‘Mobiliteit en energie smelten samen’

vrijdag 13 januari 2023

Vooruitkijken naar 2023? Bij het kennis- en innovatiecentrum ElaadNL fronsen ze de wenkbrauwen. “Wij richten ons op de lange termijn, minstens tien jaar, om ervoor te zorgen dat iedereen straks slim kan opladen”, aldus Paul Broos, projectmanager bij het kennisplatform dat onderzoek doet naar slim en duurzaam laden van elektrische voertuigen. 

Broos wil wel een poging wagen om naar de komende jaren vooruit te kijken, waarin hij in ieder geval verwacht dat het elektrisch rijden steeds dominanter zal worden. “Hoe snel die ontwikkeling zal gaan, is nog de grote vraag. Het elektriciteitsnetwerk komt steeds meer onder druk te staan door de snel stijgende behoefte aan energie voor mobiliteit, naar wel veertig TWh (Terawattuur, oftewel 1 miljard kilowattuur, red.) in 2050. Ter indicatie: dat is een derde van de huidige totale Nederlandse elektriciteitsvraag. Daarnaast stijgt de vraag naar elektriciteit door steeds meer warmtepompen en verduurzaming van industriële processen. Nu vormt zich een ander groot vraagteken: Hoe ga je grote pieken en dalen in de energievraag opvangen?”

Wetgeving vanuit Brussel

Energiehubs kruipen meer en meer naar de mobiliteitshubs toe. Gemeenten willen de laadmogelijkheden zo veel mogelijk gaan clusteren door laadpleinen te creëren. Dat biedt voordeel voor de gebruiker en de netwerkbeheerder; het her en der aansluitingen realiseren is dan verleden tijd. “De V2G-techniek, oftewel bidirectioneel laden, dat wil zeggen dat de energie in de batterij van een elektrische auto teruggeleverd kan worden aan het elektriciteitsnet om bijvoorbeeld een huishouden te voorzien van stroom, is een interessante ontwikkeling. Het gebeurt nu nog sporadisch, maar door onder meer nieuwe wetgeving vanuit Brussel verwacht ik dat de implementatie hiervan binnen tien jaar is afgerond.” 

Flexibele laadsnelheden

Onlangs rondde ElaadNL een uitgebreide test af om te onderzoeken of meerdere elektrische auto’s zijn op te laden via het elektriciteitsnet door gebruik te maken van een flexibele laadsnelheid. Bij 26 openbare laadpalen in tien wijken in Amsterdam werd deze proef voor een periode van tien maanden uitgevoerd. Gebruikers konden hun auto inpluggen zoals ze gewend waren, maar de laadsnelheid hing af van het aantal ladende auto’s in de buurt en van de actuele beschikbare netwerkcapaciteit. Uit de proef bleek dat er met slim laden drie keer zoveel nieuwe laadpunten geplaatst kunnen worden binnen de grenzen van het bestaande elektriciteitsnetwerk. De gebruikers ondervonden er geen hinder van, de piekbelasting op het elektriciteitsnet werd ook niet hoger. De netbeheerders hoeven dankzij de flexibele laadsnelheid niet langer het maximale vermogen voor elke laadpaal te reserveren.

Steeds grotere batterijen

Vanuit de EU komt er volgens Broos wetgeving aan die de lidstaten verplicht stelt om elke 60 km langs de snelweg snellaadpalen beschikbaar te hebben. “In een klein land als Nederland is dat niet zo’n grote opgave, in andere landen gaat dat nog een hele klus worden.” In Nederland ziet Broos op steeds meer locaties snellaadmogelijkheden opduiken. Eerst zocht je hiervoor het tankstation langs de snelweg op, tegenwoordig kom je de snellaadpalen ook tegen bij winkelcentra of fastfoodketens als McDonalds. “Het opladen gaat steeds sneller, maar de batterijen worden ook steeds groter, waardoor snelladen weer minder noodzakelijk zal worden”, voorspelt Broos.

Dit artikel verscheen in Trends 2023, meegezonden met de printeditie van MobiliteitsPlatform nr. 4. Meer lezen van Trends 2023? Ga naar onze digitale bibliotheek