Van de eerste zelfrijdende bussen in Nederland tot mobiliteit die gedrag écht verandert. Acht jaar innovatie leverde één grote les op: pilots zijn niet genoeg. Het systeem moet mee.
'Wat acht jaar mobiliteitsinnovatie ons leerde'

Foto: Shutterstock
Wat begon met een paar visionairs, een lege parkeerplaats en een zelfrijdend voertuig, groeide in acht jaar uit tot een netwerk van mobiliteitsmakers die innovatie structureel implementeren. Future Mobility Network (FMN) stond aan de wieg van baanbrekende innovaties, maar kwam erachter dat echte verandering alleen lukt als je het systeem aanpakt.
In dit artikel blikken we terug op wat er in acht jaar mobiliteitsinnovatie écht geleerd is. Niet in abstracte termen, maar met cases en concrete inzichten die nu leiden tot een nieuwe koers, een nieuwe visuele identiteit en een krachtige belofte:
FMN realiseert de mobiliteit van morgen.
1. Innovatie blijft een experiment zonder systeemverandering
Wat begon met een paar visionairs, een lege parkeerplaats en een zelfrijdend voertuig, groeide in acht jaar uit tot een reeks grensverleggende pilots. Zelfrijdende shuttles op de openbare weg, een ticketingsysteem voor autonoom vervoer bij ESA-ESTEC, een logistieke robot die zelfstandig goederen rondbrengt op een vakantiepark en een innovatiesprint met Rijkswaterstaat en de NVWA rond regelgeving en ethiek. Stuk voor stuk projecten die hun tijd vooruit waren.
“We hadden de technologie, de ideeën en het lef – maar het systeem eromheen liep achter,” zegt Alwin Bakker. “Daardoor bleef het te vaak bij een showcase, terwijl we eigenlijk systeemverandering wilden.”
Die ervaring leidde tot de ontwikkeling van een gestructureerde aanpak. In een testpark van 3.000 m² in Rotterdam ontvingen we bezoekers van over de hele wereld om innovaties te laten zien én testen. Daaruit ontstond onze hink-stap-sprong-methodiek: een innovatiefunnel die organisaties meeneemt van experiment naar implementatie.
Maar ook dat was niet genoeg.
“We merkten hoe moeilijk het is om iedereen mee te krijgen in zo’n funnel. Innovatie vraagt meer dan techniek en visie – het vraagt systeemaanpassing,” zegt Iris Ruysch.
En dus verschoof de focus. Niet alleen innoveren, maar het systeem ontwerpen waarin die innovatie kan landen. Dat betekent: beleid, omgeving, governance, gedrag. Pas als die meebewegen, ontstaat duurzame impact.
De les?
“Zonder systeemverandering wordt zelfs de slimste innovatie een eenzaam experiment.”
.png)
2. Tijdelijke hinder is de ultieme kans voor gedragsverandering
Bij werkzaamheden aan Kunstwerk 58 (Hoofdweg-A16 Rotterdam) of de Papendrechtse Brug liet FMN iets unieks zien: hinder kan een gedragslaboratorium worden.
Door hinder niet alleen op te vangen, maar te benutten, konden mensen alternatieven zoals P+R, deelscooters en openbaar vervoer ervaren en waarderen. Met behulp van datagedreven doelgroepanalyses, interactieve P+R apps en zelfs een beverbus, ontstond een speelse, maar doelgerichte gedragsinterventie. Innovatieve oplossingen lenen zich ideaal om tijdelijk getest te worden tijdens dit soort werkzaamheden. Zo beperken we hinder en gebruiken we deze hinder ook nog als een ‘living lab’ in de praktijk.
"De meeste mensen keren niet terug naar hun oude gedrag als het alternatief beter blijkt," zegt Frank Mintjes. "Maar dan moet je dat alternatief wel slim ontwerpen én promoten."
De les?
“Mobiliteit verander je niet in een beleidsstuk, je verandert het op straat. Tijdens een afsluiting, met echte alternatieven.”
3. Visies moeten keuzes afdwingen, geen dromen opleveren
Mobiliteitsvisies worden te vaak behandeld als eindproducten. Maar FMN gelooft dat een visie pas kracht krijgt als die stuurt.
Voor ParkerenDelft werd daarom eerst geanalyseerd wat realistische toekomstbeelden zijn, op basis van trends en behoeften. Door vele jaren aan implementatieervaring en een goede blik op innovatie kunnen we deze toekomst dan ook accuraat schetsen. Maar FMN ging verder: er werden sturingsprincipes geformuleerd én vijf strategische keuzes ontwikkeld die richting geven aan de komende 20 jaar.
"Een visie is pas nuttig als het ook pijn doet," zegt Alwin. "Als je moet kiezen tussen parkeerplaatsen of verblijfsruimte. En als je weet wat je morgen al anders moet doen."
De les?
“Een visie zonder uitvoering is een rapport. Een visie met keuzes en fasering is een routekaart.”
.png)
4. Mobiliteit begint al bij de eerste schets van een gebied
FMN ontdekte dat mobiliteit niet pas komt bij de aanleg van wegen, maar al bij gebiedsontwikkeling cruciaal is.
Voor het Havenstraatterrein in Amsterdam werd daarom een mobiliteitsplan opgesteld dat startte bij de vraag: wie gaat hier straks wonen of werken? In Voorburg werd voor het Diaconessenhuis een plan gemaakt met meer dan 35 doelgroepen in kaart: van arts tot bezoeker. Daarmee kon het concrete mobiliteitsvoorstel worden afgesteld op gedrag, behoefte en gebruiksmomenten.
"Mobiliteitsbeleid moet niet vertellen hoeveel parkeerplekken er komen, maar hoe je mensen in beweging krijgt," zegt Iris. "En dat start al bij conceptontwikkeling."
De les?
“Gebiedsontwikkeling zonder mobiliteitsstrategie is bouwen op zand.”
Van leren naar doen: een nieuwe koers
De lessen uit acht jaar zijn nu samengebracht in een nieuwe merkidentiteit. Met een fris logo, een sterke positionering en één duidelijke belofte:
The Future Mobility Network realiseert de mobiliteit van morgen.
Daarbij staan vier thema’s centraal die elkaar versterken:
- Minder hinder
- Mobiliteits- en omgevingsvisies
- Innovatieve mobiliteitsconcepten
- Project- en gebiedsontwikkeling
Niet alleen advies. We implementeren. We bouwen. En dat geeft ons uniek inzicht in wat er wél werkt.
Nieuwsgierig naar de aanpak van FMN?
Bekijk dan ook de vernieuwde website: www.thefuturemobility.network