Door verdichting en groei wordt het straatbeeld steeds drukker, steden raken voller. Het gevolg is dat steeds meer gemeenten zich richten op duurzame personenmobiliteit. Maar volgens Rick Reijersen van Buuren, adviseur bij &Morgen, levert goederenmobiliteit nu steeds meer overlast op. “Goederenmobiliteit en personenmobiliteit moeten slimmer en beter met elkaar geïntegreerd worden.”
Logistiek als luxemiddel
Bij gebiedsontwikkeling wordt vaak vanaf het begin rekening gehouden met personenmobiliteit: die moet duurzamer. Maar in de logistieke goederenketen is duurzaamheid duurder en kost meer tijd. “We zijn toch gewend geraakt aan een stukje gemak en service. Wij kopen meer mobiliteit als luxemiddel in, terwijl we tegelijkertijd ook vinden dat de logistieke keten steeds meer moet bundelen en efficiënter moet samenwerken. Wij zijn gewend om steeds meer thuis te laten bezorgen, dus de ‘last mile’ doen we niet meer zelf. Waarom moet alles de volgende dag of soms dezelfde dag tot aan de voordeur geleverd worden? Dat stukje gedragsverandering is een hele grote uitdaging”, aldus Reijersen van Buuren. “Eigenlijk moet goederenmobiliteit net zo vanzelfsprekend worden als personenmobiliteit. Dat moeten we integreren met elkaar. Bij de plaatsing van een ov-hub kunnen we bijvoorbeeld best ook gelijk een centraal pakketpunt maken. Het is daarbij belangrijk om goed te kijken naar het gebied voor een strategische plaatsing: een plek waar veel mensen langskomen, die 24/7 toegankelijk
is en niet onnodig vervuilende bewegingen veroorzaakt.”
Niet alleen pakketjes
Bij stadslogistiek denken veel mensen aan pakketjes die aan de deur geleverd worden. “Maar de logistiek is heel breed en divers: denk aan verse producten, stukgoederen, afval, facilitair & service en het bouwsegment. Belangrijk is ook dat vaak de transporteur die de goederen aflevert, een hele beperkte invloed heeft op het hele proces”, gaat Reijersen van Buuren verder. Hij pleit ervoor dat in de keten een belangrijkere rol is weggelegd voor de consument of leverancier in combinatie met de overheid. “In projecten en gebiedsaanpakken moeten
de logistieke stromen worden meegenomen, bijvoorbeeld door slimme gebiedsinrichting voor logistiek en door afspraken te maken over bundeling van leveringen.”
Zero overlast
Bij logistiek ligt de focus nu op zero emissie en een zo schoon mogelijke mobiliteit. Volgens Reijersen van Buuren is het zaak vooral te kijken naar zero overlast. “Die logistiek moet en mag er zijn, want die goederen zijn bijvoorbeeld nodig in het gebied. De overlast tegengaan doe je door aanpassing van gedrag en slimme samenwerking tussen alle partijen in het gebied. Daar moeten we naartoe werken, want alleen dan kun je een gedragsverandering teweeg brengen. Goede data en gedragsanalyse is hierin belangrijk”, besluit hij.