De toegevoegde waarde van een mobiliteitshub

vrijdag 5 april 2024

Noortje de Boer-Jansen,  commercieel projectmanager binnen Continental Car Parks, specialist in parkeeroplossingen, ziet dat er wel veel vraag is naar hubs, maar dat maar weinig partijen er nog echt werk van maken. “De vraag naar hubs past in een nieuwe manier van denken bij gebiedsontwikkelaars en gemeenten, steeds meer stedenbouwkundige toekomstplannen streven naar een autoluwe stad met meer oog voor onze leefomgeving. In dat nieuwe mobiliteitsmodel spelen hubs een belangrijke rol. Een hub is transformeerbaar, collectief en draagt door de multifunctionaliteit bij aan de kwaliteit van een gebied.” 

“Vroeger begon een gebiedsontwikkelaar bij een nieuwe locatie met het ontwikkelen van een hoeveelheid wooneenheden en/of bedrijven, mobiliteit en de beleving in de omgeving kwamen pas daarna”, vertelt de Boer-Jansen. “Dat is nu omgedraaid, naar eerst nadenken over mobiliteit en de toegevoegde waarde voor een gebied, en dan kijken naar wat je overhoudt.” 

Een groot vraagstuk rondom mobiliteitshubs is nu nog het financiële plaatje. “Hoe maak je de hub rendabel, hoe zorg je dat dat ‘in de lucht’ komt, wie gaat de exploitatie op zich nemen en wie wordt de eigenaar? Dat soort vragen spelen vaak. Maar ook: hoe landt de hub in de omgeving, zeker als het om bebouwd gebied gaat, en wat is de toegevoegde waarde? Wat kun je nog méér doen, want een hub moet geen op zichzelf staand iets zijn, maar echt integraal in het gebied passen. Wij merken dat er steeds meer functionaliteiten worden toegevoegd aan onze parkeergarages. Je krijgt al snel het principe van een mobiliteitshub waar je ook fietsen kunt huren en pakketjes op kan halen. Daarnaast worden onze parkeergarages steeds vaker voorzien van winkels of restaurants in de plint of een daktuin op het dak van de garage. Met het toevoegen van extra functies wordt de flexibiliteit van het gebruik in de toekomst gewaarborgd.   

De mens en natuur centraal stellen  

“De hub is al een aantal jaar in beeld, maar het realiseren van hubs zie je nu geleidelijk ontstaan. Wij zijn een van de weinige partijen die al echt projecten hebben opgeleverd, zoals de mobiliteitshub op het voormalige Fluorterrein in Haarlem en op de NDSM-werf in Amsterdam. Een hub is in feite een veredelde garage, maar kan zo veel meer zijn, en zo zien wij het ook. Multifunctioneel ruimtegebruik op één plek, waar je functies toevoegt die passen in de omgeving, daar gaat het om”, vertelt de Boer-Jansen. 

Robin Berenschot, duurzaamheidsmanager binnen Aan de Stegge Twello, het moederbedrijf van Continental Car Parks, geeft aan dat een hub kan meer bieden dan alleen parkeren, deelmobiliteit en diensten. “Een hub kan het gebied écht verbeteren, door de mens en natuur hier samen te laten komen. Daar moet je dan wel in de ontwerpfase al over nadenken. Natuurlijk willen we graag een mooi gebouw opleveren, maar belangrijker is hoe het te integreren valt in de omgeving. Dan moeten we niet alleen de ambitie hebben om mensen elkaar te laten ontmoeten maar ook echt zorgen dat dat gebeurt. Mensen moeten er willen verblijven, dan kan de hub als ontmoetingsplek fungeren.” 

De generaties na ons 

“Mensen willen anders naar hun werk, anders wonen, ze zijn heel bewust bezig met klimaat. Daar willen wij echt wat mee. Als we nu wat bouwen, wie gaat dat dan gebruiken, hoe zorgen we ervoor dat gebouwen in de toekomst transformeerbaar zijn? Hoe kunnen we aansluiten op maatschappelijke ontwikkelingen? Daar houden we ons heel erg mee bezig.” 

De ervaring is belangrijk. “Mensen moeten zich veilig voelen, de zichtlijnen moeten kloppen, de mens moet centraal staan in het ontwerp.” 

Bij alles wat Continental Car Parks doet staan vier strategische pijlers centraal op gebied van duurzaamheid. “Hoe realiseren we het gebouw met een zo laag mogelijke CO2 footprint? Dat betekent nadenken over materiaalkeuze en in te zetten materieel. Zo hebben wij een houten parkeerconcept ontwikkeld dat goed bij deze visie past en waarmee we daadwerkelijk impact kunnen maken op het milieu past.” 

Dan volgt energie: hoe gaan we gebouwen maken die energiepositief zijn? Dan de mens, die staat altijd centraal, en dan niet alleen de gebruikers maar ook voetgangers en omwonenden. En natuurlijk natuur en klimaat: zorgen dat onze gebouwen niet afdoen aan biodiversiteit, maar juist de biodiversiteit vergroten. Hoe zorgen wij ervoor groen wordt geïntegreerd in en rondom onze gebouwen en dat dit groen weer de juiste voedingsbron is voor de aanwezige dieren. Klimaatadaptief én natuurinclusief ontwerpen zoals dat zo mooi heet.” 

Grote thema’s om op een gebouw te projecteren, onderkent ook Berenschot. “Dus moeten we het weer klein en concreet maken. Dat kan op verschillende manieren, met deze thema’s zijn wij iedere dag bezig zodat wij ook daadwerkelijk meetbare impact kunnen maken.” 

Andere mindset 

“De sector moet zichzelf een andere mindset aanmeten. Niet alleen ‘iets duurzaams doen’, maar integraal thema’s bij de kop pakken. Duurzaamheid moet in het hele ontwerp aanwezig zijn, vanaf het allereerste begin, en niet een soort toevoeging achteraf zijn.