Aan de overkant van de Noordzee

dinsdag 29 november 2022

Vier jaar geleden vonden Jessica van Grootveld en Menno van Dijk, projectmanagers van VINU, elkaar in hun fascinatie voor Groot-Brittannië. Menno bezocht het land regelmatig, hij heeft er familie wonen. Jessica is half Brits; ze woonde en werkte enkele jaren vlakbij Londen. Ze besloten samen Nederlandse kansen in de Britse markt van energie, land & water, duurzame mobiliteit en leefbare steden te verkennen. Na een eerste inventarisatie lijkt vooral de Strategic Stakeholder Management-aanpak van VINU kansrijk.  

Marktverkenning  

Jessica: ‘Ik ben half Brits en dat opent deuren bij de wat gereserveerde Britten. Tegelijkertijd breng ik mijn kennis uit de Nederlandse context mee en dat maakt dat er veel interesse was voor diverse gesprekken, workshops en congressen. Wat ook helpt is dat we in ons werk gewend zijn om in complexe processen verbindingen te leggen. We ontdekken nog steeds nieuwe (zaken)partners en marktkansen. Zo nam VINU dit jaar deel aan de handelsmissie duurzame mobiliteit in Londen’. 

Menno: ‘Het verkennen van een nieuwe markt vraagt wel echt om de lange adem en investeren in relaties. We hebben met VINU vele presentaties en workshops gegeven en in januari 2021 wonnen we onze eerste aanbesteding in Shrewsbury als adviseur omgevingsmanagement. Terugkijkend hebben we erg veel geleerd van onze contacten daar’. 

Geleerde lessen 

Menno: ‘De Britten kijken bijvoorbeeld vaker naar vraagstukken van mobiliteit vanuit gezondheidsperspectief. In Nederland is dat eerder economisch ingestoken: wat leveren extra fietspaden op voor de doorstroming in een stad bijvoorbeeld. Daarnaast is het VK verder wat betreft klimaatambities’. 

Jessica: ‘Wat de Britten ook beter doen is denken in termen van inclusie: wat hebben inwoners – ouderen, slechtzienden en gehandicapten – nodig om zich prettig te voelen en te verplaatsen in steden? Ze hebben bijvoorbeeld veel meer openbare toiletten in het VK dan in Nederland’. 

Leren aan de Britten 

Menno: ‘Tijdens onze gesprekken ontdekten we dat Britse overheden redelijk ad hoc werken met stakeholders. Er ontbreekt een duidelijke strategie. Stakeholders zijn voor hen meestal uitsluitend bewoners en ondernemers. Terwijl juist andere overheden, interne stakeholders, politiek minimaal net zo belangrijk zijn. Plat gezegd: als je in het VK bewoners eenmaal hebt gesproken, dan heb je voldoende gedaan aan ‘stakeholder engagement’. 

Wij kijken strategisch naar wie je op welk moment, over wat en met welk doel wil betrekken. Daarnaast maken we vooraf een strategie over wat wij met de input in de verschillende fasen willen doen’. 

Jessica: ’Mensen denken daarnaast dat je altijd moet co-creëren, maar dat hoeft lang niet altijd. Je moet kijken naar wat je doelstelling is en wat een specifiek project vraagt aan stakeholder engagement’. 

Menno: ‘Inderdaad, elke opgave is situatie-gebonden. VINU werkt strategisch; wij delen een plan op in stappen. Hierdoor kunnen wij beter, sneller én goedkoper opereren’. 

Is de VINU-aanpak één-op-één naar het VK te kopiëren? 

Menno: ‘Oh nee, zeker niet. We hebben géén kant-en-klare blauwdruk liggen, maar we nemen wel een bepaalde visie mee. Engeland heeft een complexe bestuurlijke opbouw met ingewikkelde financieringsstromen. Juist de diffuse bestuurslagen in het VK maken een strategische aanpak des te belangrijker. Je moet zorgen voor een gedragen verhaal waarmee je investeringen kunt binnenhalen. En op dat gebied, met onze strategische ruimtelijke projecten in eigen land, hebben wij toegevoegde waarde, juist internationaal’. 

Jessica: ‘VINU is voor het VK ook uniek, want een dergelijk bureau bestaat er niet. We kijken vanuit een integrale visie naar ruimtelijke vraagstukken. En we maken onderscheid tussen strategie en uitvoering. Dat gebeurt in Engeland minder, daar moet een projectleider, vaak opgeleid als ingenieur, zich naast de uitvoering ook bezighouden met ‘groen’ en alle stakeholders. De Britten waarderen vaak onze ‘directheid’; ik heb het tijdens gesprekken ook over geld, terwijl zij dat voor zich uit schuiven’. 

Kansen voor VINU 

Menno: ‘Wij zien zeker kansen in bijvoorbeeld steden als Manchester en Sheffield. Het VK staat evenals Nederland voor grote ambities op het vlak van de energie- en mobiliteitstransitie en de duurzame leefomgeving’. 

Jessica: ‘Wat ook helpt is dat VINU in Nederland opdrachten doet met een internationale uitstraling. We werken bijvoorbeeld aan elektrisch vliegen, Amsterdam Bay Area en het autoluw maken van verschillende steden. Daarmee zijn we een aantrekkelijker internationale partner’. 

Dit artikel staat in MobiliteitsPlatform #4, 2022. Wilt u het hele magazine online lezen? Klik hier.