RondeTafelGesprekken bieden stof tot nadenken

maandag 12 december 2011
timer 5 min
De zesde editie van de Verkeer & Mobiliteit beurs op 8 december in Expo Houten mag met recht een succes worden genoemd. Ruim 1500 bezoekers wisten de nationaal georiënteerde vakbeurs te vinden. Niet alleen toonden veel bedrijven hun nieuwste innovatie, ook het veelzijdige lezingenprogramma en de tot discussie wekkende RondeTafelGesprekken trokken tal van geïnteresseerden. 
RondeTafelGesprekken bieden stof tot nadenken



ParkeerPaviljoen


Deze vonden plaats in het ParkeerPaviljoen, georganiseerd door PARKEER24, ParkeerNetwerk Nederland en Expoproof, met als doel een platform te bieden voor kennisuitwisseling, discussie en het leggen van contacten. Parkeren maakt immers integraal onderdeel uit van een toenemend aantal verkeersvraagstukken. Denk aan de rol van parkeren binnen het groeiende vraagstuk van stedelijke bereikbaarheid of de bijdrage die parkeren vanuit financieel perspectief levert bij de oplossing van verkeers- en parkeervraagstukken. Maar ook de snel groeiende belangstelling voor fietsparkeren als onderdeel van een multimodale vervoersketen. Naast de RondeTafelGesprekken, die werden geleid door dagvoorzitter Jan van den Broek, had een twintigtal parkeer gerelateerde bedrijven zich verzameld in het paviljoen.

Fietsparkeren


Tijdens het RondeTafelGesprek over fietsparkeren gingen André van Schie (gemeente Utrecht), Ineke Spapé (SOAB), Hugo van der Steenhoven (Fietsersbond) en André Pettinga (Grontmij) met elkaar in gesprek over de fietsenchaos in ons land. Met man en macht wordt gewerkt om dit op te lossen, maar wie betaalt de rekening voor ontwikkeling, onderhoud en beheer? Is betaald fietsparkeren een optie en zo ja, onder welke voorwaarden? De belangrijkste conclusies: er is meer structureel onderzoek nodig om beter te weten wat de consument wil en in hoeverre deze bereid is te betalen. Ook moet er heel specifiek naar verschillende doelgroepen worden gekeken, om vervolgens in te zetten op differentiatie. Daarnaast moet er goed worden gekeken naar kwaliteit, ofwel de 'APK' (afstand, prijs, kwaliteit), zoals Spapé stelde. Verder is het zaak de fiets mee te nemen in de totale exploitatie, zoals nu bijvoorbeeld wordt gedaan bij de Bijenkorf in Utrecht. Van der Steenhoven merkt op: “Er moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen kort- en langparkeren: de mogelijkheid moet blijven bestaan dat mensen even kort de fiets voor een winkel kunnen zetten, tegenover goede voorzieningen voor de fietser die een middagje komt winkelen.” Van Schie vindt dat de fiets als onderdeel van de mobiliteitsketen moet worden meegenomen om de verschillende mobiliteiten zo goed mogelijk te kunnen optimaliseren en zo aan de vervoersvraag te kunnen voldoen. De fiets als onlosmakelijk onderdeel dus. Spapé voegt toe: “We moeten af van het idee dat de fiets een last is, het is juist een lust.” Pettinga kan zich hier wel in vinden: “De fiets heeft de toekomst maar om deze goed te faciliteren is een structurele aanpak noodzakelijk. Hier zijn drie dingen voor nodig: diversiteit, samenhang in de samenwerking en flexibiliteit. Dat is de weg naar succes.”  


Bereikbaarheid en Parkeren


Waarom staan mensen bij de ene garage in de rij voor een parkeerplaats, terwijl de andere parkeervoorziening kampt met leegstand? Arie de Bie (gemeente Zwolle), Gerard Tertoolen (XTNT), Thomas Oostwal (Q-Park), Martijn Akkerman (Witteveen+Bos) en adviseur stedelijk verkeer Sjoerd Stienstra bespraken de 'grilligheid van de consument' tijdens het RondeTafelGesprek Bereikbaarheid en Parkeren. Hoe verleid je de consument in het parkeren op een andere locatie? Volgens Tertoolen is dit niet zo gemakkelijk, omdat deze vaak een positieve inschatting maakt van de wachttijd en deze zelfs incalculeert op een drukke zaterdag. Het lijkt erop dat de consument niet wakker ligt van een wachtrij. Maar dit heeft wel negatieve gevolgen voor de congestie en de uitstoot van CO2. En heeft het wel nut om te investeren in verwijssystemen? Uit onderzoek is gebleken dat de helft van de parkeerders zich niets aantrekt van verwijssystemen. Volgens Tertoolen komt dit deels voort uit een stuk onzekerheid: “De informatie die in de auto beschikbaar is, wordt als betrouwbaarder beschouwd, die volgen ze eerder dan de borden langs de weg.” Oostwal voegt hieraan toe: “We zijn bezig een app te ontwikkelen om alle parkeerinformatie van Q-Park garages te bundelen en de actuele bezetting beschikbaar te stellen.” ook andere bedrijven en organisaties ontwikkelen applicaties, maar ben je juist niet op zoek naar integratie, bundeling van de beschikbare informatie? De tafelgenoten zouden allen kiezen voor één loket waar de actuele data beschikbaar wordt gesteld.

Probleem of niet?


Gaandeweg het gesprek vraagt Van den Broek zich af: “Hebben we daadwerkelijk een probleem en wat willen we bereikt hebben aan het einde van de RondeTafel?” De Bie: “Ik zou graag antwoord willen op de vraag of de slecht gebruikte Diezerpoortgarage in Zwolle, die is gesitueerd bij theater De Spiegel, beter zou kunnen lopen door enerzijds online de mogelijkheid te bieden een theaterticket en parkeerkaartje te kopen en anderzijds de garage een uitstraling te geven die bij het theater past.” De heren aan tafel zijn het erover eens dat het theater een goede promotor kan zijn, mits de omliggende omgeving ook aantrekkelijk wordt gemaakt en als zodanig wordt aangeprezen. Stienstra: “Je stelt het bezoek centraal, en niet het parkeren als doel op zich. Dat werkt positief.”

Kijken naar stad als totaliteit


Om bezoekers meer verspreid gebruik te laten maken van de parkeervoorzieningen in de stad, moet er volgens Oostwal meer naar de stad als totaliteit worden gekeken. Vraag is wel hoe publiek en privaat hierin moeten samenwerken. De Bie neemt de adviezen ter harte en gaat de beoogde 'bereikbaarheidsarrangementen' voor Zwolle verder uitwerken. Ook wil hij een verkeersevaluatie uitvoeren binnen en buiten de stad en hierbij de link met DVM maken. Oostwal hoopt dat meer steden naar de parkeervoorzieningen in zijn totaliteit gaan kijken en niet de situatie per locatie aanpakken. Stienstra ziet veel mogelijkheden in in-car-systemen; in het individueler maken van parkeerinformatie. Akkerman: “Dat ook Q-Park bezig is met de ontwikkeling van een app vind ik een interessante ontwikkeling en dan met name dat hierin de samenwerking moet worden gezocht met andere partijen om tot een integrale parkeerinformatievoorziening te komen.” Volgens Tertoolen is het dan ook van belang dat men buiten de lijntjes moet denken om tot goede resultaten te komen: daar ligt de uitdaging.
 

Terug naar overzicht nieuws >>>