Geen Slagboom, geen BTW

vrijdag 26 september 2014
timer 5 min
Slagboom parkeren kent een flink aantal voordelen voor de gemeente maar ook een belangrijk nadeel; er moet BTW afgedragen worden. Het kan anders. Bij cameraparkeren hoeft de gemeente niets af te dragen aan de fiscus.

In gebruiksgemak heeft het parkeren achter de slagboom voor zowel gemeente als gebruiker een aantal belangrijke voordelen. Met behulp van een slagboom realiseert een gemeente 100% betalingsgraad, zonder gebruik te maken van handhaving. Voor de parkeerder is het prettig dat hij, zonder enig abonnement, niet meer betaalt dan hij heeft geparkeerd. Een duidelijke win-win situatie dus.


Toch kleeft er aan het gebruik van slagbomen een belangrijk nadeel. De gemeente handelt in dit geval als ondernemer. Het parkeertarief bevat een BTW-component. Dit in tegenstelling tot het parkeren op straat, waar parkeerbelasting van toepassing is, welke BTW vrij is.


Als de gemeente een beleid voert om auto's zo veel mogelijk in garages of elders achter de slagboom te laten parkeren, in plaats van op straat, moet zij rekening houden met een verlies aan inkomsten. Bij een gelijk tarief op straat en achter de slagboom zijn de netto-inkomsten bijna 18% lager. Van iedere Euro die in de garage betaald wordt is bijna 18 cent BTW.


Fiscaal voordeel

De ontwikkelingen met kentekenherkenning zijn zo ver dat de voordelen van het parkeren achter de slagboom (op maat betalen en maximale betalingsgraad) inpasbaar zijn in parkeerbelastingen in de vorm van cameraparkeren. Omdat hierbij geen gebruik wordt gemaakt van een slagboom, kent het systeem een fiscaal voordeel door het ontbreken van de BTW-component.


Bij cameraparkeren registreren camera’s de kentekens van de voertuigen die het terrein of garage binnenrijden. Voordat de parkeerder vertrekt voldoet hij de parkeerbelasting aan de automaat door zijn kenteken in te voeren en het verschuldigde bedrag te betalen. Het systeem registreert dat het betreffende kenteken mag uitrijden.


Indien de parkeerder zonder betalen is uitgereden, dan registreert het systeem dit. De parkeerder krijgt dan een naheffingsaanslag thuis gestuurd. De uitvoering is niet wezenlijk anders dan in gemeenten waar handhaving plaatsvindt met scanauto's. Het belangrijkste verschil is dat de camera niet rijdt, maar op een vaste plaats staat.


Soms verkeert men in de veronderstelling dat parkeerbelasting gelijk staat aan ‘vooraf betalen’. Dit is een misvatting. Een goed voorbeeld is belparkeren en de varianten daarop. De parkeerder betaalt achteraf en op maat. De eisen die worden gesteld aan het betalen zijn verwoord in de Gemeentewet art. 225, lid 1 sub a. Vrij vertaald staat daar: Het is aan het college hoe moet worden betaald.


Een tweede misvatting is dat de gemeente verplicht is de naheffingsaanslag op het voertuig te bevestigen. De Invorderingswet geeft hier uitsluitsel over. In art. 8, lid 1 van deze wet is bepaald dat het mogelijk is een naheffingsaanslag toe te zenden. Art. 234 4, lid 8 van de Gemeentewet biedt, in afwijking van hetgeen in de Invorderingswet genoemd staat, de mogelijkheid om de naheffingsaanslag op het voertuig te bevestigen. Let wel, het is een mogelijkheid en geen verplichting. In de brief van minister Donner van 2 december 2011 aan het RDW (kenmerk 2011-2000546767) duidt hij een en ander.


Belangrijker dan dit alles is de uitspraak van het Europees Hof van Justitie (14 december 2000, zaaknummer C-446/98), waarin de reikwijdte van overheidshandelen is gedefinieerd. Het komt er op neer dat van overheidshandelen sprake is als een publiekrechtelijk lichaam overheidswerkzaamheden verricht (i.c. het reguleren van parkeren) en deze de werkzaamheden verricht specifiek voor dat lichaam geldend juridisch regime, met uitsluiting van werkzaamheden die zij onder dezelfde juridische voorwaarden als particuliere partij verricht.


O
p grond van dit laatste is een gemeente die een terrein achter een fysieke barrière exploiteert in de ogen van de wet een ondernemer. Zolang er geen fysieke beperking aan het in- en uitrijden van een terrein aanwezig is, kan de gemeente gebruik maken voor het specifiek voor de gemeente geldend juridisch regime, te weten parkeerbelastingen.


Het omzetten van slagboomparkeren naar een fiscaal regime heeft gevolgen voor de verrekening van de BTW. Bij een parkeerterrein, waarvan de apparatuur toch aan vervanging toe is, is dit eenvoudiger dan het aanpassen van een parkeergarage die vorig jaar is opgeleverd. 


Het toepassen van cameraparkeren is vooral interessant voor parkeerterreinen en voor locaties waarvoor de kosten lager liggen dan de inkomsten (zie kadertekst). Voor de investering kan gebruik worden gemaakt van het BTW-compensatiefonds, terwijl voor de inkomsten geen BTW hoeft te worden afgedragen.
 


Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)


Daar waar prijzen voor consumenten worden uitgedrukt inclusief BTW, zijn de prijzen voor ondernemers uitgedrukt exclusief BTW. Dit heeft een reden. Hij speelt als het ware voor belastingontvanger. Bij verkoop van een product of levering van een dienst ontvangt hij van de klant de BTW, welke hij vervolgens afdraagt aan de belastingdienst. Anderzijds schaft de ondernemer zaken aan waar hij BTW over betaalt. Deze kan hij aftrekken van de BTW die hij heeft ontvangen. Indien de ontvangen BTW meer is dan de betaalde BTW, dan betaalt hij het verschil aan de belastingdienst. Als de ontvangen BTW minder is dan de betaalde BTW, dan ontvangt hij het verschil van de belastingdienst.


Tekst: Ewald Dijkstra - Ecorys

Voor gemeenten geldt: geen slagboom dus geen BTW