Open parkeerdata voor goede informatievoorzieningen

maandag 25 november 2013
timer 4 min
“Het vinden van een parkeerplaats betekent vaak lang rondrijden tot je eindelijk een plek hebt gevonden. Dat brengt ergernis en tijdverlies met zich mee en is bovendien slecht voor het milieu”, aldus minister Melanie Schultz van Haegen. 
Open parkeerdata voor goede informatievoorzieningen

Gegevens ontoereikend


Vijf tot twintig procent van het zoekverkeer kan bespaard worden wanneer reizigers voor vertrek, onderweg en op de plaats van bestemming adequaat worden geïnformeerd. Met behulp van intelligente transportsystemen kunnen parkeerdata gemakkelijk vertaald worden naar handige diensten en apps. Echter, op dit moment zijn de beschikbare gegevens ontoereikend voor service providers om voor het publiek te ontsluiten. Daarom is het ministerie van IenM het project Open parkeerdata gestart.

Laagdrempelig toegang bieden 


Hiermee beoogt de overheid service providers laagdrempelig toegang te bieden tot de belangrijkste statische en dynamische parkeerinformatie. “Dit project is een service aan de reiziger. Het is de bedoeling dat een groot aantal apps en navigatiesystemen deze optie gaat aanbieden, zodat het gemakkelijker wordt om te zien waar lege parkeerplaatsen zijn”, zegt verkeerswethouder Jeannette Baljeu van Rotterdam. “Hier heb je echter wel veel informatie over beschikbaarheid, locaties, tarieven en openingstijden voor nodig. Om dat te kunnen bewerkstelligen heb je veel data nodig. En daar hebben we op onze beurt weer de gemeenten voor nodig. Dat maakt het ook zo'n mooi project om mee bezig te zijn. We zien dat veel gemeenten die inzet al willen geven, ook vanuit Rotterdam doen we mee. Dat kost even wat tijd, we moeten alles natuurlijk in databestanden verwerken. Maar uiteindelijk is het openbaar maken van de data de grote sleutel: openbare gegevens zodat programmeurs van navigatiesystemen dan wel apps ermee aan de slag kunnen.” Baljeu benadrukt dat het alleen een succes kan worden als veel gemeenten de data ook daadwerkelijk vrijgeven, evenals private beheerders van parkeergarages. “Dat is ook waar minister Schultz de oproep toe doet, en ik als ambassadeur. Maar wie wil nu niet promoten dat zijn parkeergarage nog vrije plaatsen heeft?”

Grote maatschappelijke winst 

Door parkeerdata via een nationaal register beschikbaar te stellen, kunnen serviceproviders dus op eigen initiatief innovatieve mobiliteitsoplossingen ontwikkelen: op maat, multimodaal, van deur tot deur en voor verschillende media. Onnodig gebruik van de wegcapaciteit, ergernis en tijdverlies worden hierdoor uiteindelijk weggenomen, net als onnodige kosten en extra milieubelasting. Bij volledige dekking kan dit maar liefst 65 miljoen euro aan baten per jaar opleveren. Uit onderzoek blijkt dat uitgebreidere en verbeterde parkeerinformatie bovendien grote maatschappelijke winst oplevert. De beschikbaarheid van statische en real time gegevens zal een positief effect hebben op de doorstroom van verkeer, de vermindering van uitstoot en de aantrekkelijkheid van stadscentra. In de vier grote steden gaat het om 1,5 tot 4 miljoen minder voertuigkilometers.

Hoe bereiken we dat?

Door te investeren in standaardisatie, bottom up te werk te gaan, aan te haken bij bestaande open data initiatieven, een gefaseerde aanpak te hanteren, gebruik te maken van bestaande databases en een centrale catalogus samen te stellen. Uiteindelijk moet dit alles samen leiden tot standaardisatie en publicatie van parkeerdata, een nationaal register met zoekfunctie, een aanzet voor dynamische data van straatparkeren en een hoge beschikbaarheid van statische data van straatparkeren en statische en dynamische data van slagboomparkeren. Begin volgend jaar worden de statische parkeergegevens zoals tarieven, locaties en openingstijden van parkeervoorzieningen in Nederland beschikbaar gesteld als Open Data. In het eerste kwartaal van volgend jaar gaan de publieke en private exploitanten die deelhemen in de 'kopgroep' tevens over tot publicatie van dynamische data (actuele beschikbaarheid van parkeerplaatsen). Daarna volgen andere steden in het land, waardoor naar verwachting begin 2015 de gegevens van het overgrote deel van de Nederlandse parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Schultz: “Om ervoor te zorgen dat er landelijk goede afspraken worden gemaakt en het proces op gang komt, is het belangrijk om een overkoepelende organisatie te hebben. Rotterdam, Amsterdam en Utrecht hebben mij gevraagd om het initiatief te ondersteunen. Dat doe ik graag, want dit initiatief sluit aan bij de maatregelen die ik neem om de bestaande infrastructuur beter te benutten en zo de doorstroming op de wegen te verbeteren.'

Dit artikel is verschenen in het Beter Benutten/ITS Dossier in Verkeer in Beeld #5 2013.