Goed en doordacht ontwerp fietsomgeving biedt toegevoegde waarde

dinsdag 11 december 2018
timer 5 min
Een goed en doordacht ontwerp van een fietsomgeving biedt een toegevoegde waarde. Dat stelden Oriol Casas Cancer (wUrck), Paul van der Ree (studioSK) en Stijn Rademakers (Ector Hoogstad) tijdens het netwerkevent rond fietsmobiliteit en -parkeren dat Architectenweb onlangs op IJburg organiseerde.

Grootste manco van veel fietsomgevingen is volgens Casas nog steeds het gebrek aan verblijfskwaliteit. Om die te verbeteren werkt zijn bureau aan fietsenstallingen waarbij comfort en beleving centrale begrippen zijn. Maar ook waar relatief nieuwe begrippen mee worden gewogen, zoals innovatieve parkeervormen en functiemenging. Bij dat laatste kan gedacht worden aan het combineren van meerdere functies in de (openbare) ruimte zoals parkeren, flaneren en verblijven of aan de toevoeging van horecafaciliteiten en vernieuwende (geautomatiseerde) parkeerruimtes op andere (drukke) plekken in steden. Elementen als een goede ruimtelijke inpassing, aantrekkelijke entree, vanzelfsprekende routing, bijzondere verlichting en een sterke identiteit kunnen leiden tot een sterke ruimtelijke kwaliteit voor fietsers én andere gebruikers. Allemaal gecombineerd leidt dat tot sfeervolle, nieuwe stallingen zoals die aan de Amsterdamse Strawinskylaan (Zuidas). Bij de nog te bouwen megastalling onder het Stationsplein bij Amsterdam Centraal streeft Casas naar een vergelijkbaar hoog kwaliteitsniveau.

Van der Ree

Een soortgelijke ambitie legde ook Paul van der Ree aan de dag. Zijn bureau studioSK is onderdeel van het grote Movares en is zodoende bij veel projecten rond met name OV-knooppunten betrokken, zoals bij het (prijswinnende) Station Hengelo. Het is een typisch voorbeeld van een wat kleiner station waar de fietsparkeergarage eigenlijk het grootste gebouw van het treinstation is en het fietsparkeren dus in belangrijke mate de uitstraling van het station bepaalt.


Van der Ree liet ook op overtuigende wijze zien dat de enorme concentraties aan fietsen en het gebruik door (vaak) gehaaste gebruikers een efficiënte en logische routing vraagt en dat technische innovaties steeds belangrijker worden. Zijn er in een gang nog fietsparkeerplekken vrij, dan brandt er een groen licht; dat soort dingen. 

Fietsgebruik bij OV-knoopunten heeft immers een geschiedenis van (soms nog steeds zichtbare) fietsparkeerchaos die veel weg heeft van een urban jungle. Goed ontworpen en verleidelijke parkeersystem en -ruimtes kunnen daar veel tegenwicht aan bieden. Zeker is dat de stroomlijning in tijd en praktische handelingen bij het overstappen van fiets naar trein/bus nog sterk verbeterd én veraangenaamd kunnen worden.

Stijn Rademakers

Stijn Rademakers van Ector Hoogstad Architecten, tenslotte, nam de aanwezigen mee in de totstandkoming van de voorlopig grootste fietsenstalling in ons land bij Utrecht Centraal. Door slim gebruik te maken van de beschikbare ruimte kon het bureau verschillende vides introduceren, die voor extra overzicht zorgen. Vanwege de grootte van de fietsenstalling heeft Ector Hoogstad er ook voor gekozen dat gebruikers de fietsparkeergarage in fietsen. In de stalling ligt een rondlopend circuit, over drie lagen, waarover naar de fietsparkeerplekken gefietst kan worden.

 

Ook benadrukte hij het gevolgde proces en ontwerp hier een andere elementaire voorwaarde bij dit type ontwerpen, namelijk goed opdrachtgeverschap. Onder enkele aanwezigen riep het verhaal de vraag op of er mogelijk bovengrenzen zijn aan de omvang van overdekte fietsparkeervoorzieningen. Verdwijnt bij enorm grote fietsparkeergarages de menselijke maat en zou de omvang dus beperkt moeten worden tot circa 5000 plaatsen? Of zijn de vorm en schaal dingen waar we nog aan moeten wennen? De fietsparkeergarage bij Utrecht is overigens nog niet af, benadrukte Rademakers. Het beschreven rondje is nog niet geheel te fietsen. Doe dat vooral eens als het af is, adviseerde hij.


Anticiperend ontwerp

Concluderend viel op dat er nog tal van zaken rond het ontwerp van fietsparkeergarages zijn die, te midden van de enorme schaarsprong die plaatsvindt, onderzocht en in de praktijk getoetst moeten worden. Ook is er sprake van een duidelijke en snelle ontwikkeling in het denken over en ontwerpen van fietsparkeergarages. Daarbij worden de geleerde lessen in het ene project direct toegepast in het volgende project. Vooral waar steeds met dezelfde opdrachtgever gewerkt wordt, zoals in Amsterdam, is duidelijk te zien dat de lat steeds hoger gelegd wordt.


Een heet hangijzer is nog wel de vraag of de groei van het fietsgebruik op straat daar meer ruimte vraagt. Ruimte die er, met name in steden, vaak niet of nauwelijks is. Is het mogelijk dat het toenemende fietsgebruik ingevoegd wordt in de bestaande infrastructuur en zijn de verkeersruimtes groot genoeg voor meerdere mobiliteitsvormen? De opgave vraagt in ieder geval om een flexibel ontwerp en dubbel gebruik (sharing) van zowel nieuwe als bestaande ruimte. Wat daarbij niet meehelpt is dat er in veel binnensteden weliswaar autoparkeergarages leegstaan, maar dat die qua plafondhoogte en mogelijke vloerbelasting vaak niet geschikt zijn om getransformeerd te worden tot fietsparkeergarages.



Al met al liggen er dus legio kansen en uitdagingen voor ontwerpers. Kansen die verzilverd kunnen door slim, anticiperend ontwerp en flexibele ruimtebenutting samen te parkeren.

 

Bron: Architectenweb. Verslag: Jaapjan Berg.

 

Lees het complete verslag hier.

Fietsparkeerkelder Strawinskylaan. Foto: Maarten Bakker.