Interactieve kaartviewer schetst de optimale zero-emissiezone

donderdag 4 maart 2021

Een slimme innovatie op het juiste moment: een interactieve weergave die helpt bij het bepalen van een in 2025 verplichte zero-emissiezone voor de stadslogistiek in 30 tot 40 gemeenten. Deze gemeenten worden geacht vier jaar van tevoren hun exacte zones kenbaar te maken, zodat ondernemers zich erop kunnen voorbereiden. Dit geeft de urgentie aan van dit onderwerp. Fijke Duijnhouwer, business consultant bij Geodan, legt uit hoe deze weergave helpt in het bepalen van de locatie voor zero emissiezones. 

“Op verzoek van TLN  hebben we een visueel overzicht gemaakt dat kan bijdragen aan het vinden van een optimale, maar ook werkbare zero-emissiezone voor de stadslogistiek,” zegt Duijnhouwer. Het overzicht, of ook wel kaartviewer genoemd, heeft het doel om informatie inzichtelijk te maken en in context te plaatsen.

Dit is relevant voor de bereikbaarheid van een winkelcentrum in een milieu- of zero-emissie zone die in de toekomst niet meer met een gangbare vrachtwagen beleverd kan worden. Er wordt daarom gekeken naar het gebruik van elektrische (bak)fietsen vanaf een hub aan de rand  van een stadscentrum, dan wel van elektrische voertuigen of van gewone fietsen. In de toekomst zal het daarbij ook kunnen gaan om het berekenen van voldoende laadpunten voor elektrisch vervoer en om het vinden van de juiste locaties voor de overslag van grotere vrachten op een kleinschaliger ‘schone vloot’.  

Dit lijkt op het eerste gezicht misschien eenvoudig, maar er zitten veel consequenties aan het bepalen van de locatie van de zones voor laad- en overslaghubs. “Denk aan de effecten op de omgeving van hubs en aan de effecten op de e-laadinfrastructuur. Is de actieradius van de vervoermiddelen bijvoorbeeld groot genoeg, kan er ’s nachts worden geladen en is er overlast voor omwonenden? De kaartviewer is nu een jaar operationeel, zegt Duijnhouwer. Het heeft een landelijke dekking en kan per regio en stad inzoomen. Daarmee geeft de tool voor ieder stadscentrum de context van de omgeving weer. ”Het belangrijkste is dat je met de verschillende bereikbaarheidslagen, bijvoorbeeld van e-bike of e-voertuig, kan gaan onderzoeken welke vervoersmiddelen de meeste voordelen bieden voor stadslogistiek.  We hebben een demo ontwikkeld (zie kader) waarop bestaande milieuzones als uitgangspunt worden genomen voor het bepalen van een zero-emissiezone. Je maakt hierop verschillende lagen zichtbaar, zoals winkelgebieden, bedrijfsterreinen en de huidige milieuzones. Hier voeg  je  bereikbaarheidslagen aan toe. Vervolgens prik je als het ware een ‘satéprikker’ door alle kaartlagen en bestudeer je de kansen en beperkingen van de verschillende zones die elkaar overlappen voor des betreffende locatie.” (zie de kaartbeelden).  
 
“Deze weergave faciliteert de gesprekken over het bepalen van de optimale zero emissie-zones,” vervolgt Duijnhouwer. “Voorheen kwam iedere stakeholder met zijn eigen verhaal en informatie. Nu kan iedere stakeholder op basis van dezelfde  betrouwbare bronnen data vergelijken, zo wordt de besluitvorming transparant en helder voor iedereen. Daarbij kunnen de uitgangspunten van de verschillende lagen tussentijds geactualiseerd worden, denk bijvoorbeeld aan nieuwe winkelgebieden.”  
 

Geografische basiskaart  

“De essentie van deze weergave is met name de geografische basiskaart” legt Duijnhouwer uit. “We zijn gespecialiseerd in het geografisch weergeven van data waaronder ook straatnetwerken, inclusief de verkeersregels en functies van het netwerk. Dus waar kan een fiets veilig rijden, waar levert een rotonde vertraging op in de doorstroming of waar is het verboden voor vrachtverkeer? Een groot voordeel voor ons nationale stratennetwerk is, dat we in Nederland een uitzonderlijk goed fietsnetwerk hebben. Dat maakt het mogelijk om ook de (e-)fietseffecten op detailniveau te berekenen. Bijvoorbeeld: Hoe ver is het bereik van een e-bike om een bestelde maaltijd nog warm aan te bieden en hoeveel scheelt dit bereik ten opzichte van bezorging met een gewone fiets?  

Als doorkijkje naar de toekomst, noemt Duijnhouwer de ontwikkeling van een datalaag die ook de ondergrond inzichtelijk maakt. Denk aan de ligging, soort en capaciteit van kabels en leidingen. “De ondergrond wordt steeds belangrijker bij het inrichten van toekomstige netwerken. Het mooie van deze tool is dat je de infrastructuur onder en boven de grond kan combineren, om de optimale locaties te selecteren voor de juiste e-laadinfrastructuur. Bovendien maakt het de tool daarmee ook interessant voor vestigingsplaatsanalyses. Stel een pakketdienst wil geen nieuwe hub bouwen, maar gebruik maken van bestaande of potentiële hubs op bedrijventerreinen.  Met diverse filters in de verschillende datalagen, maakt de viewer zo meerdere opties inzichtelijk.”    

Smart dashboard mobiliteit 

Het concept van ‘datalagen combineren’ hebben we voor TLN in een statische kaartviewer gedaan, besluit Duijnhouwer. “Maar tegenwoordig werken we ook aan projecten waarin we sensordata realtime tonen in een smart dashboard. Ook hier dient de locatiecomponent van data voor het in context brengen van data, zo worden knelpunten herkend en kansen geïdentificeerd.”   
 

 

-