Gemeenten kunnen meer gebruikmaken van kwantitatieve data-analyse om inzichten te krijgen in de fietsparkeeropgave en zo verbeteringen door te voeren om het gebruik van (inpandige) fietsparkeerplekken te optimaliseren. Hoe lang staan fietsen gestald en welk opvallend parkeergedrag valt uit de data af te leiden? Movares zette de eerste stap door te onderzoeken hoe fietsenstallingen in Apeldoorn momenteel worden gebruikt.
Naar een optimale benutting van fietsenstallingen

Figuur 2. Overzichtskaart met locaties inpandige fietsenstallingen.
De fiets is een duurzaam en efficiënt vervoersmiddel voor korte afstanden. De toename van fietsers vraagt om een doordachte aanpak voor fietsparkeren, waarbij de openbare ruimte toegankelijk en aantrekkelijk blijft. Goede stallingsvoorzieningen zijn cruciaal om fietsers te faciliteren en het gebruik van de fiets als duurzaam vervoermiddel te stimuleren. Gemeenten realiseren daarom geclusterde voorzieningen bij drukbezochte locaties en zoeken steeds vaker naar inpandige oplossingen. Maar hoe zorg je ervoor dat deze stallingen optimaal worden benut?
Continu meten en analyseren
Om een fietsenstalling optimaal te benutten, is inzicht nodig in de huidige werking. Traditioneel voeren gemeenten parkeeronderzoeken uit op specifieke momenten, wat een momentopname geeft. Met moderne validatie- en monitoringssystemen kunnen stallingen continu worden gevolgd. Movares ontwikkelde software die ruwe data omzet in concrete inzichten.
Figuur 1 geeft de relatie weer tussen de begrippen gerelateerd aan fietsparkeren en op welke wijze deze kunnen worden achterhaald.

In Apeldoorn werd bijvoorbeeld gebruikgemaakt van data uit het ‘Veiligstallen’-platform, dat elke in- en uitcheck van een fiets bij een inpandige stalling registreert via barcodes. Zo ontstaat een gedetailleerd beeld van wanneer fietsen gestald worden, hoelang ze blijven en hoe vaak een plek wordt gebruikt. Deze data maken het mogelijk om gedrag en patronen te herkennen en piekmomenten te signaleren. Dit geeft inzicht in gebruikspatronen: zo blijkt dat fietsers bereid zijn om ook voor (zeer) korte tijd inpandig te parkeren.
Hoeveel fietsen gestald?
In oktober 2024 registreerden de Apeldoornse stallingen ruim 85.000 ‘fietsparkeeracties’. Het gebruik is het hoogst in de drukke Paslaan-stalling en het laagst bij het Stadhuis. Over de week gezien piekt het gebruik op zaterdag en is het laag op zondag (zie figuur 3 en 4).


per dag van de week (oktober 2024)
Door de fietsparkeeracties te bundelen wordt de bezetting van de fietsenstalling, uitgedrukt in een percentage, gedurende een dag inzichtelijk. Interessant is dat een hogere bezettingsgraad niet per se betekent dat een stalling intensiever gebruikt wordt. Een stalling met een lagere piekbezetting kan juist een hogere turnover hebben, doordat fietsen er korter worden gestald. Een hogere turnover duidt ook op relatief meer bewegingen in de stalling.
Wie gebruikt inpandige stallingen?
Door de data te koppelen aan duur van stallingen en tijdstippen, kunnen we gebruikersgroepen onderscheiden. Een opvallende conclusie is dat een kwart van de registraties korter dan een uur gebruikt wordt, vooral door zogenoemde ‘Run Shoppers’. Deze groep is niet de eerste beoogde doelgroep voor inpandige stallingen, die juist geschikt zijn voor een langere parkeerduur.

van alle stallingen verdeeld naar weekdagen,
zaterdag en zondag (oktober 2024)
Andere groepen zoals ‘Fun Shoppers’ en bezoekers van winkels en horeca parkeren hun fiets vaak langer, tussen één en vier uur. Op zaterdag zijn er in bepaalde stallingen meer kortstallers, mogelijk vanwege evenementen en/of markten.
Ook is te zien dat inpandige stallingen worden gebruikt door diverse typen fietsen, waaronder elektrische fietsen, bakfietsen en fietsen met kinderzitjes, wat de toegankelijkheid en veelzijdigheid van de stallingen bevestigt (zie figuur 6).

Gevolgen voor beleid en inrichting
De data laten zien dat stallingen anders gebruikt worden per locatie en dag van de week. Fietsers zijn bereid om ook voor korte tijd inpandig te parkeren, wat kan worden beïnvloed door activiteiten in de omgeving. De capaciteit van de Apeldoornse stallingen blijkt toereikend, ook tijdens piekmomenten. Toch is het een politieke en financiële afweging of stallingen worden ingericht op piekgebruik of op gemiddelde bezetting. Kleine stallingen verspreid over de binnenstad bieden voordelen zoals nabijheid en laagdrempeligheid, terwijl grotere bemenste stallingen kostenefficiënter kunnen zijn.
Conclusie
Met behulp van fietsparkeerdata ontstaat een gedetailleerd inzicht in hoe vaak de stallingen worden gebruikt, wanneer, en hoe lang. Dit maakt het mogelijk om onderbouwde keuzes te maken over de locatie, omvang en openingstijden van stallingen. Zo kan het fietsparkeren in binnensteden efficiënter en gebruiksvriendelijker worden ingericht. Daarnaast helpen data om draagvlak te creëren voor investeringen en aanpassingen. Door continu te monitoren kunnen gemeenten inspelen op veranderingen in fietsgebruik en het aanbod aan stallingsplekken tijdig bijsturen.