterende technische uitvinding, die de actieradius van de mensen rond het begin van de twintigste eeuw enorm vergrootte, het eerste echte massatransportmiddel.


In Nederland doen we meer dan een kwart van al onze verplaatsingen op de fiets en meer dan een derde van de korte verplaatsingen. In steden als Groningen en Zwolle is dat zelfs de helft. In Nederland vinden we dat vanzelfsprekend: we fietsen gewoon, we denken er niet bij na. Maar buitenlandse delegaties komen zich er week in week uit aan vergapen, ze wanen zich in het fietsparadijs.


We moeten beseffen hoe goed en sterk de fietsinfrastructuur en de fietscultuur in Nederland zijn. Maar die toppositie is niet uit de lucht komen vallen. In de jaren zestig en begin jaren zeventig dreigde de fiets in Nederland zijn prominente positie te verliezen door de opkomst van de auto. Door de opkomst van sociale bewegingen (waaruit ook de huidige Fietsersbond voortkomt) en het ontwikkelen van een goed fietsbeleid, zijn we in staat geweest het fietsaandeel in stand te houden en te laten groeien. In de meeste andere Europese landen is het niet gelukt de dalende trend te keren en moet de fiets nu beetje voor beetje ruimte terugveroveren.


Wij weten in Nederland niet beter dan dat we overal veilige, gescheiden fietspaden hebben en een maximumsnelheid van 30 kilometer in verblijfsgebieden, dat we onze fiets bij stations en in binnensteden kunnen parkeren. Het zijn zegeningen die we moeten tellen, elke dag weer, ze zijn het resultaat van politieke en ambtelijke inzet en draagvlak. Tegelijkertijd vinden we dat er juist nu – in een tijd van fietsfiles en overvolle fietspaden, met autowegen en lichamen die dichtslibben – nog veel meer ruimte voor de fiets gemaakt moet worden. Het is tijd voor een schaalsprong in het fietsbeleid, tijd ook om de actieve en duurzame modaliteiten echt centraal te stellen en de auto in de stad terug te dringen. Echt slimme steden zijn steden die kiezen voor gezonde, stille, snelle, goedkope en duurzame vormen van verplaatsen in de stad.

 

(Bron: Milieudefensie)