Wat doen we met het nieuwe buzzwoord: Brede Welvaart?

woensdag 13 maart 2024

Gerjan Hanckmann van Kragten voorspelde in het Trendboek 2020 een sterkere koppeling tussen mobiliteit en welzijn. Vier jaar later staat hij daar nog steeds achter. Inmiddels heeft het beestje een naam gekregen: Brede Welvaart. “Leuke kreet, maar wat doen we ermee?”

Integraal kijken naar de inrichting van de fysieke leefomgeving krijgt gestalte in de principes van de Brede Welvaart, die onder meer thema’s als materiële welvaart, maar ook gezondheid, vrije tijd, inclusiviteit en dergelijke omvatten. Op zich een goede zaak, vindt Gertjan Hanckmann, Vakgroephoofd mobiliteit bij Kragten. “Maar het is wel zoeken hoe je dat aanpakt. Daarvoor moet je uit je hokje komen, de schotten moeten ertussenuit.”  

In de praktijk is dat nog wel eens lastig, hoewel ze bij Kragten al jaren deze werkwijze hanteren. “Eigenlijk willen we vanuit meerdere beleidsvelden hetzelfde, namelijk: mensen in beweging krijgen. Door te sporten of door te lopen en te fietsen. Dat kan je vanuit de ruimtelijke hoek stimuleren, maar ook vanuit de mobiliteit. Wat mij betreft is het niet het belangrijkste om de auto de wijk uit te krijgen, maar de openbare ruimte moet mensen verleiden te bewegen. Uiteindelijk is mobiliteit geen doel, het is slechts faciliterend.”  

Voor gemeenten is deze denkwijze nog niet vanzelfsprekend. “Wanneer zij inzetten op een beweegvriendelijke omgeving, komt de vraag nog vaak bij mijn collega’s van ‘Sport & Bewegen’ terecht. Vanuit verkeer wordt dit vraagstuk naar mijn idee te eenzijdig opgepakt. Die twee werelden weten elkaar nog niet echt te vinden. Terwijl ik denk: ‘Jullie zijn toch collega’s, je werkt bij dezelfde organisatie’. Wij proberen de verschillende afdelingen binnen gemeenten wel bij elkaar te brengen, door het bewustzijn te vergroten en soms door budgetten te combineren. Hier krijg je creatievere oplossingen van en je netwerk wordt groter. Het sociale domein heeft bijvoorbeeld heel andere partners dan mobiliteit.” 

De term Brede Welvaart is volgens Hanckmann pas in 2023 echt opgekomen. “Eerder hadden we het al over vervoersarmoede. Nu wordt er nog meer onder gehangen. Het risico is dat het een algemene term blijft met wat abstracte waarden. Iedereen moet voor zichzelf bepalen: wat is Brede Welvaart?” 

Wat voor gemeente wil je zijn? 

Voor Hanckmann en zijn collega’s verandert er op dit vlak niet zoveel in 2024. “Wij zijn hiermee in 2019 al begonnen. Dat je niet alleen maar vanuit verkeer of mobiliteit moet denken, maar vanuit de behoefte die je hebt. Wat voor gemeente wil je zijn? Betrek dat vervolgens op alle beleidsvelden. Het is verleidelijk om de verkeersproblemen op te willen lossen, maar je moet je volgens mij eerst afvragen of dat bijdraagt aan het einddoel.” 

Hanckmann voorspelde ook in 2019 een brede acceptatie van deelmobiliteit. “Dat is wat mij betreft onvoldoende uitgekomen. We kunnen veel meer uit deelmobiliteit halen. Het kan bijdragen aan het gehele mobiliteitssysteem, vooral in landelijk gebied. Maar aanbieders vinden het helemaal niet interessant om daar te zijn, die letten vooral op winst. De overheid wil subsidieert het onvoldoende en dan wordt het ov-aanbod ook nog eens steeds minder. Als het ziekenhuis dan ook nog eens wordt verplaatst, riskeer je dat de regio leegloopt. Volgens mij moeten we naar één totaalsysteem, waar ov, deelmobiliteit, maar ook vrijwilligers en de auto onderdeel van zijn.” 

Geen nieuwe infra 

Zo’n systeem zit voorlopig nog niet in het vat. Blijft de auto dan over als beste optie voor het platteland? Hanckmann wil het niet zo hard stellen. “Het is net als met het aantal verkeersdoden. De ambitie is om dat naar nul te krijgen, maar je weet dat dat niet gaat lukken. Maar moet je de verkeersveiligheid dan maar laten voor wat het is? We willen de ontwikkeling stimuleren dat schonere vervoersmethoden vaker worden gekozen. De auto blijft belangrijk, maar we moeten de rest niet vergeten en de auto weer op de eerste plaats gaan zetten. We gaan heus niet allemaal 20 kilometer fietsen, maar voor je het weet gaan we weer nieuwe infra aanleggen en dat moeten we niet willen.”  

De gouden tip heeft Hanckmann echter ook niet. “In steden is gewoon geen ruimte meer, daar moet je de auto vervangen. Maar in een dorp waar geen files staan, is geen directe noodzaak om de auto te laten staan. De auto gebruiken kan daar zelfs noodzakelijk zijn. Dan worden andere zaken, zoals duurzaamheid en gezondheid, belangrijker bij het overwegen van een andere modaliteit.” 

Te veel geld 

Voor 2024 heeft Hanckmann als doel om nog meer impact te maken met de projecten die Kragten doet. “Dat betekent dat we kritischer moeten zijn. We kunnen wel uren blijven verbranden, maar het gaat erom dat we de goede, nuttige dingen doen. Misschien heeft de mobiliteitswereld wel te veel geld te besteden. Je mag best af en toe een pilot doen, maar wees kritisch op het effect dat je bereikt.”  

Een van die goede dingen die Hanckmann wil (blijven) doen, is inzetten op verkeersveiligheid. En ook daar de goede dingen te blijven doen. “Hoeveel mensen weten nu echt wat Mono betekent? Uiteraard proberen wij hier wel op te focussen bij projecten, helaas ben je afhankelijk van de aanvragen die je krijgt en de bijbehorende randvoorwaarden. Iedereen zegt dat het belangrijk is, maar als ik zie welke campagnes er worden gedaan, vraag ik me soms af hoe belangrijk het echt gevonden wordt.”