In Nederland hebben we een enorme woningbouw- en klimaatopgave. Volgens Teun Kolner van Movares vecht iedereen voor een stukje openbare ruimte. “We hebben de afgelopen decennia vooral op de auto gefocust om snel grote afstanden af te leggen. Nu is er een verandering gaande, waarbij we ons meer op nabijheid richten.” Deelmobiliteit, en dan met name deelfietsen, is volgens hem een onderdeel van de mobiliteitstransitiepuzzel.
Ruimte bieden aan deelmobiliteit om de mobiliteitstransitie vorm te geven
De auto is volgens Kolner helemaal niet efficiënt: “De gemiddelde bezettingsgraad is zo’n 1,2 personen per auto. Bovendien zorgt die auto voor vervuiling, neemt deze veel ruimte in en is de verkeersveiligheid een uitdaging.” Het openbaar vervoer is daartegenover superefficiënt, omdat hiermee heel veel mensen op een relatief klein oppervlak snel van A naar B worden vervoerd. Vormen van deelmobiliteit worden door meerdere mensen per dag gebruikt, waardoor er minder ruimte nodig is. “Hierdoor hebben steden ruimte voor meer groen, of ruimte voor kinderen om te
spelen. Bovendien versterkt deelmobiliteit het openbaar vervoer voor de first en de last mile.”
Reistijd
“Om mensen te stimuleren het openbaar vervoer te gebruiken, moet je zorgen dat mensen binnen een bepaalde tijd de plekken kunnen bereiken die ze willen bereiken”, gaat Kolner verder. Mensen hebben een bepaalde reistijdconstante. “Gemiddeld zijn we bereid om per dag zo’n 70 tot 80 minuten te reizen. Is dit langer, dan maken we andere keuzes.” Voor steden en gemeentes is dit belangrijk om rekening mee te houden, zeker als het gaat om ruimte bieden aan deelmobiliteit.
Soorten deelfietssystemen
De ov-fiets is een groot succes, omdat mensen op een duurzame en efficiënte manier die ‘last mile’ naar hun eindbestemming kunnen bereiken. Het is echter een back-to-one-systeem: je huurt de fiets op een plek, maar deze moet ook teruggebracht worden naar deze zelfde plek. Een ander systeem is het back-to-many-systeem, waarbij mensen de fietsen op meerdere plekken kunnen achterlaten – bij meerdere ov-knooppunten of populaire bestemmingen in de stad. Movares pleit voor een combinatie van deze twee systemen: “Zo is er een oplossing voor verschillende doelgroepen. Want als mensen langer dan 3 minuten moeten lopen voor een deelfiets, of misgrijpen, neemt de kans dat iemand het voertuig (in de toekomst) huurt exponentieel af.”
Succesfactoren
Om deelfietsen een volwaardig vervoersmiddel te maken voor de dagelijkse verplaatsingen, zijn er 7 succesfactoren om het gebruik te stimuleren: beschikbaarheid, bereikbaarheid, buitenruimte, bekendheid, begrijpelijkheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid. Kolner roept gemeentes op om deelmobiliteit aandacht te geven en hier ruimte voor te bieden. “Doe ervaring op, verzamel data. Experimenteer en leer!”