Parkeren en gedrag: ‘Breng een positieve boodschap, beloon goed gedrag'
Hoe stimuleer je gewenst (parkeer)gedrag? Wat draagt handhaving met een scanauto bij aan gedragsverandering ? Hoe kan deelmobiliteit een écht alternatief zijn voor eigen autobezit? Deze en andere onderwerpen kwamen 20 april voorbij tijdens een netwerkbijeenkomst van CROW. En ja, het moet gezegd: ook de locatie was inspirerend. Want dat bleek de 21e verdieping van het Stadskantoor in Utrecht, waar je een fenomenaal uitzicht hebt op het grootste OV-knooppunt van Nederland. Benieuwd wat er die ochtend is besproken? Lees hieronder een verslag.
Aanleiding voor de bijeenkomst was de presentatie van het nieuwe CROW-magazine Parkeren en gedrag. Een uitgave met achtergrondverhalen, columns, actuele cijfers én interviews met onder anderen wethouder Anne Mulder van de gemeente Den Haag, verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen en wetenschapper Giuliano Mingardo.
Het eerste exemplaar werd die ochtend overhandigd aan de verkeerswethouder van de gemeente Utrecht, Lot van Hooijdonk. Zij kreeg het blad uit handen van CROW-projectleider Ronald van der Weerd. De keuze voor Van Hooijdonk is niet toevallig. Nadat zij in 2014 namens haar partij GroenLinks wethouder werd, wist zij Utrecht als fietsstad op de kaart te zetten. Niet alleen vanwege de opening van de grootste fietsenstalling ter wereld (met 12.500 plekken), maar ook dankzij vele verbeteringen aan fietspaden. Tijd om achterover te leunen is er niet; momenteel heeft zij de handen vol aan het plan om in de héle stad betaald parkeren in te voeren. Een voornemen dat veel discussie oplevert, maar ook laat zien hoe belangrijk het is om te werken aan alternatieven voor de ‘eigen auto’. Zoals deelmobiliteit, maar zeker ook goed openbaar vervoer.
Gedrag
De bijeenkomst begon overigens met een hartelijk welkom door dagvoorzitter Frans Bekhuis, projectmanager bij CROW. Die kondigde daarna de keynote speaker aan; gedragspsycholoog Nina Crox van het bureau D&B uit Nijmegen. Dat bureau is gespecialiseerd in gedragsverandering en werd in 2007 opgezet door Ap Dijksterhuis en Rick van Baaren; twee professoren die zijn verbonden aan de Radboud Universiteit. Zij vonden het belangrijk om ‘vanuit de uni’ meer kennis en inzichten te delen met de markt. Immers; wie beter begrijpt waardoor we ons gedrag laten leiden of beïnvloeden, kan ook sturen in gewenst gedrag, vertelde Crox. Hoe roep je inwoners bijvoorbeeld op meer zorg te dragen voor een schone buurt? Op welke manier vraag je aandacht voor veiligheid van hulpverleners? Hoe stimuleer je dat meer mensen een parkeerkaartje kopen?
In het verhaal van Crox veel aandacht voor campagnes uit de afgelopen jaren die wel of juist niet bleken te werken. Om dat te kunnen verklaren, gaf zij uitleg over hoe ons brein reageert op die verschillende boodschappen. Een simpele test met de zaal liet al zien hoe we geneigd zijn eerder negatieve signalen op te pakken. Crox liet een afbeelding zien met tientallen boze smileys en ergens daartussenin één lachende. De vraag was eenvoudig: hoe snel zie je de lachende smiley? (antwoord: na ongeveer 30 seconden). En omgekeerd: hoe snel vind je de boze smiley tussen de lachende? (na ongeveer 10 seconden). Alert zijn op gevaar en op negatieve elementen is te linken aan ons oerbrein, legde Crox uit. De eerste mensen ontwikkelden die sensitiviteit om onveilige situaties bijtijds te herkennen.
Daarnaast legde ze uit dat ons gedrag voor zo’n 5 procent wordt geleid door bewust handelen en voor zo’n 95 procent door onbewuste keuzes. Met andere woorden: campagnes die sturen op rationele keuzes kunnen al snel de plank misslaan. Want wat we doen heeft lang niet altijd te maken met wat we weten, willen en kunnen, aldus Crox. Vervolgens legde ze uit welke factoren van belang zijn bij het accepteren van een boodschap en hoe innerlijke weerstand die acceptatie in de weg kan zitten. Bijvoorbeeld de weerstand tegen verandering (inertia), maar ook scepticisme vanwege onduidelijkheid en onzekerheid. Dat laatste zag je in coronatijd onder meer ontstaan rondom de vaccinaties, legde Crox uit. Door de onduidelijkheid over de werking en de gevolgen haakte een grote groep al vrij snel af.
Beloon goed gedrag
Het was een mooie inleiding om uiteindelijk ook een aantal campagnes tegen het licht te houden. Even kort door de bocht: breng een positieve boodschap, beloon goed gedrag en spreek mensen aan in een specifieke rol. Bijvoorbeeld die van ouder en opvoeder. Of goedwillende burger. Negatieve campagnes (‘Handen af van onze hulpverleners’) geven ongewenst gedrag een podium en kunnen onbedoeld dat gedrag legitimeren, aldus Crox.